Veel journalistieke programma’s, onderzoeken en projecten werken met hoor en wederhoor als uitgangspunt. Of met het gelijk verdelen van aandacht geven aan voor- en tegenstanders. Daarmee zou objectiviteit in nog te vormen indrukken en nog te trekken conclusies gewaarborgd zijn. De vraag is of alle onderwerpen of vraagstukken daarmee gediend zijn. Aan de tafel van Op1, gisteren, kwam in de loop van de uitzending die vraag levensgroot op tafel liggen. Aan het einde van de rit zaten de gesprekspartners zo mogelijk nog strakker in hun eigen gelijk vastgesnoerd dan aan het begin. Op één na waren ze allen teveel ervaringsdeskundig om de kijker behulpzaam te kunnen zijn bij het vormen van een (objectiever dan eventueel al aanwezig) beeld en/of het kanaliseren van zijn gevoelens. Het conflict in het Midden-Oosten is veel te complex en emotioneel geladen om de analyse ervan aan emotioneel te zeer betrokkenen over te laten. Het was op zich goed dat enkele omroepen – Max en EO – de urgentie van een ingelaste uitzending zagen maar de redactie van het programma had moeten weten dat het simpele hoor en weerhoor in dit geval tot niets zou leiden. Althans niet tot meer dan het louter belichten van twee kanten van een conflict. Als kijker ben je na afloop geen stap verder. Beter is in het geval van dit complexe en emotionele conflict enkel deskundigen met voldoende door wetenschappelijke betrokkenheid gevormde feitenkennis en meningen aan het woord te laten. Nu was er weliswaar een hoogleraar aan tafel maar die verdronk in het emotionele geweld. Waar ik als kijker mee bleef zitten was vooral ook de vraag wat de redactie van Op1 nou eigenlijk met deze urgente uitzending wilde bereiken. Plus overigens een enorm verdriet over het leed dat mensen bereid zijn over elkaar uit te storten. En wat betreft het conflict in het Midden-Oosten ben ik de scepsis reeds lang voorbij.