Beeldend

Het voelde als een platgebrande akker, zegt de jonge Russin in de reportage over de tijd en ruimte na de dood van Navalny. Dat vond ik erg beeldend. Ik vind dat Russen sowieso nogal beeldend zijn. In een wereld waarin het niet gebruikelijk is gewoon te kunnen zeggen wat je wilt, zonder dat je een geweer in je handen hebt, moet je wel, denk ik dan. Op camera kijken ze vaak ook alsof ze ook ogen in het achterhoofd zouden willen hebben. Het is van een ongelooflijke treurigheid dat burgers niet de vrijheid voelen onomwonden te zeggen wat ze op het hart hebben. Als kijker ben je daardoor geneigd de burgers die wel hun steun uitspreken voor een regime dat zichzelf puur repressief in het zadel houdt, niet meer serieus te nemen. Meen jij dat écht, wat je nu zegt of zeg je het enkel omdat je bang bent voor vrijuit spreken? En zo ontstaat literatuur, uit de noodzaak te spreken in beelden, door te liegen over je werkelijkheid, door in het midden te laten waar de waarheid ligt.

Gedenkboek

Er was ook een foto van zijn vijfde klas op de lagere school. De foto was genomen vanuit de hoek waar de lessenaar van de onderwijzer stond. In de banken de kinderen van zijn klas. De bank waar hij altijd zat, vlak voor de lessenaar, was op de foto niet zichtbaar. Dat had de lens niet aangekund. Hij stond daarom achterin de klas, naast de onderwijzer. Onder de foto de namen van de kinderen in een volgorde die gemakkelijk aanhaakte bij hun plaats in de klas. Waar zijn naam had moeten staan, schitterde een vraagteken. De schrijver van het gedenkboek had zijn naam niet kunnen achterhalen, zoveel was duidelijk. Hij stond dan wel op de foto maar hij was ook ergens zoekgeraakt.

Eksters 3

Ze hebben het opgegeven. Al een paar dagen is het koppeltje eksters niet meer actief in de paardenkastanje tegenover ons appartement. We konden het wel zien aankomen maar het is desondanks een grote teleurstelling. Er komt geen nest. Geen nieuw nest, in elk geval. Of het moet nog heel raar lopen. Of vliegen, hè, want eksters, want vogels. Anderhalve week lang hebben ze hun uiterste best gedaan om een nest te bouwen in de boom van hun keuze, de vorkentak van hun keuze maar het resultaat is slechts een tapijt van takjes aan de voet van de boom. Maar daar maakt een dezer dagen zeker de blaasploeg van de gemeente komaf mee. Die blaast wat een nest had moeten worden op een hoop en dan komt de grote slurper om de illusie van een nest definitief te ruimen. Maar wat een raar stel. Een hele boom als biotoop opgeven omdat je in één vorkentak geen nest gebouwd krijgt.

Hulpverleners

Hulpverleners liggen onder vuur. Bijna letterlijk. Of wellicht echt letterlijk. Er is een categorie volk dat meent dat het normaal is ongenoegen – welk ongenoegen dan ook – te vertalen in (excessief) geweld. In Brussel rijden boze boeren met tractoren in op politiemensen, uitgaanders storten zich op ambulancepersoneel, hooligans gooien stenen en verder alles wat voor de hand ligt naar ME’ers, omstaanders hinderen brandweerlieden bij het blussen. Er is een hele veiligheidsindustrie – vanuit overheid en privaat – opgetuigd om ongewenst gedrag te voorkomen – sowieso verontrustend – waarbij de politie vooral in het hogere spectrum opereert. Laat ik vooropstellen: Ik begrijp ongenoegen – al snap ik vaak niet van hoe diep het komt en zo kan overkoken – maar wat ik niet begrijp is de manier waarop het een uitweg zoekt. Geweld is echt de laatste kaart die je uitspeelt. Altijd, overal. Geweld in het publieke domein is geen lolletje zoals het dat in de boksring of de vechtkooi is. Als je met al je ongenoegen in het publieke domein op stap gaat met middelen als messen, tractoren, hamers, stokken of getrainde vuisten, dan heb je een bedoeling: ze gebruiken. Of je neemt minstens – willens en wetens – een risico. Dan wil je als het uitkomt beschadigen, vernielen, verwonden en neem je ook het risico iemand dood te slaan. Stel dat je wordt opgepakt omdat je bent losgegaan op hulpverleners, dan zou het openbaar ministerie mogelijk per defintie kunnen inzetten op poging tot doodslag. Kort door de bocht. Maar, als dat per definitie zo is, zou dat wel tot minder (excessief) geweld tegen hulpverleners leiden, lijkt me zo. Met poging tot doodslag wil je niet voor het hekje staan, toch? Ook niet als de rechter mogelijk minder ziet in je gedrag?

Prullaria

Het is niet iets om je echt zorgen over te maken, maar toch. Kerstmis is het verhaal van de geboorte, Pasen van het sterven en verrijzen van Christus. Maar, Kerstmis is ook kerstboom, lichtjes, kerstman, kerstmarkten en veel, veel, heel veel prullaria. En nu waren we met Pasen ook al goed op weg met paastakken, eieren, chocolade eitjes en de paashaas het paasverhaal onbelangrijker te maken, ik heb het idee dat we ook hier prullaria next level gaan bereiken. Heel, heel veel onzin in de kleursoorten pastel en neon. Gaan tuincentra binnenkort in de aanloop naar Pasen speciale afdelingen inrichten? Komen er paasmarkten? Ontwikkelt Pasen de zich de komende jaren ook tot prullariafestijn? Ben benieuwd.

Zaterdag

De zon schijnt nogal vanochtend. Achter het glas voelt hij warm. Ik sta nu tien minuten voor het raam naar buiten te kijken en zie hoe de dagelijkse gang van zaken zich ontrolt.

  • De man met de vreemd geconstrueerde fiets vol vering die zo ontzettend langzaam rijdt dat je denkt dat hij er elk moment mee om kan vallen, heeft die fiets voorzichtig tegen de muur van de bibliotheek gezet. Daarna is hij op het bankje naast de bieb lekker in de zon gaan zitten. Dadelijk zal hij de bibliotheek inlopen en daar – vermoed ik – de krant gaan lezen. Misschien drinkt hij er ook een kop koffie. Uit de automaat.
  • De man van de witgoedwinkel tegenover ons heeft beide deuren opengezet en staat in een van de openingen, sigaret in de mond, op zijn telefoon te kijken. Die telefoon ligt in zijn hand gekleefd, ik zie hem eigenlijk nooit zonder. Wat gebeurt er toch allemaal in die telefoon?
  • Op het pleintje voor de bibliotheek is er de gebruikelijke zaterdagse rondedans van automobilisten die op zoek zijn naar een parkeerplek. Het is een wonder dat er niet voortdurend opstootjes zijn. Ik was eerst, nee, ik was eerst, nee ik! Dat komt doordat de omloopsnelheid hoog is. Er komt bijna altijd wel net een plekje vrij. Ook op zaterdagmorgen als er behalve veel bezoekers van het centrum ook veel animo voor een vers boek bij de bibliotheek is.
  • De man van de winkel waar je werkkleding kunt kopen heeft net weer een sigaret in de put voor de winkel gegooid. Hij komt met grote regelmaat de straat op, rookt min of meer gehaast een sigaret, loopt naar de put, bukt, houdt zijn hand boven de put en laat de brandende peuk vallen.
  • Bij de Turkse kapper is het weer hoogmis, de mannen lopen in en uit voor hun wekelijkse knip- en scheerbeurt. De kapper heeft ook een sociale functie. Voor de zaak staan ook nu weer mannen te praten. Vrouwen zie je er niet.
  • Het busje van DHL staat weer eens op de stoep geparkeerd. De alarmlichten – sorry, sorry, ik weet het, ik mag hier eigenlijk niet staan, ik ben zo weer weg – aan, de deuren van het laadruim open. De chauffeur komt uit de winkel voor werkkleding. Hij heeft er pakjes achtergelaten, de winkel is ophaalpunt, en hij heeft retourpakketten opgehaald.
  • De eksters in de boom tegenover het huis zijn moedeloos. Het lukt ze almaar niet een fundament te leggen voor een stevig nest. Ze lijken wel duiven. Die kunnen ook geen nesten bouwen.
  • Een boom verder probeert een manduif een vrouwduif tot paren te verleiden. Het is een hopeloze missie. Duiven zijn onhandig met dagelijkse dingen.
  • Dadelijk loop ik naar de koffiemachine en maak ik een kop koffie. En ik zal de krant uit de brievenbus halen, beneden in de hal.

Citaat

Mensen dumpen nog altijd te veel afval in natuur citeert het plaatselijke nieuwsblad een vrijwilliger die in het kader van NLdoet in de openbare ruimte aan het opruimen was gegaan. Het is een wonderlijk citaat want het suggereert dat afval dumpen in de natuur oké is zolang het maar niet te veel wordt. Veel kan nog, daar kunnen we mee leven, dat kan de natuur wel hebben, maar teveel niet meer. Ook suggereert het dat dumpen buiten de natuur de voorkeur heeft. Terwijl bovendien de keuze voor het woord dumpen suggereert dat er sprake is van een handeling die je eigenlijk sowieso niet zou moeten willen. Het woord dumpen gebruik je als je niet echt vriendelijke bedoelingen hebt. Je dumpt je vriendin of vriend, bijvoorbeeld, en dat klinkt niet alsof je de relatie in pais en vree beëindigd hebt. Of je dumpt olie op de wereldmarkt: onder de prijs dus. Echt, er slaan aan alle kanten vlammen uit dat citaat. Daar is niet over nagedacht, lijkt me zo.

Chocolade

Elk voorjaar neem ik mij voor geen paaseitjes te eten. En vooral ook ze niet te kopen. Want dat gaat eraan vooraf. Maar toch, iets met zwak vlees. Ik heb er nu, terwijl ik dit geschreven heb en even daarvoor, een stuk of vier uit hun zilverpapieren schilletjes gepeld en opgegeten. Er is echt geen kruid tegen gewassen, tegen de verleiding van chocolade in deze vorm, in deze tijd van het jaar. Wat ik wel kan is het uitstellen van de aanschaf ervan. Ook dat kost kruim, maar het lukt. Maar Pasen nadert nu echt en chocolade dient zich in de schappen van de winkels net zo vanzelfsprekend aan als elke dag meer daglicht. Dus, op een gegeven moment – vandaag dus – is het hek van de dam. Dan houd ik het niet meer. Dan is er diep in mij een soort van monster, zeg maar liederlijke hebberigheid, gegroeid waar vooral het gezond verstand niet langer weg mee weet. Ik weet verdomd goed dat er van alles in mijn lijf niet blij van wordt maar dat alles zit niet meer aan de knoppen. Daar zitten bij het niet langer aarzelend maar zeer merkbaar lengen van de dagen de broertjes zoetzucht, zwakwil en plukdedag, de Kwik, Kwek en Kwak van koning suiker. Zij bepalen, zwaar tegen mijn wil, anderhalve week lang mijn lot. Het zij zo. Vooral blijven bewegen, zeg ik voortdurend tegen mij.

Hans

Hij trekt nog door het land, Hans Dorrestijn. We gingen vanavond – het is zijn laatste tour – nog maar eens kijken naar die vleesgeworden lijdzaamheid, somberheid en rampspoed. Het was een optreden zonder pauze en dat was maar goed ook want anders waren we toen weggegaan. Hans zou er zeker en vast hartelijk om gelachen hebben want hij kan humor zien in alles wat een mens aan ongemak op het pad komt. Zelf zei hij: Het houdt een keer op. Hij bedoelde: na vanavond of op het moment dat mijn tour voorbij is. Mijn ongemak vanavond was dat het echt al eerder opgehouden was. Het sterkst was Dorrestijn vanavond toen hij het spotlight zette op zijn hem en ons allen ontvallen collegae in het cabaret en wat oude krakers uit zijn archief lichtte. Desondanks: Hij had als vanouds de zaal mee. Ook omdat hij de kaart van zijn gevorderde leeftijd groots uitspeelde. Leuk oudje.

Eksters 2

Het wordt, denk ik, niks met dat eksternest in de boom tegenover ons appartement. Het eksterpaartje slaagt er maar niet in de takken en takjes die het maar aan blijft slepen op hun plek te krijgen in de takkenvork van hun keuze. Onder de boom, ik schreef het gisteren al, een groeiende hoeveelheid hout die voor hun nest bedoeld was. Ze hoeven in principe niet ver meer te vliegen. Het bouwmateriaal ligt voor het oprapen. Ik vraag me af waar de klunzigheid van de twee geliefden toe gaat leiden. Een nieuwe takkenvork kiezen lijkt mij de meest voor de hand liggende optie. Ik ben namelijk bang dat dit, als het nog een paar dagen doorgaat, op een scheiding uitloopt. Tenzij het team van Help, mijn man is klusser, ook voor vogels aantreedt. Één plankje op de juiste plaats kan het verschil maken.