Het is net vier uur geweest en het begint al te schemeren. De lichten moeten aan, ik kan niet goed meer lezen. Boek van dienst is De Wintertuin van Jan Konst. Eerder op de dag maakten we een wandelingetje. Dat klinkt bejaard maar eigenlijk liepen we best flink door. De zon scheen nog en het was op een prettige manier koud. Zo mag het de hele winter blijven. We liepen naar en over het Annaterrein. Het is het terrein van de voormalige psychiatrische inrichting voor vrouwen Sint Anna. De paviljoens worden verbouwd tot residences en staetes en het gebied heet nu Landgoed Annapark. Jawel. Aanliggend is de wijk Annahaeghe verrezen. Er zijn slagbomen en hekken en hoge hagen, er is een centraal beheer met een heus kantoor dat veel nieuw groen aanplant en waar je kunt klagen over wat er mis is. Qua statuur is het nu een resort voor met name welgestelden. We bleven zo nu en dan even staan om ons te vergapen aan de nieuwste huizen. Het is de laatste jaren trend om groter en groter te gaan. Maar, we vragen ons echt af voor wie er in godsnaam al die kubieke meters onmisbaar zijn. In De Wintertuin is de Tweede Wereldoorlog net afgelopen. Het woningtekort is als gevolg van oorlogsschade en (gedwongen) volksverhuizingen niet te overzien, mensen die elkaar niet kennen moeten samenwonen in huizen die daar niet echt op berekend zijn. De Wintertuin speelt zich af in de omgeving van Dresden maar ik weet uit mijn eigen jeugd, dat vlak na de oorlog mijn ouders in Den Haag ook inwoning hadden. Er was ook daar een tekort aan woonruimte. En nu leven we ook in een tijd dat het woningtekort schrijnend is. Dan zijn al die voordeuren met daarachter onwaarschijnlijk en onnodig veel kubieke meters bijna obsceen. Toch is er geen enkele politieke partij die op dit moment aanstuurt op woning delen.