Punt

Deze tekst is van 27 januari 2009.

Lichtelijk bizar. Er zijn uitdrukkingen die zich in het taalgebruik snel een bepaalde status verworven hebben. Lichtelijk bizar, dat is er zo een. Waar ze vandaan komen? Joost mag het weten maar ze zijn er en ze doen het goed. Weet een van jullie ook een voorbeeld van zo’n uitdrukking?

Hij vroeg het bijna als terloops aan de leerlingen voor hem. Als om ze niet te storen. Ze hadden het namelijk druk met heel andere dingen dan uitdrukkingen en dus stelde hij de vraag nog maar eens. Nu meer gericht. Aan Aleid, op de eerste bank, recht voor hem. Lekker dichtbij. Leek hij toch nog contact met de klas te hebben.

Aleid, wat denk je, ken jij een uitdrukking die zich nog niet zo lang geleden een plekje in de Nederlandse woordenschat verworven heeft?

Effe denken, meneer. Zwaar kut, misschien? Meneer?

De klas lachte.

Daar gaan we weer, dacht hij.

Ja Aleid, zei hij, zwaar kut, dat lijkt me een prima voorbeeld. Niet direct een voorbeeld waar ik onmiddellijk mee zou komen maar dat zal de leeftijd wel zijn. Denk je niet?

Nou meneer, niets om u voor te schamen, hoor. Zwaar kut; iedereen gebruikt het. Daar denken wij niet eens bij na. Dat rolt ons zo uit de bek. Zwaar kut. En laten we eerlijk zijn, alles is toch ook zwaar kut. De school, de leraren, u, de sportclubs, het paddoverbod en zo kan ik nog wel even doorgaan. Zwaar kut past precies bij het leven dat wij leiden. Of lijden. Je hoort het verschil niet maar het is er wel degelijk. Vat u ‘m?

Voordat hij kon reageren, hoorde hij van achter uit de klas: Ik vind krijg de vinkentering wel een mooie. Het was Niels die nooit te beroerd was een duit in het zakje van de door de klas georganiseerde wanorde te doen. Over het algemeen zat hij voor het grootste deel onder en voor zijn tafeltje en tot ver onder de stoel van zijn klasgenoot voor hem. Dat wil zeggen: lekker onderuit. Of teringklotenkanker; ook zo’n woord waarmee je in bepaalde situaties heel precies kunt aangeven wat je bedoelt. Niet bepaald fijnzinnig, maar wel lekker kort door de bocht.

Precies Niels, zei hij, maar ik zou graag dichter in de buurt blijven van zo’n uitdrukking als kort door de bocht. Goed trouwens dat je die kent. Heb je onbewust toch nog een voorbeeld van enig niveau weten te produceren. Met wat nadenken en wat minder primair reageren komt er toch nog wel wat uit. Goed gedaan jochie. Dat is er ook een, trouwens. Maar dat terzijde.

Toen vijf minuten later de zoemer ging en de jeugd het lokaal uitstroomde, besloot hij de volgende les een onverwachte toets over uitdrukkingen te geven. Geen van de kinderen zou een voldoende halen. Punt.