Vanavond kwam er op x een foto voorbij van het Pothuiske in Maastricht. Het is een café, brasserie die voor de tijd van het jaar volop in feestverlichting gestoken is. Er was een tijd, in de zeventiger, tachtiger jaren dat dan een grote foei op zijn plaats was. Wees zuinig met energie, want die is anders binnenkort helemaal op, was de gedachte. Ondertussen zijn we zo’n veertig jaar verder en is de ruimhartige inzet van elektrische krachten in een heel andere context beland. Terwijl toch de prijs van grondstoffen gestegen is en de vraag naar energie gigantisch toegenomen. Maar, daar wil ik het nu helemaal niet over hebben. Het Pothuiske. In 1965 deed ik eindexamen gymnasium, aan het Henric van Veldeke College. Ik had gemengde gevoelens over de kwaliteit van mijn mondelinge examens; om van de schriftelijke niet te spreken. Op de zaterdag van de uitslag zaten we met de klas op het terras voor het Pothuiske. We keken uit over de Maas, we rookten, we dronken koffie, we waren pubers. Een fantastisch gevoel, wij met ons allen, samen. In afwachting van de uitslag. Nerveus. Ik. Dus. Twee uur later was het zeker: ik was geslaagd. Ik was nog zeventien jaar, ging studeren in Nijmegen en de wereld lag open. Wat later kwam: als ik in Maastricht ben en ik heb trek in uiensoep, dan is het Pothuiske de brasserie van dienst.