We hadden op het laatste moment besloten dat we in twee etappes zouden rijden. En dus zijn we nu in Bastogne. Dat is zo’n plaats waar je vooral langs rijdt op weg naar Frankrijk. Zoals Dijon een plaats is waar je langs rijdt als je naar Zuid-Frankrijk gaat. Bastogne is Wereldoorlog II, Ardennenoffensief, bikkelharde gevechten, grote verliezen aan beide zijden, maar ook Bastenaken van Luik-Bastenaken-Luik en verder gewoon een aardige stad in de Ardennen. Ondanks hun schoonheid vind ik de autorit door de Ardennen richting Bastogne vooral nogal een bezoeking. Het komt zelden voor dat je lekker door kunt rijden. Er wordt altijd wel ergens aan de weg gewerkt en meestal zo dat dat maximale hinder oplevert. Desondanks zijn er Belgen die vinden dat wij er slechts tegen betaling en met een vignet op de voorruit toegang zouden mogen krijgen. Ik weet niet of dat ook zou moeten gelden voor de helletocht die wij Nederlanders in Antwerpen voor de kiezen krijgen. Dat zou pas echt een belediging zijn. Toch eens uitzoeken. Goed, de eetzaal van het hotel in Bastogne liep lekker vol. Terwijl ik wat rond zat te kijken drong langzaam tot me door dat hier een poging werd gedaan twee werelden bij elkaar te brengen. Er was een kaart uit de traditionele keuken met een vleugje eigen tijd (cheeseburger) én een kaart met Mexicaanse gerechten. Aan het fraai gestucte plafond hing een hangmat met daarin een Mexicaans geklede etalagepop met een ruim bemeten sombrero over het gezicht. De statige sommelier en kittige diensters waren gekleed in zwart en smetteloos wit en liepen op sneakers van Adidas. Bijna alles hinkte er op twee gedachten. Op chic én casual. Een pasteitje naast een taco. Ik dacht: Dat past wel bij de Belgen. Zijn ze nou Nederlands of zijn ze nou Frans? Maar ik dwaal weer eens af. We zijn dus op weg naar Dijon. We willen daar wat dagen rondlopen, juist omdat we er altijd langsrijden. Het schijnt een pracht van een stad. Zie het als een soort van genoegdoening na jarenlange verwaarlozing. Een vorm van gerechtigheid. Zo zijn we nu ook eindelijk eens in Bastogne. Daar zijn we ook te vaak langsgereden. Een volgende keer blijven we er wat langer. Tot dan blijft Bastogne die stad in de Ardennen, van de Tweede Wereldoorlog, keerpunt in een wielerkoers en, ik vergat ze bijna, van de koeken*.
*Een bastognekoek is een koekje van zelfrijzend bakmeel, suiker, kandijstroop, eidooier en boter. Voor de smaak is er nog kaneel en kruidnagel in verwerkt. De smaak lijkt wat op die van speculoos. Varianten zijn Bastogne Original, Bastogne Mini en Bastogne Duo met amandel- en vanillesmaak.’ (bron: Wikipedia)