Eksters

Volgens mij zijn eksters nogal arrogante vogels. Type kijk-mij-eens-en-probeer-me-niet-te-intimideren-want-ik-pak-je-terug. Dus. Nou, we hebben hier een nogal indrukwekkende paardenkastanje tegenover ons appartement staan. Daar had een koppel eksters vorig jaar een stevig ogend nest. Maar, dat heeft zich in de loop van de herfst en de winter takje voor tak moeten overgegeven aan de wind. Dat ging zo langzaam dat ik dacht dat die twee dit voorjaar een mooi fundament voor een nieuw nest zouden aantreffen. Niet dus. En nu zijn ze bijna radeloos dagen lang op zoek geweest naar een geschikte takkenvork. Ze vlogen boom in, boom uit, hopten de hele boom tientallen keren in alle richtingen door, gingen zo nu en dan in een dakgoot ernstig naar hun boom zitten kijken totdat ze – voor ons – rechts bovenin het ideale plekkie leken gevonden te hebben. Opvallend: Het is niet het plekkie van vorig jaar. Was het dat maar geweest. Nu vliegen ze af en aan met takje na takje maar geen enkel heeft nog kunnen aarden in de gekozen vork. Al twee dagen lang zie ik niets dan klunzige pogingen tot nestbouw. Ongetwijfeld zijn eksters goede nestbouwers – dat van vorig jaar hield lang stand, immers – maar de gekozen vork lijkt niet mee te willen werken. Onder de boom liggen inmiddels genoeg takjes en takken om een comfortabel nest mee te bouwen. Ik heb met die twee te doen. Misschien moeten ze het door hen gekozen plekkie in de boom heroverwegen. Wat ik vind: Het past niet bij hun branie, dit klunzen.

#wordtvervolgd

Zelfscankassa

Er wordt nogal wat afgeschreven over de zelfscankassa, de laatste tijd. Begon het met het bericht over het toegenomen aantal gevalletjes diefstal waarvan Jumbo een aantal weken geleden melding maakte? Hoe dan ook, afgelopen weekeinde maakte Volkskrant Magazine er een flink aantal pagina’s aan vuil. Daarin kwamen wat dieven uit overtuiging aan het woord. Ze wisten allemaal dat ze fout zitten met hun gedrag maar hebben uiteenlopende argumenten zich er toch kiplekker bij te voelen. Het bontst maakte het een mevrouw die zich in haar rol als dievegge een moderne Robin Hood waant. Ze sarde er de allerrijksten mee, toch? En ze kocht vaak ook ook iets voor een dakloze die buiten staat. Ja, ze had ook wel een soort van schuldgevoel maar dat was dan vooral richting medewerkers, al dan niet van kleur. Die manipuleerde ze en dat kon omdat ze behoort tot de wegens wit zijn geprivilegieerden. Maar ermee ophouden, nee dat niet want Ik heb echt schijt. Wat ze niet meenam in al haar overwegingen was dat uiteindelijk wel betalende medeconsumenten de rekening voor haar gedrag betalen.

Kort

Heel even, heel kort. Vandaag heeft een journalist van de Limburger het over heemlozen. Een wijk in Venray wenst geen flexwoningen voor onder andere heemlozen in de buurt of in de buurt van de buurt. Maar, het bijvoeglijk naamwoord heemloos bestaat niet in het Nederlands, evenmin het zelfstandig naamwoord heemloze. Althans, de taaladviesdienst van Onze Taal geeft geen sjoege, geeft niet thuis, vindt niets in zijn database als je heemloos of heemloze intikt. Een Duits woordenboek vermeldt enkel heimlos, het bijvoeglijk naamwoord dus. Hier heeft een redacteur zich weer eens laten verleiden zich zonder na te denken te laten inspireren door zijn streektaal, een van de varianten van het Limburgs, aanhakend aan Duitse invloeden. En daarbij heeft hij ook zijn eigen creativiteit aangeboord. Ik heb in al mijn Limburgse jaren nooit iemand het woord heemloze horen gebruiken als dakloze werd bedoeld. De Duitser spreekt dan van Obdachloser, übrigens.

Moment

Die ochtend werd ze wakker met een groot verdriet. Ze kende de aanleiding niet en dat maakte haar onzeker en duizelig. Het moest haar overkomen zijn in haar laatste droom van die nacht. Voorzichtig overeind komen. Ze bleef lang op de rand van het bed zitten. Haar ogen prikten. Ze stond langzaam op, liep naar het raam en trok het rolgordijn omhoog. Het uitzicht over het dal was groots. Het licht van de nog laagstaande zon scheerde over de bevroren weiden nadat het zich in het bos daarachter in lange strepen tussen de zware stammen en kale takken van de oude bomen een weg had gebaand. Niets bewoog, zo van een afstand. Ze keek naar een foto. De tijd gevangen in een moment. Maar, hoe groots ook, het veranderde niets aan het verdriet. Dat had zich losgemaakt van het moment. Ze draaide zich om en liep naar de tafel. Haar ogen bleven prikken. Deze dag zou lang gaan duren.

Bossche bol

De zon scheen en de terrassen op de Markt die op het zuiden liggen, zaten stampvol. Het duurde even maar toen we eenmaal een plek gevonden hadden kon wat ons betreft de lente beginnen. We bestelden koffie. En iets te eten. Aan het tafeltje naast ons zaten twee echtparen. Dagjesmensen, net als wij. Niks mis mee, maar zij waren hier voor de plaats waar we waren: Den Bosch. Ze spraken een variant van Engels, zacht, bescheiden als Engelsen uit het boekje. Wij waren er omdat we in een nogal speciale winkel moesten zijn. Zij waren hier, dacht ik, ook voor de Bossche Bol. En ze dronken koffie verkeerd. Veel melk in de thee, dan ook in de koffie. Engelsen. De eenheid van keuze voor deze versnaperingen leek me het ultieme bewijs dat een reisadvies hen naar dit terrasje had geleid. Werden ze er gelukkig van? Bossche Bollen worden geserveerd op ondermaatse bordjes met onhandig ondermaatse messen en vorken. Het was een uitdaging niet onafgebroken te kijken naar de slachting die de vier keurige Engelsen op hun bordjes aanrichtten. Voor ons een van de redenen om nooit in het publieke domein aan te vallen op Bossche Bollen. Chocolade en slagroom all over the place. & the face! Als je de verleiding van het eten van een Bossche Bol echt niet kunt weerstaan en alle vlekken voor lief wilt nemen, dan is ons advies: Eet een Bossche Bol thuis aan een met plastic afgedekte tafel en een beddenlaken om. Bijkomstig geluk: Je douche is om de hoek. Goed, dat komt allemaal in een bekommerd hoofd voorbij als aan een tafeltje naast je op een terras op de Markt in Den Bosch vier keurige Engelsen doen wat hun reisgids hen adviseert. En toen kwamen gelukkig het broodje gerookte zalm en de salade geitenkaas.

Bußgeld 4

Bericht uit Karlsruhe: de zaak is geseponeerd. Ons verweer heeft dus gewerkt. Zie ook de berichten Bußgeld 1, Bußgeld 2 en Bußgeld 3 op respectievelijk 27 en 28 februari en 2 maart.

Tandarts

Het was niet druk in de wachtkamer van de tandarts. Het is een nogal spierwitte ruimte. Ik krijg het er altijd wat koud. Uit een van de behandelkamers kwam eerst een rollator en daarna een zeer broze, oude dame in een opvallende, gele jurk. En met een creatief knotje en een nogal erg aanwezige designer bril. De rollator was blauw. Ik kon me niet voorstellen dat deze mevrouw nog iets bij de tandarts te zoeken had. Ik vond dat een kwalijke gedachte. Maar, gedachtes zijn lastig terug te draaien. En zolang ik hem niet had uitgesproken, kon de dame zich ook niet beledigd voelen. De oude dame schuifelde naar de balie, terwijl een wat bozig kijkende oudere jongen, geheel in legergroen gestoken, ook in de wachtkamer, opstond en zich bij haar voegde. Ik schatte hem in als een zoon die voor de gelegenheid was opgetrommeld. Ma moest naar de tandarts en dus was hij vanochtend zeer tegen zijn zin zijn moeder gaan ophalen. Dadelijk zou hij haar weer norsig bij haar huis afzetten. Hij zou nog even blijven kijken hoe ze haar huis zou binnengaan, maar daarna zou hij ook weer gas geven, snel naar huis. Genoeg de goede zoon gespeeld. Of woonde hij nog bij haar in? Kookte zij nog elke dag voor hem en deed zij zijn was? Maar goed, nu moest er een nieuwe afspraak worden gemaakt. Ja, voor over een half jaar. Ik vond het wat ver weg, over een half jaar, voor zo’n oude dame. Leefde ze dan nog wel? Ik schrok er zelf van. Ik realiseerde me, ik had geen beste dag, wat gedachtes betreft.

Scurati

We gingen even naar Maastricht. Soms moet dat. Zeker zo lang dat nog kan. Want elke dag kan alles anders zijn. En als het even kan, gaan we naar de Boekenkelder. @boekenvoormensen. Ik wilde kijken of ik er boeken van Antonio Scurati kon vinden. Ik ken van Twitter, nu X, @Turiddu die van wortelswege zwaar Italiaans is angehaucht en hij is nogal weg van Antonio’s werk. Met name de drie romans die over Mussolini gaan en daar was ik naar op zoek. Ik had AI, aka KI, willen vragen daar een tekstje over te schrijven maar ik heb toch maar gewoon zelf even wat van internet gejat. In deel 1, M. De zoon van de eeuw, beschrijft Scurati met afschuw en fascinatie hoe de opportunistische Mussolini, hongerend naar macht en seks, zich van 1919 tot 1924 leugenachtig en instinctmatig van socialisme naar fascisme beweegt. In deel 2, M. De man van de voorzienigheid, beschrijft hij aanstekelijk en psychologisch treffend de periode van 1925 tot 1932, de eerste jaren van Mussolini als Duce: de jaren waarin de democratie verdween. En dan in deel 3, M. De laatste dagen van Europa, de periode van 1938 tot en met 1940: het hoogtepunt van het zelfbedrog van fascistisch Italië, dat buigt voor de rassenwetten en het bondgenootschap met nazi-Duitsland. Dat dus, en volgens mij sowieso lezenswaardig, al was het maar omdat het historisch zeer relevant is. Ook gezien de verhoudingen in Europa met de naderende verkiezingen en de in de polls stijgende prinsen en prinses die sneeuwwitje dreigen wakker te kussen. Maar, er waren geen Scurati’s. Waar ik tussen de op alfabet gesorteerde S-boeken wel op stuitte: Bestseller van Paul Sebes. Hij is volgens de achterflap ‘de succesvolste literair agent van Nederland’. Het verscheen in 2010. Het boek vertelt de aankomende schrijver hoe je een boek kunt schrijven en hoe je je als schrijver bij uitgevers kunt verkopen, lees: succesvol introduceren. Het is een puntgaaf exemplaar, nooit opengeslagen, met geen vouwtje belast, met geen spoor van gretig lezen gelukkig gemaakt. Maar, het is wél uitgegeven. Soms vraag ik me af wanneer je jezelf schrijver mag noemen. Als je schrijft of als je uitgegeven bent? Volgende keer weer op zoek naar Scurati.

Museum

Vandaag was de opening van het Holocaustmuseum in Amsterdam. Er waren protesten. Tegen de ellende die de staat Israël aanricht in Gaza en op de Westbank. In mijn denkraam heb ik altijd de staat Israël gescheiden van het Joodse volk. Het Israëlitisch staatsbestel, de rechtstatelijke entiteit als iets anders dan de Joodse mens. Een democratisch gekozen regering van welke samenstelling dan ook als iets anders dan de Joodse mensen, wereldwijd. Ik vind dat een lastige exercitie. Zeker in dit tijdsgewricht. Tegelijkertijd is juist het tijdsgewricht belangrijk. Juist vandaag ook. Het is zaak gebeurtenissen van toen, gepresenteerd in een museale, monumentale omgeving te gedenken in het perspectief van toen, vanuit een menselijk standpunt. Het onrecht van toen, het leed van toen, het mag niet vergeten worden. Het was en is leed van mensen van toen – en vaak ook van hun nazaten, onze medemensen – waar wij bij stil moeten staan. We moeten het blijven voelen. Het is tegelijkertijd ook een universeel leed dat mensen steeds weer blijven aanrichten, met name met religieuze, ideologische of staatkundige redenen, meestal vanuit een zucht naar macht. Dat gaat nooit over. Echt niet. En al helemaal niet in het Midden-Oosten. Hoe lastig ook, ik wil blijven proberen de staat Israël en de Joodse mens niet op één hoop te gooien.

Zelfhulp

O jee, er is goede zelfhulp en slechte zelfhulp, hoor ik net van een psycholoog op televee. De slechte is te denken dat je jezelf gelukkig kunt denken. En dat als je je dan vervolgens niet gelukkig voelt, dat dat dan aan jou ligt. Dan keert zelfhulp zich namelijk tegen jezelf. Dan blijf je je ongelukkig voelen. Het aardige is natuurlijk dat jij jouw zelfhulp uit de adviezen en boeken en podcasts van anderen haalt. Zelfhulp is dus op de eerste plaats iets wat anderen voor jou bedenken omdat jij vindt dat je jezelf niet kunt helpen. Die anderen zeggen in de kern dat jij jezelf moet zijn. Dat je vooral moet doen wat je wilt doen en niet wat je moet doen. Moet doen.