Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Er stond iemand in de deuropening, dus ik moest even wachten voordat ik de winkel in kon. De winkelier stond wat verderop, bij de kassa, spulletjes te verplaatsen. Ik zag dat hij me vanuit een ooghoek waarnam. De oude dame, kek hoedje, camelkleurige jas, boodschappenkarretje, deed een paar voorzichtige stappen opzij. Ik kon verder.
Nog voor ik goed en wel over de drempel was, zei hij: ‘Wat een kleuterklas!’
Hij rolde nog net niet met zijn ogen. Mogelijk bewaarde hij dat voor een volgend moment in de conversatie die nu kon beginnen. Hij en ik, we kennen elkaar al een tijdje. Hij kon ervan uitgaan dat ik wist wat hij bedoelde, met dat kleuterklas. ‘Zelden zo’n chaos gezien, hopeloos’, en hij zuchtte nog maar eens. Ik zag geen reden er tegenin te gaan. De oude dame luisterde geïnteresseerd mee.
Ik had zelf ook gezien hoe gemeenteraadsleden de avond tevoren weigerden met elkaar in discussie te gaan – ‘Ik praat niet met u’ – of op elk woord van de ander reageerden als door horzels gestoken of opgejaagd wild. Sprekers waren hun zin nog niet begonnen of er zat al weer iemand anders bovenop: ‘Mevrouw de voorzitter, ik hoor meneer V. ademen, misschien wil hij even uitleggen wat hij daarmee bedoelt en verder, hoe denkt hij zelf dat de provincie daarover denkt?’ En ook de onuitstaanbare tweeling geringschatting en zelfingenomenheid gingen weer eens woest rond op het schoolplein. Ik vroeg me af of de oude dame ook gekeken had. Ik schatte zo in van niet. Ze leek me wijzer. Op een gegeven moment heb je het al eens gezien.
Het ‘Een voor allen, allen voor één’ van D’Artagnan en zijn vrienden Aramis, Athos en Porthos, toch geen onbekenden in de regio, was aan de raad van de gemeente Meerssen weer eens niet besteed. Ook nu er de opgave ligt de provincie te laten zien dat de gemeente zeer haar best doet en best veel in huis heeft, zijn er raadsleden vooral druk in de weer met dat vreselijk lastig en liefst – lijkt het –onmogelijk te maken. Klagen over een gebrek aan bestuurskracht en zelf geen enkele moeite doen die te versterken. Het is een vreemd soort hang naar zelfvernietiging. Een soort van auto-immuunziekte.
De winkelier en ik waren het zeer met elkaar eens.
Het is zondagochtend, de zon schijnt, de temperatuur is aangenaam. De tuin ligt er mooi bij, de herfst mag uitdoven, de winter mag beginnen. Met buurman F. had ik het er donderdag aan het eind van de middag in de patio over – het was zacht weer, we dronken een wit wijntje – hoe we met onze gezinnen Kerstmis buiten gaan vieren, nu samen binnen zeer waarschijnlijk een probleem wordt. Toch maar iets met buitenkacheltje en vuurkorf? En glühwein en warme chocolademelk? Jingle Bells? Ik heb me lang verzet tegen al dat veel te oergezellige gedoe. Terwijl het elders in de wereld spookt. Maar je wordt wat ouder en dan mag dat wel. Denk ik. Vind ik.
Min of Meer – 18 november 2020 – week 47