We moesten er maar eens overheen lopen, over de kermis. Je moet weten, het is niet ons ding. Maar, we vinden dat we dat ding ook niet links kunnen laten liggen. We kijken vanuit ons appartement uit over de daken van belendende bebouwing, hebben altijd uitzicht op de toren van de Grote Kerk van Venray. En nu, vijf dagen lang, ligt naast die kerk een groot deel, het noordelijke, van het kermisterrein. En daarmee hebben we ook de twee hoogste attracties in beeld. Het zuidelijke deel van het terrein ligt hier zo goed als om de hoek. We hadden al de hele middag mensen zien lopen naar waar het te doen is. Daar maar achteraan, dus. Het was druk bij de attracties op het plein. De terrassen zaten vol. Op de kermis zelf veel ouders met kinderen, oma’s en opa’s die de portemonnee trekken. Kleine kinderen voor wie het allemaal nieuw is, ook huilend omdat de glijbaan te hoog is en de rit naar beneden te snel. Ik moest denken aan de kermis, klein kind in Vught. Mijn oudste zusje stapte overal onbevangen in, grote pret, ik durfde niet. Ik werd misselijk in de draaimolen. Ik vond het ook raar om almaar rondjes te draaien en dan elke keer als je ze weer zag naar je ouders te zwaaien omdat zij steeds naar jou zwaaiden. Waar ging dat over? Ik zag ze de hele dag al en dan zwaaiden we nooit naar elkaar. En als we elkaar even niet zagen en dan even later weer wel, ook niet. Ik voelde me op een plek waar ik niet wilde zijn. Ik werd ook al misselijk van thuis op de schommel, ik schommelde nooit en moest ik me dan als het kermis was wel aan draaien en zweven overgeven? Dacht het niet. Toen al niet. Één keer heb ik mij laten verleiden in een achtbaan te stappen. Ik was een jaar of vijftien en met een oom, een neefje, twee nichtjes en mijn oudste zus op de Öcher Bend, een grote kermis in Aken. Het was een bescheiden achtbaan. Neemt niet weg dat ik mijn maag ternauwernood binnen boord hield. We liepen verder de kermis op, de drukte in. Het werd schuifelen. Na een uur hadden we het wel weer gezien. Én gehoord. Weer thuis bleek de vijf in de klok. Tijd voor een witte wijn. Inmiddels is het donker en flikkeren naast de toren van de Grote Kerk de lichtjes van booster Anubis.