Vandaag was in het nieuws dat het levenslied zich in een groeiende belangstelling mag verheugen. Er wordt steeds meer naar geluisterd. ‘De schaamte is eraf’ kopt de NOS op haar nieuwssite. En in het bericht: Dat het levenslied aan een opmars bezig is, komt mede door de populariteit van Nederlandstalige muziek in het algemeen. Persoonlijk hecht ik aan de definitie: Sentimenteel lied over tragische dingen in het leven. Eventueel sentimenteel zangstuk, smartlap of tranentrekker. Al voor de Tweede Wereldoorlog wist het genre gevoelige snaren te raken. Een beetje scharrelen op internet levert al snel parel na parel op. Mij kon je zestig jaar geleden wakker maken voor Aan De Muur Van Het Oude Kerkhof. Vooral als het uit de keel van De Zangeres Zonder Naam kwam. Voor een eerste indruk: Bij de muur van ’t oude kerkhof, / Wacht een kleuter droef en teer,/ Vraagt ons lieve Heertje boven: / Wanneer komt mijn moesje weer? / Vader zegt, dat moesje slaapt hier, / U kan alles, is dat waar? / Roep mijn moedertje dan wakker, / Want ik kan heus niet buiten haar. Dat is op zich al treurig maar in het levenslied pur sang kan het altijd nog erger: met de kleuter zelf loopt het niet goed af. Maar sorry hoor, hoe treurig ook, ik vond het tegelijkertijd onmogelijk niet ook een ironische ondertoon te horen. Toch, smartlap, tranentrekker, het zijn jassen die dit uit het rauwe leven gegrepen lied perfect passen. En het is waarschijnlijk ook met die bedoeling, voor een publiek dat daarvoor openstaat, geschreven. Een lied van Lieven Tavernier dat, lijkt mij, niet met die bedoeling geschreven is, zeker ironisch is, wél grote weemoedigheid oproept, meer een knipoog is naar mensen die vrijgevochten langzaam ten prooi vallen aan de tucht van het geregelde leven: De Fanfare Van Honger En Dorst. Ook treurig maar je kunt het overleven. Dan ga je gewoon weer verder, alleen een beetje anders. Kijk, zo: Ach wie van hen had / Toch ooit durven denken / Dat ieder van hen / Voorgoed weg zou gaan / Ze hebben toen zelf / De fanfare ontbonden / Ze hebben als iedereen / De prijs zwaar betaald / De prijs van de vrijheid / In ruil voor wat centen / Een baan bij de bank / Of een auto, een kind / Maar ergens in de stad / Speelt de nieuwe fanfare / Nieuwe fanfare van honger en dorst / Een nieuwe fanfare van honger en dorst.