Vragen

En toen kwam het appje dat Es overleden is. En een dag later de kaart, ook via app. We raakten enigszins van de wijs. Want plotseling bericht en dan ook nog over dood. We hadden er niet bij stilgestaan, dat ook Es een keer zou gaan. Ook al was Es een meer dan stugge roker en inmiddels 81 jaar. Ook was hij Hongaar, van origine. Ooit moet hij naar Nederland zijn gekomen. Of werd hij er geboren? En ooit kwam hij in de familie. Alleen: Waarom en hoe? Het is niet de eerste keer dat we ons afvragen waarom die vragen altijd opduiken als het eigenlijk te laat is. Waarom zijn die vragen er niet als je samen buiten staat, het is een feestje, je ziet elkaar niet vaak, koetjes, kalfjes – hij met sigaret, ik rook niet, ik met een wijntje, hij met cola, want hij drinkt geen alcohol? Of in een andere situatie. Was hij de zoon van een Hongaarse vader die al vroeg naar Limburg kwam om in de mijnen te werken? Maar dan heb je toch niet (meer) zo’n sterk accent? En kon dat überhaupt, uit Sovjet-Hongarije vertrekken om in het vrije westen te werken? Ja zeg, Polen konden komen, waarom Hongaren dan niet? Kwam hij in 1956, na de Hongaarse opstand? Met zijn ouders? Hij was toen twaalf. Kwam hij later pas? Ontvluchtte hij heimelijk de knoet? En hoe dan? Waar werd hij opgeleid tot de prima kok die werkte in de betere restaurants in Zuid-Limburg? Hoe leerde die wat in zichzelf gekeerde man die heerlijk vlotte tante van El kennen? Ze waren in liefde verbonden, zegt de kaart. Dat konden we jarenlang zien. Dat weten we dan weer wel. Goed, maandag gaan we naar zijn crematie in Maastricht. Dan zullen we die vragen alsnog stellen. Eigenlijk te laat, dus, maar toch.