de oude man cohen zingt in een zaal
er gaat een rilling langs 2000 ruggen
al in de eerste maten is de avond af
wat volgt is een reprise van genot
Geschreven op 10 mei 1993
Paul schrijft hier stukjes
de oude man cohen zingt in een zaal
er gaat een rilling langs 2000 ruggen
al in de eerste maten is de avond af
wat volgt is een reprise van genot
Geschreven op 10 mei 1993
Nu ik hier toch zit
en even niets te doen heb
ik hoef alleen maar even niks
schrijf ik
Geschreven op 23 januari 1989
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Het was nogal in het nieuws, dat Maastricht Aachen Airport 75 jaar bestaat. De krant sprak in dat verband over de navelstreng van Limburg met de wereld. Ik raakte er een beetje van in de war. En jullie misschien ook wel. Want dat kan toch niet waar zijn: een zwangerschap van 75 jaar? De olifant doet er zo’n 23 maanden over en dat vinden de meesten van ons al schrikbarend lang. En wat is nou eigenlijk de vrucht? Is dat Limburg of is dat de wereld? Je moet er niet aan denken dat het de wereld is die al 75 jaar door Limburg via MAA in leven wordt gehouden. Dan hebben we het echt over een muis die een olifant baart. Kan iemand die uit haar lijden verlossen? De navelstreng is een soort van infuus maar dan wel een waar op enig moment een schaar aan te pas moet komen. Mogelijk heeft Pieter van Geel die bij zich.
We vierden afgelopen zaterdag ook hier thuis enkele verjaardagen. De kinderen kwamen, de kleinkinderen kwamen. We zaten buiten en hielden zo veel mogelijk afstand van elkaar. We hadden het weer eens over van alles en nog wat, ook over hoe goed we het hebben. Ondanks La Corona. We moeten ons dan wel behoedzaam bewegen, de onbevangenheid staat onder druk, maar we weten van elkaar dat we voorzichtig zijn. We kunnen op elkaar vertrouwen. We hadden het over hoe de onzekerheid ons er steeds bewuster van maakt hoe belangrijk dat is. En hoe dat kan doorwerken in al het andere dat we delen. Dat wil zeggen: We hadden het er over kunnen hebben. De werkelijkheid was dat het onuitgesproken bleef. Maar het was er wel.
Waar we het wel over hadden? Nou, over de Tour de France natuurlijk. Met ondertussen steelse blikken op de telefoons met de stream van de aankomst. En naar aanleiding daarvan over ons eigen fietsen. Ikzelf word tegenwoordig nog maar weinig op de fiets waargenomen. Mijn oudste zoon en diens zoon des te meer. We hadden het ook over de risico’s. Ze vallen als soldaatjes: Kruijswijk, Evenepoel, Jakobsen, Groenewegen, Roglic. Peter Winnen schreef onlangs in zijn column in de Volkskrant over verdrongen angsten bij het afdalen. Ik moest denken aan de keren dat ik met vrienden door Frankrijk fietste. Tegenwoordig denk ik daaraan terug met een lichte huiver van nekharen naar bilnaad. We waren jonge vaders. We reden, te vaak zonder helm, de bergen op en af. Vol vertrouwen in mens en machine. Maar toch, onbezonnen, onbesuisd. We hebben het er ongeschonden afgebracht maar geloof me: Dat was meer geluk dan wijsheid. Het is een geluk dat we nog dagelijks vieren.
Min of Meer – 2 september 2020 – week 35
Soms doe ik nog wat moeite
op zoek naar wat het was
dat in de loop der jaren
het
zoete deed verzuren
en jou zo hard,
onkwetsbaar maakte
dat het onmogelijk werd
te weten
wie je was
Geschreven op 20 november 1988
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Afgelopen week raakte de gemeente een van haar wethouders kwijt. Luc Volders stopt ermee. Zijn gezondheid maakt het hem onmogelijk goed te functioneren. We zullen zijn onverwacht uit de hoek komen gaan missen. Altijd verrassen, was zijn motto. Ondertussen is het eindelijk wat koeler. Nu we vaker met hitte te maken krijgen is er meer behoefte aan groen. Zo pleit VVD-lid van Provinciale Staten Herman Nijskens voor meer groen in de Limburgse steden. Groen zou ook meer toeristen (geld!) trekken. Alsof Maastricht, bijvoorbeeld, niet juist toeristen kwijt wil. Ik wel, in elk geval, als ik er zou wonen. Maar ik woon er niet. De komende maanden zullen uitwijzen of dat op korte of op langere termijn wel het geval is.
Maar goed, de dingen een voor een: eerst het debat over de begroting. Er hangen bezuinigingen in de lucht. Net als in Maastricht overigens. Op het moment financieel niet echt een ideale partner, lijkt het. Kampt met ongeveer dezelfde problemen als de gemeente Meerssen. En terwijl er bij de provincie plannen zijn een miljoen bomen te planten en Herman Nijskens de steden groener wil, zijn er ook plannen om in Born het Sterrebos met eeuwenoude eiken om te leggen. Wat is hier de visie? (Geld?)
Er lijkt trouwens weinig op tegen hoor, om ook groen in geld uit te drukken. Geld is de taal die in een door hebzucht gedreven wereld het best begrepen wordt. Wat levert voor een samenleving meer op: een bos of een fabriek? Met een bos boeken we gezondheidswinst en hebben we voor heel veel mensen minder zorgkosten. We wegen dan ook andere maatschappelijke kosten en baten. Dat is breder dan alleen zo veel mogelijk productie draaien en verkopen. Ik heb het ook maar uit de krant hoor: Natuurbehoud is gewoon economisch verstandig. Het lijkt me logisch.
Ik word in elk geval blij van waar ik woon en blij zijn is gezondheidswinst, schijnt. Zonder dat de mens zich er te veel mee bemoeit, verandert het landschap hier voortdurend. Opeens hebben we dit jaar een grote zwerm spreeuwen rond ons huis. Het is een genot om ze ‘s avonds in volle vlucht te zien. De energie die daar vanaf spat. En hoe ze neerstrijken op de bomen bij het huis. Om in de avondzon een beetje rond te zitten kijken. Ik word daar ook heel rustig van (weer gezondheidswinst).
Waar ik dan weer erg onrustig van word: de beelden van politici die door bewoners van Burgerwappieveen ernstig worden gehinderd. Kankermongool, ik ga je doodmaken, riep er een. Het gaat dan om types die denken dat La Corona een uitvinding is van Marc Rutte/Bill Gates/George Soros (zelf kiezen, graag). Mijn advies: Laten we wat meer naar elkaar omtzichten.
Min of Meer – 26 augustus 2020 – week 34
Stem geeft de straten adem – weerkaatst tegen de muren
In de kleine broekzak – knoop en touw en steen
In de knoop – steen bij het hart – touw om de borst
Dood zijn de straten – zwijgen
Geschreven op 17 juni 1995
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Soms vraagt het wereldtoneel wel erg veel aandacht. Met de opstanden in Wit-Rusland en China dat Taiwan zwaar onder druk zet. En dan Trump. Die is nu al in de weer met de verkiezingen in november te frustreren. Druk bezig de posterijen om zeep te helpen om in dat enorme land stemmen per post moeilijk te maken. Bij al dat politieke geweld is het lastig te zien wat er in je eigen achtertuin speelt. Maar, gelukkig zijn er dan de woelmuizen die geen kans voorbij laten gaan zichzelf in de kijker te spelen. Ondanks een apparaat dat ze met trillingen en geluid zou verjagen gaat het verwoestende gezinsleven van die beestjes gewoon door. En daar kijk je niet gemakkelijk overheen, neem dat maar van mij aan. Internet zegt dat woelmuizen extreem gevoelig zijn voor geluiden. Door het geluid en de trillingen van mijn ultrasone apparaat worden de woelmuizen helemaal hoorndol. Door de herrie kunnen ze niet meer op een normale manier communiceren. Nou, laat ik het zo zeggen: Ze hebben helemaal geen communicatie nodig om een grasveld om te zetten in een knollenveld.
Deze week moesten we een paar keer in Noord-Limburg zijn. De A2 en de A73, het zijn snelwegen die we al zo ontzettend vaak gereden hebben. We hebben zo’n beetje alle veranderingen op de voet kunnen volgen. Vanaf dat de A2 bij Beek ophield tot nu. Wat volgde was een sluipend proces waarin natuur en eeuwenoud cultuurlandschap stukje bij beetje werden weggevreten. En het houdt maar niet op. Er gaan sterke geruchten dat de jongens en meisjes van de groei en vermeende vooruitgang op alle gronden langs de A2 van Eijsden tot voorbij Weert dozen willen bouwen. Ook hier in de buurt, ook in de buurt van Maastricht Aachen Airport en daar ook ten westen van de A2. Ondertussen zijn er ook lichtpuntjes. Er is langs de A2 en de A73 nog niet volop gemaaid. Dat was een tijdje geleden wel anders. Er zijn nog brede stroken waar de natuur zijn gang mag gaan. Goed voor het kleine leven maar helaas wel in de marge van het geweld van de 24-uurs-economie. Ik vraag me af of deze kleine stapjes terug uiteindelijk voldoende zullen blijken.
Waarom we naar Noord-Limburg reden? We hebben een paar dagen de twee kleinste kleinkinderen te logeren gehad. Ze zijn broer en zus maar ook voortdurend met elkaar in competitie. Het is zaak voor veel afleiding te zorgen. We reden dus over de A2 naar een attractie in de buurt. Iets met kleine dieren, een speeltuintje en een terras met wespen. Op een gegeven moment zei de kleinste dat wij even stil moesten blijven staan en naar haar moesten kijken. Kijk, zei ze stralend, ik kan achteruit lopen.
Min of Meer – 19 augustus 2020 – week 33
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Er hing al een paar uur een wespig ogend insect rond in de zinderende hitte van de patio. Het was zichtbaar op zoek naar voedsel en ging zo nu en dan ergens aan zitten likken. Het kon nooit veel zijn wat het nuttige beestje binnen kreeg. Maar, het zag er tevreden uit, leek me. Blij met het bestaan zoals het was. Hier en nu. Niet uit op ruzie of enig ander ongemak. Het liet zich tijdens het zorgvuldig begrazen van gegalvaniseerd ijzer en nog onlangs strak geschilderd houtwerk niet afleiden door een stel vliegen die qua geluid nog het meest leken op straaljagers die niet meer onder controle van hun piloten waren. Van die volgevreten ettertjes die met de koeien meekomen als die in de wei aan de andere kant van het huis de schaduw zoeken van een groepje uit hun krachten gegroeide berken.
Het was een echte blotevoetenweek. Er was een tijd dat ik vond dat ik lelijke voeten heb. Ik haatte mijn voeten. Dat was voordat ik me realiseerde dat ik voeten sowieso lelijke dingen vind. Ook die van andere mensen. Dat voeten niet per se lelijk hoeven te zijn begreep ik pas toen de pedicure zei: Wat heb jij mooie voeten. Het bleek maar weer eens dat hoe je naar dingen kijkt sterk afhankelijk is van wie en wat je bent. Hier was iemand die om voeten gaf. Als gevolg van het dagelijks werk waarin voeten voorbij kwamen als waren het mensen, in alle schakeringen die zo typisch zijn voor de soort? En daarom zo kunnen ontroeren? Vanuit een diepe, aangeboren belangstelling voor de voet als lichaamsdeel? Want waarom wordt je anders pedicure? Vragen, vragen, zoveel vragen …..
Overigens ben ik een groot voorstander van het stellen van vragen, over alles, iedereen en altijd, zeker in de aanloop naar het vormen van een mening. Er kunnen nooit genoeg vragen worden gesteld. Maar soms zijn er zaken waar de mening aan de vragen vooraf mag gaan. Ik denk even aan die alles verwoestende klap in Beiroet. En aan de brandstichting in de kantine van SV Meerssen. En zo gebeurt er wel meer dat je denkt: Het zijn behoorlijk onverantwoordelijke types die dit op hun geweten willen hebben. Dat je je geen moment afvraagt welk leed je veroorzaakt. Of: juist wel en het dan dus doet. Willens en wetens.
We leven in een tijd van adviezen en weerstand. Advies van de week: Veel drinken en weinig bewegen. Normaal gesproken een waanzinnig advies, maar nu was het heel warm. Dan is dat opeens een heel verstandig advies. Of loopt er zich toch alweer een actiegroep – ik stel voor: Het Volk Tegen De Warmtewaanzin – warm om daartegen de straat op te gaan?
Min of Meer – 12 augustus 2020 – week 32
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Het was nogal warm. Ik zat in de tuin en keek naar boven. De lucht was strak blauw en enkele vliegtuigen trokken daaronder als vanouds hun witte sporen. Jammer. Over de toppen van het Kalverbos naderde een reiger. Hij draaide boven de weiden rond het huis een aantal rondjes, schijnbaar doelloos. Met de klok mee, tegen de klok in, totdat hij – een besluit genomen – koers zette naar de Watervalderbeek. Op zoek naar iets te snacken, leek me zo. Hij verdween achter de nok van het dak. Ik moest denken aan Maarten Biesheuvel. Die was vandaag overleden. Het zou hem geen moeite hebben gekost over wat die reiger bij de beek meemaakte een waanzinnig verhaal te schrijven. Ooit, ik was nog jong, benijdde ik Biesheuvel zeer om zijn talent. Later drong tot me door dat dat talent wortelde en bloeide in echte krankzinnigheid. Ik vroeg me af of je er dan nog wel zo blij mee moest zijn.
Maar, nog even verder over vogels. Ik had er al eerder over willen schrijven maar het kwam er maar niet van. De mussen rond ons huis. Sinds enkele weken hebben we een nest of vier jonkies rondvliegen. Ze zijn nietsontziend en steken op de meest onverantwoorde momenten laag de weg langs het huis over. Ze blijven onaangedaan allerlei in mijn ogen oneetbaar spul uit de goot langs de weg pikken. En ondertussen rijdt de bus van Arriva ze op een haar na dood. De ouders zien het allemaal gebeuren maar realiseren zich dat ze niets meer te vertellen hebben over dat onbesuisde spul. Het is nu eenmaal zo: op de wereld zetten, loslaten en hup, volgend jaar weer nieuwe. Overigens, deze week zou mijn moeder 100 jaar zijn geworden. Ze werd 92 en was heel langzaam opgeraakt. Ze bleef wel nog heel lang goed bij de pinken maar ze was steeds vaker steeds langer moe. En dan houdt het gewoon een keer op.
Over 100 jaar gesproken, dit jaar wordt het huis van die nok waarachter die reiger verdween en waarin wij wonen 100 jaar. Althans een klein deel ervan. Je kunt met een beetje moeite en fantasie de geschiedenis van het op-, bij- en aanbouwen lezen in de gevels en de binnenmuren. Ik kwam enkele weken geleden in het bezit van enkele jaargangen van de Maasgouw. Die verscheen voor het eerst in 1879. Toen stond ons huis er nog niet. Het zal toen wat bebouwing betreft sowieso een stuk kaler en minder druk zijn geweest in en rond Meerssen. In de eerste aflevering van die Maasgouw – Weekblad voor Limburgse Geschiedenis, Taal- en Letterkunde – is op pagina 3 Meerssen al meteen aanwezig. In 1562 telde het dorp Meerssen 58 huizen. De gehuchten Weerdt 21, Raer 8, Waterfal 10, Rothem en de hof Hartelt 15, Lemmel 24, Ulestraten 45, Morvelt 9, Ambij 30. Maar, geen woord over Bunde of Geulle. Sorry, maar aan mij ligt het niet.
Min of Meer – 5 augustus 2020 – week 31
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
We waren bij vrienden. We aten wat, we dronken wat. De zon scheen, het betrok. We zaten – op gepaste afstand van elkaar – onder een terrasoverkapping. Daaromheen bloeide een weelde aan bloemen op tientallen verschillende planten. Paradijsje. Het zal intussen zo tegen de vijftig jaar zijn dat we elkaar kennen. Toen we nog jong waren, kwamen we elkaar tegen op de leukste middelbare school van Noord-Limburg. Van elkaar dagelijks zien toen zijn we langzaam uitgekomen bij onze halfjaarlijkse ontmoetingen nu. Zo vaak als we vroeger altijd weer – ook op de feestjes – over dat vermaledijde onderwijs te spreken kwamen, zo zelden hebben we het er nu over. We zijn niet zo van herinneringen ophalen. We zijn nog steeds nieuwsgierig naar wat we nu doen en willen delen en wat we ooit deelden, nou, dat weten we wel. We vergeten gelukkig nog slecht. Nu ontdekten we bijvoorbeeld dat we allemaal zo verbaasd zijn over onze kinderen. En dan vooral over hoe ze verantwoordelijkheid nemen. Thuis en op hun werk. Zo vanzelfsprekend en met overtuiging. Dat was ooit wel anders.
Even hadden we het over influencers, spreek uit: infloewensers. Wat mij betreft zijn het de radio- en TV-predikers uit de vorige eeuw. Voor Nederland: denk Henri de Greeve, denk Johan Maasbach, denk Gerrit Toornvliet. En dan waren er nog types als Lou de palingboer en Yomanda. Het verdienmodel is een vlotte babbel, een goede act en een boodschap waaraan bij een bepaald publiek om de een of andere reden een schreeuwende behoefte is. Iets met veilig, mooi, duur, handig, uniek, nutteloos en desnoods ook nog spiritueel. Voor vijfjarigen is dat slijm maken en voor een twaalfjarige kan dat al het epileren van je wenkbrauwen zijn. Er was de avond tevoren net een stel van het jongvolwassen soort op de televee geweest. Aanleiding was La Corona. Een van hen: Ik ben tegen de verspreiding van het virus. Het leek me iemand die ook heel goed kan leven met zoiets als zuurstof en daarbij niks tegen licht heeft. Ik vind het een hele geruststelling dat ze er nog zijn, van die mensen. Dat niet alles een complot is.
Ik hoop overigens dat de Ketel in Meerssen-West weer open is. Die moest toch dicht omdat er gasten waren die zich niet naar de voorschriften van het RIVM wilden gedragen? Ik vind dat behoorlijk beroerd voor de mensen voor wie die huiskamer de plek van hun hart is omdat ze er veiligheid, rust en vertier vinden. Juist in tijden van La Corona. #doeslief! Volgens de krant van afgelopen zaterdag hamerde ook gedeputeerde Ger Koopmans stevig op het belang van afstand houden. Ik dacht: zeg dat ook maar weer eens tegen de vriendjes en vriendinnetjes in het Limburgse ouwe-jongens-krentenbrood-netwerk.
Min of Meer – 29 juli 2020 – week 30