Hoesten

Het jongste kleinkind is een nachtje bij ons. Het is een niet te beste slaper, dus dan hebben zijn ouders eens een ongebroken nacht. Maar, dan is hij nu ook nog eens ontzettend verkouden plus koortsig. Het hoesten is zo voor en na verontrustend heftig. Het arme joch. En nu vrezen wij dat onze nacht ook maximaal zal verkruimelen. Het is in elk geval voor een goed doel. Ik wens u allen een goede nacht.

Paling

We zitten te kijken naar Nieuwsuur. Dat heeft, zien wij hier op de bank, de afgelopen weken de gewoonte lijsttrekkers vooral kritisch te bevragen op het verleden. Soms denken we: af te zeiken. Nu is, as we speak, de VVD aan de beurt. Ze is een radde spreker, drempels kent ze niet, struikelen is een woord waaraan ze ongetwijfeld geen actieve herinnering heeft. Dat was in haar jeugd. Dat is voor kleine kinderen. Korstjes op de knie. Ze praat bij voorkeur over de toekomst. Als in de spotjes van de VVD gewone burgers haar een vraag voorleggen, herhaalt zij de vraag – die al gescript is voordat de gewone burger ermee kwam – en zegt het probleem te herkennen en de noodzaak van een oplossing te zien. Iets met paling en snot. Van de week zei iemand op X dat ze zichzelf met flair presenteert. Zeker, dat is waar. Maar, zei ik, voor het besturen van een land is bagage nodig. Denk aan inhoud, oplossingen. Antwoord van een andere X-er: Geen partij begrijpt zo goed dat in een campagne alleen beeldvorming belangrijk is. Mevrouw Dilan zegt tegen gewone burgers met een vraag dat ze gehoord worden. Vanochtend was er een andere mevrouw, van het UWV, op de radio met als opdracht ‘de menselijke maat’ in de organisatie terug te brengen. Na gehoord kwam volgens haar nog geholpen. En dat is precies wat mevrouw Dilan niet doet. Ze luistert, ze hoort en daarna wordt het doodstil. Er komt nog geen schim van oplossing of hulp uit haar mond. De mevrouw van de menselijke maat had na geholpen nog een volgende G, die van gewaardeerd. Had ze zelf bedacht. Die was essentieel. De kracht van beeldvorming is dat je je na gehoord te zijn gewaardeerd voelt terwijl je niet geholpen bent. Dat is de kracht van de VVD. Trap er niet in.

B&B

Hij staat bovenaan de trap, lachend, de eigenaar van de B&B. Welkom, welkom. We strijken voor enkele dagen neer in Schin op Geul. We willen naar een voorstelling in Heerlen en nog een paar dingen doen, hier in het zuiden. Waar we nog nooit aan toe kwamen: wandelen in het Frontenpark bijvoorbeeld. En op herhaling: unnesop eten bij het Pothuiske in Maastricht. We stellen ons voor. Hee, zegt hij, ik ken een Paul Jansen. Oh, maar daar zijn er wel meer van, zeg ik. Maar hij geeft niet op: In Venray. Dat komt wel erg in de buurt, zeg ik. En waarvan ken je die dan? Van school. Daar gaf hij les. Nederlands. Ik heb nooit bij hem in de klas gezeten, trouwens. Hier kan ik niet meer omheen, denk ik. Tja, dat zal ik dan wel zijn. Maar, ik heb geen idee wie jij bent. Hij noemt zijn naam. Uit Blitterswijck. We raken aan de praat. Wat een leuke school, goede herinneringen aan. Wie leeft nog en wie is dood. Clim, ja, die kon vertellen. Wat een toeval, deze ontmoeting. We nemen even kort twee levens door. De volgende ochtend bij het ontbijt pakken we de draad weer even op, met uitzicht op de Sousberg, de zon net boven de top van de heuvel. Hij woont hier nu acht jaar, runt de B&B en is helemaal weg van Zuid-Limburg, wil er niet meer weg, maar zijn hart ligt ook nog in Blitterswijck. We delen die liefde voor dit landschap, deze sfeer. Rijkdom. Toch, teruggaan naar Venray is onderaan de streep een goed besluit geweest. Rationeel, dan. Emotioneel is het net iets minder. Zijn vrienden in Blitterswijck zeggen: Wacht maar, jij komt hier nog een keer terug.

Frites

We zaten in een restaurant aan het Pancratiusplein in Heerlen. Dat lag gedeeltelijk open maar toch oogde het feestelijk met lampjes en lichtjes all over the place. Aan de gevels, in de bomen, op de terrassen en in het plaveisel. We hadden wat gegeten en er waren behoorlijk wat frites over. Dat vonden we jammer. Toen de ober de tafel kwam afruimen, vonden we dat we hem dat even moesten vertellen. Hij haalde zijn schouders op. We probeerden nog een nadere uitleg maar hij had overduidelijk geen oog of oor voor het ongewenste van deze onbenutte overvloed in een wereld met voedseltekort. Voor deze verspilling, dus. Ook hadden we in ons achterhoofd dat in de Oostelijke Mijnstreek armoede en dus ook honger een groot probleem zijn. Denk voedselbanken. Maar goed, en weg was hij weer. Toen even later de serveerster die kwam afrekenen, vroeg of alles naar wens was en wij ja zeiden, zei zij: Hoor ik daar enige aarzeling? En toen hebben we onze kans nog maar even gepakt. Ze begreep ons. We gingen volmaakt gelukkig de deur uit.

Meesteroplichter

Pushbericht op telefoon in de app van 1limburg: Meesteroplichter Wil H. trekt boetekleed aan in rechtbank. Tja, Wil H.. We ontmoetten hem voor het eerst op de Markt in Meerssen, lekker aan het bier tijdens de huldiging van roeister Maaike Head op 7 september 2016, gouden plak Olympische Spelen. H. was in gezelschap van een goede bekende. We raakten aan de praat. Ook over onze badkamer die aan een opknapbeurt toe was. Nou, dan was Wil de man die we moesten hebben. En toen begonnen acht maanden van intensieve communicatie over onze badkamer. Het eerste zakelijke gesprek hadden we op 23 september 2016 en het laatste contact over het werk dateert van 22 mei 2017. Daarna zijn er via de goede bekende nog wat contacten geweest, bedoeld om bij H. verhaal te halen, het laatste op 5 oktober 2017. Maar ook die liepen op niets uit. Op 22 mei 2017 zaten we nog steeds met een badkamer in revisie. We konden er douchen en er hing een tijdelijke wasbak en er stond een tijdelijke radiator. Staat van het tegelwerk: slecht. H. zouden we daarna niet meer te zien krijgen. En we moesten extra kosten maken om de zaak op orde te krijgen. Ik heb ergens in de zomer van 2017 alle communicatie met H., voor zover niet via telefoon, dus die via mail en whatsapp in een logboek samengebracht. We overwogen aangifte maar die kwam er niet van. Nu ik dat nog eens nalees, denk ik: pathologische leugenaar. Ik lees in het bericht op 1limburg zinnen als: H. begon de zitting met excuses aan alle slachtoffers (….) ‘Ik wil ook alle schulden aflossen’, zei de verdachte (….) Hij factureerde opdrachten, maar maakte vervolgens het werk niet af en verzon allerlei smoesjes (‘mijn vader of moeder is overleden’) waarom hij de klus niet klaarde. Daarna ging hij bij de volgende opdrachtgever aan de slag. ‘Ik had zoveel werk, maar moest het ene gat vullen met het andere. Op een gegeven moment viel het als een kaartenhuis in elkaar’, zei H. daarover. Ik zal hier niet uitweiden over alle smoesjes die H. ons verkocht heeft. Ze zijn soms van dien aard dat je je kunt afvragen of publicatie raakt aan de privacy. Maar, ook in ons logboek staan plotselinge sterfgevallen. We hebben er met enige regelmaat in apps goede wensen – van onze kant – als: sterkte aangetroffen. En altijd kwam overal wel iets tussen: niet geleverd, zoek geraakt, niet op voorraad, verkeerd geleverd. Dat soort redenen voor later komen, niet komen, vroeg weggaan …… Tijdens de voortgang van het proces vroegen we ons voortdurend af hoe lang we het nog moesten laten duren. De twijfel over de werkelijkheid waarin we verzeild waren geraakt groeide in elk geval sneller dan dat het werk vorderde. Elk bezoek van H. leverde weer nieuwe vragen op. Hoezo badkamermeubel zoekgeraakt? Hoezo badkamerradiator nu niet leverbaar? Waarom een andere kraan dan afgesproken? Waarom die ernstige lekkages? Waarom alleen koud water? En zo kan ik nog even doorgaan. Er zijn nog altijd allerlei vragen onbeantwoord. De belangrijkste: Hoe kwam die man aan al zijn werk? Als het overal zo rafelde als bij ons, wie wilde hem dan nog over de vloer? Het beroerde was dat al zijn excuses bijna aandoenlijk waren. Boos worden was lastig. H. werd als het ware zelf door zijn smoesjes en excuses meegenomen, ze gingen ook met hem aan de haal. Net als met ons. Ze kwamen als vanzelf. Hij moet er soms zelf verbaasd over zijn geweest. Zo gemakkelijk ging het. Toch, ergens is het fout gegaan. En wat moeten de slachtoffers nu met zijn excuses? Ik niks, in elk geval.

Duimen en zo

Even heel kort over duimen en zo. 

Een foto. Vijf volwassen mannen. Naast elkaar, breed lachend in de lens. Achter hen vijf bedrijfsbanners. Vijf spijkerbroeken. Tien lichtbruine schoenen met punt. Alle vijf van beide handen de duimen omhoog. Tien duimen. 

Andere foto. Zeven volwassen vrouwen. Allemaal op een andere manier door de knieën gezakt. Hoofden op ongelijke hoogte. In verschillende richtingen naar het heelal gericht. Zeven bossen bloemen. De monden wijd open voor een juichkreet. 

Van die foto’s, dus.

Rennes-Le-Château

Tijdens vakanties hield en houd ik – niet altijd even consequent – maar toch een dagboek bij. In 2003 verbleven we in Les Labadous, een gastvrij vakantieverblijf onder Nederlandse regie. Lees deze tekst maar als een brief aan het thuisfront. In deze brief valt de naam van Graham Simmans. Hij is in 2005 overleden. Van de andere personen weet ik niet in welke staat van zijn zij op dit moment verkeren.

Zondag 8 juni 2003 – We zijn nu een week in dit prachtige deel van Frankrijk: het land van de Katharen, van de Albigenzers, van de Tempeliers en misschien wel van Jezus Christus en Maria Magdalena zelf. Vanochtend naar de markt in Esperaza geweest, daar de grote Graham Simmans gezien en op de terugweg naar Les Labadous reden we, toevallig, achter hem aan, de berg op naar Rennes Le Chateau. Hij luid toeterend bij elke bocht die met meer dan veertig graden de berg opdraait. Elke bocht de mogelijke aanloop naar een dodelijke salto mortale. Naast hem een jonge Jesus Christ Superstar. Waarom Simmans genoemd? Simmans is een archeoloog die zich heeft gespecialiseerd in de geheimen van Rennes-Le-Château. (….) Hij beweert te weten waar Jezus Christus rust en de twee R.’s, gasten die we aan de table d’hôte van Les Labadous ontmoetten en gelieerd aan de Tempeliers, kunnen zich naar hun zeggen geheel vinden in zijn conclusies. Binnen enkele jaren zouden die het katholieke geloof op zijn fundamenten doen schudden. Want: Jezus Christus is niet aan het kruis gestorven maar afgenomen en vervolgens geheel gerecupereerd naar Zuid-Frankrijk ontkomen. Vraag me niet naar details. Die zijn onder andere te vinden in het boek Rex Deus van de hand van onder andere Graham Simmans. Het behandelt de erfopvolging van Jezus Christus, met name ook zijn gedachtengoed en hoe dat ook heden ten dage nog zorgvuldig beheerd wordt. In het geheim. Helaas gaat hij in Rex Deus nog niet zó diep op deze zaken in dat je er een wetenschappelijk onderbouwd en onvoorwaardelijk geloof in zijn afwijkende kijk op de geschiedenis van Jezus van krijgt. Maar in combinatie met allerlei andere in deze regio circulerende verhalen over mysteries en andere wonderlijke zaken (schatten, familiegeheimen, plotselinge en onverklaarbaar ten deel gevallen rijkdom, pelgrimsroutes, ketterijen en God weet wat al niet meer) komt een beetje nieuwsgierig mens al gauw tot de conclusie dat er meer aan de hand moet zijn. Waar rook is, is vuur. Of niet? En we kunnen gerust zijn: Simmans heeft een boek in voorbereiding dat ons het naadje van de katholieke kous en dus ook van al het kerkse bedrog tot nu toe zal onthullen. Nou ben ik aan het lezen in Jeruzalem van Karen Armstrong en ik pik daaruit op dat de katholieken heel stevig te werk gingen als het om het liefdevol uitdragen van de eigen overtuiging gaat. Geweld speelt daarbij een meer dan prominente en ook nietsontziende rol. Een verschijnsel dat ook terug te vinden is in de manier waarop de Katharen bij de les werden gehouden. De campagnes tegen hen en tegen de moslims in de middeleeuwen, tegen de laatsten meer in het bijzonder de kruistochten, leveren daarvan het sprekende bewijs. Vanochtend waren we dus al even in Rennes Le Chateau geweest. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is het daar een komen en gaan van toeristen die iets willen meepikken van het mysterie van De Saunière, een priester die rond 1880 van de ene op de andere dag blijkt te bulken van het geld. Een van die mysteries, hier. Gisterenavond bij J. gegeten. Goed voedsel. Later op de avond raken we even in gesprek met B. en R. uit Groenlo. (……) Ze zijn erg aardig en praten graag. Wij luisteren veel. Ons verblijf in Les Labadous is tot nu toe hoofdzakelijk gevuld met iets dat nog het meest lijkt op niets doen maar dat natuurlijk niet is. L. en ik hebben ieder al zo’n 1.000 pagina’s leesvoer weggewerkt en dat aantal zal p.p. nog wel verdrievoudigen. Het weer is goed, afwisselend en door de bank genomen is de temperatuur van zeer aangenaam tot ongeveer 32 graden. We zullen nog wel actiever worden maar tot nu toe heeft zich daartoe de noodzaak niet echt voorgedaan. Dat spijt L. nog het meest, lijkt het. Zij wil graag weten wat we morgen gaan doen. Elke dag. En ze wil ook echt IETS DOEN. Lezen, gewoon zitten, naar vogeltjes kijken en luisteren, lekker eten, een kort wandelingetje maken; dat is allemaal niet IETS DOEN. (…..) We zijn overigens afgelopen woensdag wel al naar Carcassonne geweest. (….)

Sudoku

Al enkele jaren maken we hier in dit huis elke dag minstens één sudoku. Om onszelf scherp te houden. We hebben het dan over een vijfje of meer. We pleiten ervoor dat iedereen elke dag minstens één sudoku oplost. Kortom: Het wordt tijd voor maatschappij brede sudokuficatie. Om ons allen scherp te houden.

Graf

‘Er reserveren hier naar verhouding veel ouderen een graf’, zegt de directeur van de natuurbegraafsplaats, hier vlakbij. Dat lijkt me logisch, alleen al vanwege de leeftijd en het onvermijdelijk met steeds meer zekerheid naderende levenseinde. Als je jong bent is het graf in principe nog een eindje weg. En dat kan goed doorgaan totdat je een jaar of zestig, zeventig bent. We zijn op deze begraafplaats in een bos, met raadsleden en commissieleden van de gemeente. Wat me verrast is een andere veel gehoorde reden die ze noemt. ‘Ze willen vooral hun kinderen niet opzadelen met de verplichting van het onderhoud van de graven van hun ouders. En evenmin met de vraag of, vaak tegen hoge kosten, hun graven na drie of vijf jaar nog in stand gehouden moeten worden of niet. Als je je hier laat begraven’, zegt ze, ‘dan ben je verzekerd van eeuwige grafrust en de graven liggen in een natuurgebied dat als natuur onderhouden – en voor zover noodzakelijk – hersteld wordt. Daar hebben de nabestaanden geen omkijken meer naar.’ Ik herken de reden: je kinderen niet lastig willen vallen met je nalatenschap. Dat ikzelf, eenmaal onder de grond, in transitie naar voedingsstoffen voor plant en dier, tot die nalatenschap behoor, was nog niet echt tot me doorgedrongen. We hebben inmiddels wel al ontzettend veel weggedaan en compact opgeruimd met het oog op het ontlasten van onze kinderen. Soms denk ik dat we daar wel erg ver in gaan maar gelukkig blijkt dat ook voor onszelf erg plezierig, We zijn nu immers van veel rommel af en we hebben weer goed overzicht, bijvoorbeeld. Het gaf een goed gevoel ballast af te werpen en andere mensen plezier te doen met nog goede spullen. Plus, we droegen bij aan de circulaire economie. Goed bezig oudjes, zeggen we soms tegen onszelf! En nu spelen we dus met de gedachte om ons eens wat serieuzer te oriënteren op opgaan in de natuur, hier vlakbij.

Oogappels

We hebben net Oogappels bij zitten spijkeren. We waren wat achter geraakt. En toen gebeurde wat onvermijdelijk is: we gingen door tot na de laatste aflevering. Omdat er een zesde seizoen komt, weet je dat er wat steilewandhangers zullen zijn. Ik ga er verder niets over zeggen. Hoewel, wat ik er wel over wil zeggen is dat ik Ramsey Nasr zo ontzettend goed vind acteren. Zelfs net over the top blijft hij geloofwaardig. Overigens: Hij bevindt zich in goed gezelschap. De andere acteurs hebben ook echt wat te doen. Komt ook door de personages. Die zijn uitdagend, zelfs als ze nogal grijze muizen zijn, of lijken. Er is altijd wel iets onder de oppervlakte dat verrast of verontrust of verheugt. Ik verheug me op het zesde seizoen.

Verder vandaag weinig te melden. Er is natuurlijk niet niets gebeurd. Er is altijd wel wat maar het valt nu even in het niet bij gekeken hebben naar Oogappels.