“Ik denk dat het tijd wordt dat jullie eens meegaan naar E. om afscheid te nemen van tante J,” zei mijn moeder op een mooie, heldere dag in de winter, ergens aan het einde van de jaren tachtig. Tante J. was, 84 jaar oud, aan bed gekluisterd geraakt als gevolg van kanker aan de alvleesklier. Haar dood kondigde zich nu aan en mijn moeder vond het nodig dat partner P. en ik haar een laatste groet gingen brengen. Zij zou met ons meegaan. Dan viel het praten gemakkelijker. Tante J. woonde in een groot, oud huis en verbleef op haar slaapkamer in een breed eikenhouten ledikant. Dat stond midden in de ruimte. Fel zonlicht viel via een raam achter het hoofdeinde op het grote bed. Tante J. was altijd al een wat iele verschijning geweest maar nu, met het dunne, grijze haar en de witte huid tussen de witte lakens en met haar ogen gesloten, leek ze wel heel erg op een bijna dood vogeltje. Het vogeltje bleek echter al snel nog alles behalve bijna dood. Hoewel klein van postuur, tante J. was verbaal altijd al met veel verve aanwezig geweest en had – eenmaal goed wakker – ook nu nog van alles te vertellen. Het bezoek moest het doen met één stoel. Die was voor mijn moeder. P. en ik stonden nu eens hier, dan weer daar rond het bed. We hielden ons staande aan beurtelings hoofdeinde en voeteneinde. Onze blikken gleden door de kamer. Ondertussen ontgingen de priemende oogjes van tante J. niets. Toen mijn ogen voor haar gevoel erg lang bij een heel oude kast bleven hangen zei ze: “Ik zie je wel naar die kast kijken. Als je maar niet denkt dat je die erft.” Ik voelde me betrapt zonder dat daar reden voor was want de kast was tussen mijn oren absoluut niet als mogelijk erfstuk opgedoken. Maar maak dat op zo’n moment een mevrouw met onwrikbare standpunten als tante J. maar eens duidelijk.Toen tante J. een aantal maanden later, altijd ongetrouwd gebleven, stierf, verdeelden haar broers en zus de boedel. De kast die ik niet zou erven staat inmiddels zo’n jaar of twintig in onze woonkamer.
Deze anekdote schreven mijn L. en ik op in 2008 naar aanleiding van een publicatie in een weekblad.