Vrijdagmiddag, Eindhoven, bomvolle terrassen, zon. Winkels vol koopgraag volk. Mensen van alle leeftijden. Het roept bij El en mij vragen op. Moeten die mensen niet werken? Moeten ze niet naar school? Zijn er geen colleges, werkgroepen? Moeten ze niet op hun kamertje of in een bibliotheek zitten studeren, hun huiswerk maken? Hebben ze geen vrijwilligerswerk te doen? Vandaag geen mantelzorg? Hoe verhoudt zich dit tot de arbeidsproductiviteit en het gaande houden van de samenleving, afgezien van horeca, middenstand, hun leveranciers en producenten? Zijn dat vragen die je mag stellen als je zelf ook maar wat ongericht loopt te keutelen? Ik denk het wel, want elke vraag mag gesteld, maar niet op elke vraag is er een afdoende, zinnig en bevredigend antwoord. En er zijn ook impertinente vragen, grenzend aan onfatsoen. Want: Kijk eerst naar jezelf. Soms voelen we ons schuldig dat we die vragen wel stellen maar in de strikte zin van het woord niet meer werken, dat onze bijdrage aan de samenleving economisch naar verhouding weinig meer voorstelt. Dat we met de energie die we nog hebben economisch nauwelijks meerwaarde creëren, vooral met consumeren bijdragen en in de marge maatschappelijke hand- en spandiensten verrichten, vooral als we dat leuk vinden. Wat we leuk – en ook wel nuttig – vinden, bijvoorbeeld, is ter gelegenheid van de kinderboekenweek voor elk kleinkind een boek kopen. Daarom waren we in Eindhoven. Normaal gesproken kopen we lokaal maar nu wilden we weer eens een keuze kunnen maken uit een ruim fysiek assortiment. En dat kon in Eindhoven. We waren er snel uit. En daarna hadden we dus tijd om nog even door Eindhoven te kuieren en ons weer eens te verbazen over de sluier van hedonisme waar een deel van de bevolking zich in kan hullen. In de wetenschap dat dat voor lang niet iedereen is weggelegd.