Fietsen

Er was een tijd dat ik vaak en ook ver en hoog ging fietsen. Dat was lekker. En het haakte aan aan een wereld die diep gedompeld was in romantiek. Een wereld waarin afzien, het lijden in al zijn dimensies, als geadelde levenskunst werd gezien en gecommuniceerd. De Tour de France was daarvan de ultieme vorm. Bedacht en georganiseerd door een krant, L’Equipe, die in een tijd dat er geen verslaggeving on the spot was al begreep dat wat door enkele volgers gezien werd op papier tot pure heroïek kon worden uitvergroot. Niet dat er op die fietsen rond 1900 niet vreselijk werd geleden maar de volgers konden het nog veel erger maken, lees: meer lezenswaardig maken. Waardoor de krant nog beter verkocht werd. Ik sla nu even een tijdje over. Tegenwoordig komt daar bij dat fietsen technische hoogstandjes zijn. Er hangt een sfeer van de laatste technische snufjes omheen. Dat is leuk. Het rare is dat je zou denken dat door die techniek, ook nog eens in combinatie met alle medische input in het wereldje, fietsen een fluitje van een cent is geworden. En dat dus de romantiek het loodje wel zal hebben gelegd. Niets is minder waar. Fietsen blijft afzien, fietsen blijft lijden. En genieten. Een manier van leven. Een levenskunst. Ondertussen zie ik fietsers net iets te gemakkelijk winnen.