Eenzaamheid

Vanmiddag zat ik aan een gesprekstafel. Het onderwerp was eenzaamheid in relatie tot kleur. Of omgekeerd, dat weet ik niet precies, hoe de introductie van het thema er precies had uitgezien. Ik schoof daarvoor te laat aan. Ik had het idee dat ik als een steen in de vijver viel. Om de gesprekstafel zaten allemaal vrouwen. Een stuk of acht, negen. Het duurde even voordat ze verwerkt hadden dat er een man aanschoof. Houd me ten goede, het zou gezien de idealen van de zeventiger, tachtiger jaren anno 2023 niet zo raar moeten zijn maar in de afgelopen decennia is het dichten van de kloof tussen mannen en vrouwen niet bepaald geslaagd. En vooralsnog ben ik sceptisch over de mogelijkheid dat de toenemende genderfluïditeit daarbij gaat helpen. Maar goed, nadat de eerste schrik voorbij was, kwam het doodgevallen gesprek weer aarzelend op gang. We leven in een tijd waarin eenzaamheid met hoofdletters wordt geschreven. Er zijn als gevolg van de vergrijzing steeds meer alleenstaande ouderen, er is in het algemeen een toename van alleenstaanden, er is het spoor van vernieling dat COVID en zijn lockdowns in het leven van mensen en vooral jongeren heeft getrokken, er is het verslavende gebruik van social media en daardoor het gebrek aan direct, meer of minder fysiek, contact met medemensen, vooral medejongeren. De vraag die op tafel lag was wat daaraan te doen is? Het koor waarin ik zing wil dat onderzoeken. Niet wetenschappelijk, maar meer voor de vuist weg, vanuit verstand en hart. Het idee is dat we op bestaande muziek teksten schrijven op basis van wat we in de loop van de komende weken met elkaar aan ideeën over eenzaamheid en bruggetjes naar eenzamen delen.