Geen 2

Ook vandaag geen stukje. Wel felicitaties aan de oudste kleinzoon die vandaag dertien is geworden.

Haar eigen wijze

als iedereen op zon wacht

geniet zij van de regen

als iedereen voor asfalt kiest

fietst zij het liefst door zand

neemt iedereen de auto

nou, dan gaat zij te voet

als iedereen de winter beu is

duurt ie haar niet lang genoeg

als iedereen (maak zelf af)

Ik schreef dit in 2008. Een goede vriendin was overleden.

Kiezer

We zagen hem al van ver aankomen, de man in het opvallende jack. Opvallend, want felrood-roze. Ook wel viva magenta, zegt Volkskrant Magazine. En dichterbij: bril in twee kleuren. Of we hem een flyer mochten geven, vroegen we.

Nee, zei hij.

U gaat wel stemmen?

Ook niet. Hartsgrondig.

En wij: Waarom niet? Vriendelijk.

Hij was al half voorbij, maar bleef staan en keerde zich naar ons.

Ik moet zeggen, ik had verwacht dat hij wél zou gaan stemmen. Het was niet de eerste keer dat ik in de aanloop naar verkiezingen mensen aansprak met een flyer en voor een praatje. Hij zag er uit als een betrokken burger. Maar goed, een vooroordeel verdient het te worden doorgeprikt.

Waarom niet? zei hij. Omdat we jullie alleen zien als er verkiezingen aankomen.

Daar had hij een punt.

Maar wat verwacht u dan van ons?

Hij dacht na. Ik vind dat we jullie hier minstens een keer per maand zouden moeten zien. Dan praten we jullie wel bij.

Hoewel we graag en bij voorkeur informatie ophalen, ik voel altijd nog een beetje de behoefte in zo’n gesprek zelf van alles te berde te brengen. Zoals: Maar als u ons zo graag vertelt hoe u over dingen denkt, bel ons dan of mail ons. Wordt lid van een politieke partij of ga minstens stemmen.

Ik stak in op het laatste. Dus als wij ons maandelijks laten zien dan gaat u wél stemmen? Dan treft u het want we hebben sowieso plannen in die richting. En wilt u dan minstens overwegen op 22 november toch te gaan stemmen?  Het klonk als koehandel en dat was het ook wel een beetje. Maar ….

Je moet toch wat als je vindt dat gaan stemmen nóg belangrijker is dan stemmen op jouw partij, dacht ik. Zeker als je achter het voornemen niet te gaan stemmen gaandeweg het gesprek een ondanks alles betrokken burger vermoedt. En ook de weerstand voelbaar wat afbrokkelde. 

Goed, zei hij, ik ga nu naar huis en zal er nog eens over denken. 

We wensten elkaar nog een fijn weekeinde.

Inmiddels was de zon gaan schijnen, haha. Toeval bestaat niet.

Timmermans

Op 16 mei 2009 schreef ik op mijn website/blog:

Overigens ben ik van mening dat Frans Timmermans voorman van de Partij van de Arbeid moet worden. Ik vind dat al anderhalf jaar, sinds ik hem heb horen spreken tijdens een debat in Maastricht, maar het wordt me hoe langer hoe duidelijker dat hij een van weinigen is in de Partij van de Arbeid die helder en snel een stevig standpunt weet neer te zetten, dondert niet in welke setting en wie hij tegenover zich heeft. Altijd to the point, nooit voor één gat gevangen, en hard indien nodig en vol empathie indien gewenst. Meelevend, betrokken, deskundig, transparant en zuiver. Beter dan Bos als leider.

Nu denk ik: Het mag ook hard indien gewenst en vol empathie indien nodig of altijd empathisch zijn.

Zwarte coltrui

                                                  

een vriend van mij / had wat met zwarte cols / de truien die hij droeg / als hij weer op moest treden / nog over uit de jaren vijftig / dat wil zeggen als symbool / heel existentieel

gisteren trof ik er een aan / ooit geleend en in mijn kast / omdat wij samen op de planken / zouden staan met vijven / zingen zouden we / en heel veel zeggen ook / niet allemaal even vrolijk / maar wel heel waar

we moesten allen in ‘t zwart / meer bijzonder met een col / de indruk die dat maken zou! / zonen en één dochter / van de jaren vijftig / zelf had ik geen / zwarte coltrui meer / en deze heb ik nu na tien jaar / ook maar weggegooid

de vriend is dood / al bijna weer een jaar / hij kan hem toch niet meer gebruiken / en de herinnering aan hem / die hoort niet in mijn kast / hij zal mijn lijf niet meer omsluiten / mijn lijf omsluit nu hem

Dit gedicht schreef ik begin augustus 1994.

Our House

Gedurende de eerste fase van Corona in de eerste helft van 2020 schreef ik wekelijks een bericht voor de leden van het Basilicakoor in Meerssen. Dit schreef ik op 17 mei 2020.

Het is zondagmorgen en toen ik net mijn neus even buiten de deur stak: zonnig maar kil. Gelukkig wordt het komende week steeds warmer en dat is een goed vooruitzicht. Inmiddels is de Humcoverstraat weer open en gisteren was het bij vlagen druk als vanouds. Heel veel fietsers, wandelaars maar helaas ook weer veel auto’s. Steeds meer mensen gaan weer op pad nu de berichten van het covid-19-front minder heftig worden. Wij blijven nog altijd zo veel mogelijk binnen. Boodschappen doen heet hier: op expeditie gaan. Soms voel ik mij ontdekkingsreiziger, bedacht op verrassingen die fataal kunnen zijn. Afgelopen week was ik een paar keer bij de Gamma en ik liep daar rond alsof vanachter elke stelling een vijand tevoorschijn kon springen. Anderhalve meter afstand houden is een bitch.

Je leest Gamma en je denkt: Die is aan het klussen. Klopt. Ik ben eindelijk begonnen aan werk waar ik al jaren tegenop zie. Groot onderhoud aan de overstekken van ons huis. We hadden een schilder offerte laten doen en waren ons kapot geschrokken. En dan druk ik me nog mild uit. Die was ver boven ons budget. Dan doe ik het toch maar zelf, dacht ik. Dat was op dinsdag en na een aantal dagen van slopen en herstellen, timmeren en schilderen, van steigertje op, steigertje af, worden de eerste resultaten zichtbaar. Er is nog een weg te gaan maar als tot bij het huis rondhangen veroordeelde boomer heb ik de tijd geheel aan mijzelf. En het is lekker om actief te zijn, veel in beweging. En de bouwvakker in mij heeft daar graag een muziekje bij. Om zo nu en dan mee te zingen of te fluiten.

Gisterenmiddag – L. was bezig de winterviooltjes uit de kuipen te rooien en er zomerse plantjes in te zetten – zat in de kastanjeboom naast het huis een merel druk mee te doen met de muziek daar beneden. Ik moest toen even denken aan Our House van Crosby, Stills, Nash & Young, een klassieker in de popmuziek voor iedereen die eind zestiger, begin zeventiger jaren kennis maakte met de warmte van een relatie die bedoeld was eeuwig te zijn. De tekst van Graham Nash – tot vlak onder de kruin verliefd op Joni Mitchell – verhaalt van een te benijden knusheid en intieme veiligheid die in die tijd tegelijkertijd zwaar onder vuur lag vanwege de burgerlijkheid ervan. Geloof me, het was een mooie maar ook verwarrende tijd.

Later op de middag kwam op Spotify – toevallig, toevallig – Stephen Stills nóg een keer voorbij. Ik werd er even heel stil van. Samen met Judy Collins zong hij Everybody Knows, een tekst van Leonard Cohen. Ik zag Cohen jaren geleden in Ahoy, met zijn hoedje en met die prachtige Ierse zangeressen, in zijn bijna rituele rol van hogepriester van de popmuziek. Hij trad er ook mee op in London. Kijk daarvoor op de DVD Live in London (2009). Everybody Knows gaat – althans zo lees ik die tekst – over het menselijk tekort, over onmacht, misschien wel willen maar niet kunnen: je ziet het wel maar je kijkt weg. Ik pik er één couplet (plus refrein) uit, vooral omdat het dwars door de tekst van Our House snijdt:

Everybody knows that you love me baby

Everybody knows that you really do

Everybody knows that you’ve been faithful

Oh, give or take a night or two

Everybody knows you’ve been discrete

But there were so many people you just had to meet

Without your clothes

Everybody knows

(Refrein) Everybody knows

Everybody knows

That’s how it goes

Everybody knows

Zo, dat was het voor vandaag. Geniet nog van het mooie weer. Ga donderdag dauwtrappen (Hemelvaartsdag) en blijf gezond.

Verlangen

Ik houd van verandering

Maar denk nu dat verlangen

Ook naar verandering ouder maakt

Hevig verlangen zelfs sneller ouder

Verlangen op leeftijd is gevaarlijk

Verwachting nog slechts een luxe

Verwachting is het domein van de jeugd

De jeugd kan zich permitteren te verlangen

Ben je op leeftijd, vergeet het verlangen

En naarmate meer op leeftijd

Des te meer leef in het moment

Des te meer seizoenen verdwijnen

Het jaar uit maanden bestaat

De maand uit dagen

De dag uit uren

De uren uit ….. enfin

En als je jong bent

Lig je ‘s avonds in bed

Dijt in je halfslaap de wereld uit

In het universum geen grenzen

Achter elke muur nieuwe ruimte

Waar je ooit wilt zijn

Je wilt dat morgen vandaag is

Op leeftijd wil je morgen gisteren

Vragen

In mijn aantekeningen vond ik een aantal vragen. Ik hoor wel of je er iets mee kunt.

1. Hoe kun je ophouden met denken zonder dood te zijn?

2. Bestaat er zoiets als de dictatuur van de democratie?

3. Is een goed medemens zijn belangrijker dan een goed mens zijn?

Leed

Hij stelde zich voor dat hij een verhaal ging schrijven. Maar, waarover zou het dan moeten gaan? Niet dat er niet genoeg leed in de wereld was waaruit hij inspiratie zou kunnen putten. Maar, wilde hij wel schrijven over leed? Hij kwam er vooralsnog niet uit. Hij zette de radio aan. Wie weet, dacht hij. Het nieuws liep net zo’n beetje ten einde. Hij viel binnen in het laatste item, bleek enkele minuten later. De onderhandelingen over het staakt het vuren waren mislukt, er was tot verdriet van de onderhandelaars van beide partijen geen gezamenlijke slotverklaring tot stand gekomen. Wel zagen de bij de onderhandelingen betrokken partijen uit naar hun volgende ontmoeting in – dat was nog onduidelijk – Parijs of Londen. Ze waren het erover eens: ze waren er nog niet uit maar hadden kostbare tijd gekocht. En, hoewel ze het niet met elkaar eens hadden kunnen worden, er was voldoende onderling en wederzijds vertrouwen, er was – zover was het nu wel – meer dan voldoende hoop dat het een volgende keer wel zou lukken. Iedereen was van goede wil, zoveel was zeker, ze gingen nu in groter begrip voor elkaar uiteen. Dat waren partijen, naar eigen zeggen, beide aan hun achterban verplicht. Er waren grote verwachtingen gewekt in de aanloop naar deze top. En ook tijdens de gesprekken leek de bereidheid er samen uit te komen alleen maar te groeien. Er was voorzichtig optimisme alom. Het was helaas nog niet voldoende duidelijk waar de gesprekken nou precies op waren stukgelopen. Partijen realiseren zich dat dat op dit moment de realiteit is. Meer zit er op dit moment  gewoon niet in. Dit was het nieuws van acht uur, sloot de nieuwslezer af. Er is nog hoop in de wereld, zei hij tegen zichzelf, zachtjes, maar toch, hier kan ik niets mee. Uiteindelijk zat onder die hoop te veel niet aangepakt en opgelost leed. Te veel enkel hoop, niets dat lijkt op geluk, niet iets om naar uit te kijken. Hij wist nu zeker: Het verhaal diende over geluk te gaan. Geluk dat diep in de hoofdpersoon zit, dat hij nog niet kent, dat stil ligt te wachten tot het voorzichtig wordt aangeboord, wakker gekust als het ware. Daar moet in zijn leven iets voor gebeuren. Nu nog even uitzoeken wat en hoe. Hij vouwde zijn laptop open. Nu nog op zoek naar een pakkende opening. Terwijl hij zijn vingers naar het toetsenbord bewoog, hoorde hij de brievenbus. Hij stond op, liep zijn werkkamer uit de gang in. Op de deurmat, zag hij, lag een envelop met een zwarte rand. Het was de rouwbrief die hij al een week of wat verwachtte.