Je weet tegenwoordig toch niet meer wat je moet geloven. Hij zei het vol overtuiging. Iedereen vertelt maar wat. Instagram, TikTok, X, het is allemaal één pot nat. Hij nam nog een slok. De kranten, het journaal, allemaal hetzelfde. Je weet echt niet meer wat waar is. En dan heb je ook nog AI, dat verzint ook maar wat bij elkaar. Ik geloof écht helemaal niks meer. Hij was lekker op dreef. Het leek me lastig en ook eigenlijk niet meer zinnig op dit moment van de avond, het was al laat, het liep tegen sluitingstijd, nog met iets van nuance te komen. Ik knikte en wist op hetzelfde moment dat dat fout was want daarmee zouden de sluizen open blijven. Hij was niet meer te stoppen. Weet je, ze zetten ons, hij moest ook nog even een boer kwijt, gewoon op het verkeerde been. Nog een slok, een ferme slok. Hij had moeite zijn ogen op mij gericht te houden. Die dwaalden naar iets achter mij. Misinformatie, alles misinformatie. Nog een slok. Nog een boer. Maar ik zal je vertellen, die is er altijd al geweest. Kijk maar eens goed om je heen. Al die mensen. Misinformatie all over the place. Wacht even, ik loop nog voor een biertje. Het duurde even voor hij weer terug was. Goed, hij was dan wel dronken, eenmaal terug, hij was niet vergeten waar hij het over had. Weet je, zei hij, ik geloof dus helemaal niks meer, van wat ze vertellen, maar nep is echt niks nieuws. Iedereen maakt zich druk over nepnieuws, het gaat nergens anders meer over. Waar hebben wij het nu over? Nou? Hij deed een poging me indringend aan te kijken. Wij hebben het er nu toch ook over? Toch? Jij en ik? Hij nam een slok van zijn verse biertje, hij mikte slecht, er liep ook wat naast zijn mond, over zijn kin, langs zijn hals naar lager gelegen gebied, hij veegde het af met de mouw om zijn vrije arm. Maar, écht, nep was er altijd al. Oké? Voorbeeld, oké, voorbeeld? Kijk om je heen. Naar de mensen hier. Wat zie jij, als je naar ze kijkt? Nou? Wat? Kijk eens om je heen. Hij draaide behoedzaam – wat me verstandig leek – om zijn as en wees met de arm met aan het einde het glas bier om zich heen. Het glas met bier maakte een zweefvlucht over wat hoofden die net op tijd naar beneden doken. Er sloeg wat bier over de rand. En daar was zijn gezicht weer. Er is hier meer nep dan je denkt. Kijk goed en je ziet haarstukjes, getatoeeerde wenkbrauwen, weggeplamuurde sproeten, veel te lange en veel te olijk opkrullende wimpers, gelnagels. Nep is van alle tijden, iedereen doet zich anders voor dan hij is. Allemaal misinformatie. Dat zit diep in de mens. Er drong zich een hik aan hem op. Niet tevreden met wat hij is en dus altijd in voor wat met een geleerd woord alternatieve waarheden heet. Je beter voordoen dan je bent. Dat is het gewoon. Zo simpel is het. Je moet het alleen even accepteren, dat je voortdurend iets anders voorgespiegeld krijgt dan er echt is. Nee, mij maken ze niks meer wijs. Dus jij moet je er ook maar niet meer druk over maken. Nog een boer. Nog een slok. Echt niet. Gewoon niks meer geloven, dat is het handigste, dan valt er ook niets meer tegen. Dan kan het alleen maar meevallen. Zo, hij dronk met grote slokken zijn glas leeg, en nu nu ga ik naar huis. Genoeg geluld. En beloof me, geloof gewoon helemaal niets meer. Alles misinformatie. Hij draaide zich om, zwaaide nog eens en stapte aarzelend, onzeker de nacht in.