Een vlieg is pas echt dood als er prut uit komt. Dit nog even naar aanleiding van het vlieg doodslaan van gisteren. Vliegen blijken zich na een fikse klap met de mepper in veel gevallen goed te herpakken. Ze zijn even verdoofd, schudden zichzelf als een hond die uit het water komt en hup, ze zijn weer vliegklaar. En jij moet weer opnieuw beginnen met jagen. Totdat er prut uitkomt, dus. De berichten waren dat het vandaag weer heel nat zou worden maar vanochtend schamelde ondanks dat zo rond een uur of negen toch nog een zwak zonnetje door een dun wolkendek. We rijden naar Sault, naar de markt. Voor kip, olijven en groente. En voor de ambiance. Na alle jaren dat we in Frankrijk komen, zijn we daar nog steeds wel gevoelig voor. We hebben ze in de loop van de tijd zien veranderen in vooral artisanal en touristique. We hebben de illusie dat we kunnen zien wie hier van origine woont, wie hier een tweede huis heeft, wie doet alsof dat zo is, wie voor het eerst de Franse sfeer savoureert, wie niet voor de markt maar voor de gevels, de kerken en overig cultureels is gekomen. Makkelijk te herkennen zijn de sportievelingen, toevallige passanten, even uitrusten en dan weer verder. Op de Place du Marché aan de Rue Porte des Aires strijken ze neer op de terrasjes, samen met de fietsers en de wandelaars. En met ons. Vandaag zeer opvallend aanwezig: een wel heel bolle fietsende buik op een prachtige, vlammend rode Trek. Het blijkt een elektrische. Hij mag bij het Café du Siècle aan de stroom. Het bedwingen van de Ventoux en omliggende heuvels van je bucketlist schrappen mag wat kosten. En voor de kenners onder jullie: elektrisch en dan ook nog 36 tandjes voor en 28 achter. Pffff. Als wij op de Place du Marché arriveren, is de troubadour van vorige week al muzikaal actief. Aan de rand van het plein zijn drie jonge vrouwen hun haar in staarten aan het vlechten. Een winkelruit in de rol van spiegel. Daarna kan de fietshelm op. De fietsen beladen met bagage. Ze zijn klaar voor wat de volgende etappe wordt. Ik zou best willen weten waar die naartoe gaat, zoals ik stiekem nieuwsgierig ben naar iedereen op dat pleintje bij het gemeentehuis. Naar alle verhalen die opgeslagen zijn in al die mensen. In hoofden, harten, lijven. Naar hun ziel. Maar ik overdrijf. Een beetje schrijver denkt dat zelf allemaal bij elkaar. Na onze café allongé met pain au chocolat trappen wij af naar de Intermarché aan de rand van Sault. Daar geen controle van onze tassen*. Wel veel gepiep bij het passeren van de detectiepoortjes. Maar niemand die er wakker van ligt. En nee, weer niets gestolen.
*zie Vaison-la-Romaine