Soms ben ik blij dat ik ergens niets mee wil of weinig of niets van weet. Orchideeën, bijvoorbeeld, en dan vooral de orchideeën die op vensterbanken van mensen die orchideeën de mooiste planten van de wereld vinden hun gedroomde habitat hebben gevonden. Om zichzelf langzaam maar zeker naar een sprietig en kaal einde te bloeien. Ooit moeten ze als gevolg van menselijk ingrijpen vanuit de natuur hun onfortuinlijke Werdegang richting cultuur zijn gegaan. Ze hebben zich in een keurslijf van gestyleerde schoonheid laten manoevreren, lijkt me. Weet ik veel. Maar, ik ben er al teveel mee bezig, ik wil het allemaal niet weten. Evenmin wil ik weten hoe iemand op het idee van oploskoffie kwam en hoe het bestaat dat er mensen zijn die oploskoffie lekkerder vinden dan bonenkoffie. Broodroosters, ook van die dingen. Porceleinen hazewindhonden van een meter hoog die mooi zittend een virtueel baasje trouwhartig in de ogen kijken. En dan heb ik het nog niet gehad over stoeltjes van doorzichtig hard plastic die met vieren aan een ronde tafel staan. Ik zou willen dat ik niet weet dat ze bestaan. Maar, ik heb ze gezien, ik moet ermee leven, met de kennis van hun bestaan. Jij hebt dat ongetwijfeld ook met dingen of planten of dieren en misschien ook wel met mensen. Met andere dan ik, maar toch. Gisteren zag ik een paar mannen, de ene keek heel boos, de andere heel streng. Ik wilde helemaal niet weten, waarom de ene boos keek en de andere streng. Doe wat je wilt, dacht ik. Maar ook: Er is een verschil tussen boos en streng. Het ziet er nogal hetzelfde uit maar streng ligt gebeiteld in de plooien van het gezicht en boos is daar nog wel uit te masseren. Streng is meer een eigenschap en boos een emotie die kan overwaaien. Maar is dat echt zo? Kijk, daar wil ik dan wel weer meer van weten.