We hadden wat boodschappen gedaan in Venlo – Sorry Venray! Rond het middaguur waren we op de terugweg. Op de radio las een mevrouw een column voor. Die begon met een lofrede op de Pieter Omtzigt die ze kende als ridder op het witte paard ten tijde van het blootleggen van het toeslagenschandaal. Ze had, zei ze, in die tijd veel aanzien voor hem gekregen. Mijn tenen kromden zich in mijn schoenen. Ik raak steeds meer in verwarring als taal-, spraak-, schrijf- en woordvaardige columnisten die met veel aplomb hun visie voor waarheid presenteren, zeker van alles wat ze beweren, geen enkel relativerend moment in hun stroom van woorden inbouwend, tot dergelijke talige misperen in staat blijken te zijn. Waarom toch? Het is niet speels, niet creatief, het is gewoon fout. De lofrede bleek overigens de aanloop naar een tournure naar fors affakkelen. Nou zie ik het ook niet zitten met Pieter, niet meer in elk geval, maar tot de enkels afbreken vind ik ook niks. Ik heb dat wel een beetje gehad, Het is nogal gemakkelijk om met kapotmaken als stip op de horizon in te zoomen op enkele uiterlijke kenmerken, opvallende eigenschappen, onhandig optreden en uitspraken die net verkeerd vielen. Uiteindelijk leidt het af van je eigen verhaal. Hoewel, het kan natuurlijk ook zijn dat je helemaal geen eigen verhaal hebt.