De peuter blijft een nachtje slapen. Hij is tweeënhalf jaar en ziet daar op zijn manier tegenop. Hij blijft vandaag weliswaar na het vertrek van zijn mama vrolijk achter, dat kennen we van als hij een paar uurtjes bij ons is, maar een nacht blijven slapen, dat is andere koek. De vrolijkheid zal niet blijven duren. Maar, er valt met het joch te praten. Hij zegt dingen als: Dat snap ik. En als hij iets beweert dan eindigt hij met: Ja toch? In de loop van de middag, we kijken naar wat suffe filmpjes over graafmachines en tractors op YouTube, hij zit naast me op de bank, lekker tegen me aan, als hij buikpijn meldt. Hij wil naar mama, maar dat kan niet want mama en papa …… Ik snap het, zegt hij. Papa bellen. Maar, papa ……. Ik snap het, weer. Een half uur later heeft hij zes duploblokken (dikke, twee bij vier) op elkaar gestapeld. Hij houdt het pakketje tegen zijn rechteroor. Hij zegt: ik ben nu bij L. en Paul. En daarna: We gaan dadelijk eten. En: Paul heeft voor mij een toetje gekocht. Ik vraag: Jij hebt papa gebeld? Hij knikt ja. En ik zie dat hij zich een beetje verlegen voelt. Schatje.