Opeens denk ik: Waar is dat boek van Jos Vandeloo, De Muur? Mijn eerste reactie is in zo’n geval in de boekenkast kijken. Staat het er nog? Heeft het onze verhuizingen overleefd? Nee dus. Jammer, maar er valt mee te leven. Hoewel, het was een van de eerste boeken in mijn boekenkast. Het was voor het eerst verschenen in 1958 bij Manteau in Brussel. Ik heb het gelezen, ergens kort na 1965, in het begin van mijn studie Nederlands. Als ik aan die tijd terugdenk: Ik wist helemaal niets. Ik nam verhalen voor kennisgeving aan, althans er waren nog niet veel verhalen die me raakten. Lezen was meer een automatisme, het hoorde bij mij als ademen, eten, drinken, ik was meer op zoek naar voor de hand liggende spanning, minder of helemaal niet naar betekenis in het licht van andermans of mijn eigen leven. Er was tot dan maar één schrijver die me echt had kunnen pakken met iets dat dieper viel en dat was Louis Paul Boon. Maar daar kom ik nog wel eens over te schrijven. De Muur van Vandeloo is een verhaal over desillusie en de omgang daarmee. Een fascinerend verhaal, ontdekte ik later, dat impliciet de vraag stelt hoe je daar als lezer mee om zou gaan. Een heuse gewetensvraag. Wat ik nu weet: Ik weet dat nog steeds niet. Maar goed, ik heb dat boek niet meer, maar wel een muur als in dat boek. Het toeval wil namelijk dat onze werk-, logeer-, hobby- en boekenkamer uitzicht biedt op een blinde muur. Heb geen medelijden, hoor, in de rest van het huis is het uitzicht top. Het is vanmiddag die blinde muur waardoor ik opsta en in de boekenkast kijk of De Muur daar nog in staat. Nee dus.