Veel gekker moet het niet worden. Vannacht zag ik mezelf in een droom. Jonger, ook dat nog. En niet op een foto of een geschilderd portret maar in 3D en in beweging. Allemachtig. Ik moet er nog van bijkomen. Ik heb in mijn dromen al veel voorbij zien komen en sommige situaties en gebeurtenissen ook al heel vaak, maar mezelf. Echt niet. Ik vraag me nu af waar dat voor nodig was. Waarom meende mijn brein of wat dan ook – in deze wereld behoort ook God tot de mogelijkheden – dat ik eraan toe ben mezelf niet gewoontjes in een spiegel maar in een droom te zien. Ik vind het al een dagelijkse klap in het gezicht dat ik mezelf ‘s morgens in die spiegel in de badkamer zie, en dan ook nog als ik net wakker ben en met de slaap nog niet uit de dorre oogjes gewreven, maar nou begint in mijn dromen het een of ander me ook al te visualiseren. Terwijl ik er niet om gevraagd heb. Kijk, dat zien in de spiegel, dat heb ik zelf in de hand, maar mijn dromen, wie heeft daarover eigenlijk de regie? Ik moet er niet aan denken dat het Freud is. Dan nog liever God. Maar als het Freud is die de weg naar mijn brein heeft gevonden, wat staat me dan nog te wachten? Ik wil er nu even niet verder over nadenken. Sorry.