De inflatie is nog niet onder controle, huizenprijzen stijgen na een dipje weer. In de krant lees ik dat het voorkomt dat op de vraagprijs het bedrag van 50.000 euro’s wordt overboden. Er staat hier om de hoek een huis te koop voor 410.000 euro’s. Het staat er binnen knap bij, afgaande op de foto’s op Funda, van buiten is het de hoek van een in de vijftiger jaren van de vorige eeuw door de woningbouwvereniging gebouwd huis(je). Niks mis mee hoor – behalve met de geheel betegelde tuin – maar toch. Wij denken dan dat de vraagprijs aan de hoge kant is, ondanks de locatie in het centrum van het dorp. En ondanks dat het instapklaar is. En dan even over dat helemaal oké om er zo, hup, in te trekken. We hoorden vandaag een verhaal over hoe toekomstige eigenaren naar hun nog te betrekken huis kunnen kijken. Dat is een huis van iemand die we goed kennen en dat in alle opzichten tiptop is. Instapklaar, zeg maar. Of dat, maar dan ook nog plus plus. Gisteren kwamen daar namens de nieuwe eigenaren drie vaklui langs. Om de situatie te verkennen. Een voor de keuken, een voor de vloer, een voor de wanden. De verkopende mevrouw ontving ze welwillend. Ze heeft al helemaal afscheid genomen van het huis. Ja, kijkt u rustig even rond. Mij doet het geen pijn meer. Enfin. De keukenboer: Deze keuken vervangen? Zo goed nog. En ook nog erg mooi. De vloerenboer: op deze hardstenen vloer een pvc-vloer leggen? Zonde. De stucwerkboer: Deze wanden zijn perfect. Niks meer aan doen. Het is pure gekte, denk ik.