Carpentras

Naast ons op het terras op de Place de 25 Août zit een dichteres. Vermoed ik. Ze kijkt veel rond en heeft een dik schrift voor zich op haar tafeltje liggen. Ze rookt een mager sjekkie. Zo nu en dan schrijft ze. Ed van der Elsken zou haar hebben willen fotograferen. In zwart-wit, denk ik. Donker, lang haar, deels opgestoken, strak geknipte pony. Denk: late vijftiger jaren, kunstacademie, Montmartre. Ze heeft licht Noord-Afrikaanse trekken. Niks bijzonders in Carpentras. Ze leest steeds na wat ze schrijft. Daarbij gaat haar schrijfhand nauwelijks waarneembaar maar toch mee in het ritme van de woorden. De woorden moeten passen, dus. Ze blijven onleesbaar, voor mij, helaas. Ondertussen drinken wij onze café allongé. We eten er een croissant en pain au chocolat bij. In het bakkerswinkeltje duurde het even voor we ze eindelijk mee konden nemen. De man voor ons liep verbaal nogal leeg. Drie keer maakte hij aanstalten af te ronden, drie keer meende hij toch weer opnieuw van wal te moeten steken. Drie keer moest madame achter de toonbank zichtbaar haar uiterste best doen niet diep in en uit te ademen en daarbij haar ogen naar boven te draaien. Deze vaste klant mocht niet denken dat ze hem beu was. Maar haar blik toen ze vroeg wat wij wensten, sprak voor zich. Er hoeft vaak niet veel gezegd te worden.