Odapark

We hadden vanochtend de kleine weer over de vloer. Ik noem hem de kleine omdat hij anders El zou heten. En ik heb al een El. De kleine was goedgehumeerd. Dat is altijd meegenomen want als dwarse driejarige is hij een lastig geval. Hij speelde een uur met lego, keek wat foto’s met El en daarna gingen we wandelen. We kuierden in de richting van het Odapark. Daar staat volgens de kleine een schitterend geel ding. Hij wist dat nog van een vorige keer. Net als zijn broer en zus is hij nogal goed in herinneren. Hij mag ook graag door de oude fotojaarboeken bladeren om aan te wijzen wie wie is. Grote moeite heeft hij met te geloven dat sommige kleine witkoppen in die boeken zijn papa of zijn oom zijn. Hij kan zich maar moeilijk voorstellen dat die ook ooit kind waren. Gevolg van het bladeren door de familiegeschiedenis was dat we tijdens de wandeling naar het park een exposé kregen over de familieverhoudingen. Wie was wat van wie, geen probleem, hij wist het. Toch vroeg hij nog even hoeveel kindjes El heeft. De samenhang in zijn kennis bleek dus niet echt stabiel en compleet. Er zaten nog leemtes. Niet erg, met nog een leven voor je. En dat een oversteekplaats voor voetgangers een zebrapad wordt genoemd, daar moest hij hartelijk om lachen. Ja, een zebra was ook wit en zwart en dan weer wit en zwart, maar ook een beetje groen en blauw. Daar konden we hem even niet meer volgen. En toen waren we in het park waar eikeltjes, mooie blaadjes, kastanjes in een plastic zak verdwenen en hij op zoek ging naar paddestoelen. Niet eten, hoor, zei hij nog.