Oostende

De zon, het water, het geruis,

het zand zo zacht.

En dan ook nog de zoele wind.

Het is kortom om gruwelijk

poëtisch van te worden.

/ Oostende, eerste junidagen, heet.

En op de wanden van de colonnade

van het zwembad – gechloorificeerd

én antiseptisch, dus weest gerust –

aan de eindeloze, deels hardstenen,

deels hardhouten boulevard,

dichten gereputeerde dichters

hunne lofzang op het onvolprezen

leven aan de kustlijn

die zich terugtrekt en weerom komt.

/ Gelukkig houdt de mens u

wel met beide benen op de grond, hier.

Met veel en lillend, zichtbaar vlees

en met patatten mét

en mossels, ijsjes en veel

Vlaamse en Ardeense bieren.

/ Zo is het werkelijk goed.

Ik was zelf verbaasd dat dit gedicht al bijna twintig jaar oud is. Ik schreef het 10 juni 2006. In Oostende. Ik zag en het kwam en Oostende overwon.