Kervel

Het regende. Dan maar eerst boodschappen doen, zei El. Bij Leclerc. We weten dat als je daar je boodschappen doet, dat je dan wel even onder de pannen bent. Voordat je op een oppervlakte van twee voetbalvelden je zeven boodschappen bij elkaar gesprokkeld hebt, dat vraagt om tijd. En tijd hadden we in overvloed want het zou nog tot diep in de middag regenen. Ik hoor jullie al zeggen: Waarom gaan jullie dan niet naar een museum? Jullie zijn toch zo cultureel? Of is dat maar gespeeld? Goed, we gingen dus naar Leclerc, weer meer kennis opdoen van de enorme variëteit in het aanbod van in glas en blik geconserveerde groenten en kruiden in Frankrijk. Die is enorm, dat weten we, ons lijkt zelfs: overdreven enorm, maar altijd als we in Frankrijk zijn moeten we bijna dwangmatig op zoek naar blikjes kervel. Hoe dat komt? Toen we nog heel bescheiden wensen hadden – zeg maar: moesten hebben – waar het ons avondeten betrof, aten we vaak verse worst, eerst gekruid met peper en zout flink aangebraden in margarine en daarna klaargestoofd in een kervelsausje. Dat sausje maakten we op basis van een blikje kervel, afgewerkt met een mengsel van water en bloem en wat volle melk. We hielden dat toen voor een gezonde en smakelijke maaltijd. Soms kookten we er nog een kruimig aardappeltje bij om dat in de diepgroene kervelsaus tot een lekker zompige substantie te kunnen prakken. Een jaar of tien geleden kwam El plotseling op het idee die verse worst in kervelsaus nog eens klaar te maken. Op zich een prima gedachte maar we vonden in Nederland geen blikjes kervel meer, evenmin in Duitsland en België. Geen man overboord, vonden we, want we zouden in Frankrijk vast kervel vinden. Als we daar weer eens waren. Daar is immers, als reeds gezegd, het assortiment voor lange tijd in blik en glas opgeborgen groente schier onbeperkt. Maar, je begrijpt het al, ook Frankrijk stelt ons tot nu toe keer op keer hevig teleur. Wel is hier kervel – cerfeuil – in gesnipperde en gedroogde vorm te koop maar daar valt geen kervelsaus mee te maken, daar heb je echt de lekker nat – mouillé – geconserveerde variant voor nodig. Ook vandaag vingen we weer bot. En nu we dat dwangmatige zoeken weer achter ons hebben gelaten, zijn we klaar voor de musea.