Montbrun – weer herbezocht

Kortebroekenweer. We lopen naar Montbrun en weer terug. Het is eindelijk het weer dat je hier in de aanloop naar de zomer verwacht. Strak blauwe lucht, zacht windje. Om twaalf uur het luiden van de kerkklok dat in het hele dal te horen is. Het is het geluid van de erfenis van eeuwen katholicisme: het Angelus. De zwaluwen vliegen hoog. Het zijn er alleen niet zoveel als we twintig, dertig jaar geleden zagen. Is onze indruk, we zijn immers niet van de vogeltelling. Voor het terras van de bar-tabac, we zitten er aan de koffie, stopt een autootje van Laposte.fr. Her en der gaan poststukken in brievenbussen. Ik moet denken aan de film van en met Jacques Tati: Jour de Fête. Op YouTube vind je voldoende fragmenten uit die film om een idee te krijgen van de idylle van het Franse platteland in de jaren vijftig/zestig van de vorige eeuw. Van de ongelooflijke charme ervan. Een hoofdrol is weggelegd voor de postbode, dan nog op de fiets. Die film heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de populariteit van Frankrijk als vakantieland. Of wij nooit gedacht hebben aan een huis in Frankrijk, vraagt de patron van het paradijsje met daarin Villa Fleury, hier in Montbrun, in het wijkje met de naam van paddestoelen. Zeker hebben we zoiets overwogen. Maar de gedachte altijd naar dezelfde plek in Frankrijk te gaan, misschien wel het idee te moeten gaan, dat stond ons tegen. Ik zou trouwens niet weten waar we dan in Frankrijk zouden moeten landen. We zouden geen keuze kunnen maken. Dat is een van de redenen. De belangrijkste ook. De andere zijn minder interessant. Nog steeds lees ik in Moeder, na vader van Gerbrand Bakker. Op bladzijde 270: ‘Maar (ook) mijn vader leerde me dat sterven te doen is’ Hij schrijft daar nóg allerlei belangwekkends over; mij doet het denken aan wat ik tegen mijn lieve L., toen behoorlijk zwanger van onze oudste, zei, vlak nadat mijn vader overleden was. We hadden met z’n tweeën uren aan zijn sterfbed gezeten en gehoord hoe de laatste lucht hem ontsnapte. Dat hij me in ieder geval geleerd had hoe je kunt sterven. Dat er na een periode van verzet en strijd, daarna onmacht tot overgave, vervolgens kalmte komt. Ik ben niet gelovig, na hier houdt het op, sterven is dus vooral loslaten. Alles, ook verwachtingen. Wat dat betreft hadden en hebben diehard katholieken écht nog iets om naar uit te kijken, met als devies: ‘In te domine speravi’ – ik stel mijn vertrouwen in u, Heer – overigens ooit prachtig op muziek gezet door Josquin Desprez. Ook te vinden op YouTube. Ouwe muziek, maar wel heel goede! Je mist iets als je niet even luistert. Ben trouwens wel benieuwd naar hoe het Berlusconi momenteel vergaat. Of hij als katholieke Italiaan na de staatsbegrafenis in de dom van Milaan zijn in de Heer gestelde vertrouwen kan verzilveren met een presidentiële plek in de hemel. Andrea Vreede, deskundig als het om Italië, Rome en vooral ook de Katholieke kerk gaat, heeft er een hard hoofd in, getuige haar tweet: ‘Aartsbisschop Mario Delpini zet een glashelder en zeker niet lovend portret neer van #Berlusconi: als levensgenieter, zakenman en politicus. Een man die nu voor het oordeel van God staat. Het kwam aan bij de familie naar hun blikken te oordelen.’