Bergeijk

De laatste keer dat ik in Bergeijk was, was tot vandaag ook de enige. Dat moet geweest zijn in het najaar van 1965. Het was na een tocht die voor mij begon in Maastricht, voor vriend Gee met een reis van Vught naar Maastricht, de dag voordat we daar de lijnbus namen naar Opglabbeek, in België. Daar woonden vier leuke meiden die we in de zomer ontmoet hadden in Diest, ook België, op de gemeentelijke camping. We waren een dag of veertien samen opgetrokken en er hing verliefdheid in de lucht. Die dag in het najaar zouden we ze terugzien. Spannend was het. Van de vier waren er drie uit één gezin. Het werd een mooie dag in een fraai huis, met een prieel in de tuin dat de vader van de drie, naar eigen zeggen en hij knipoogde daarbij, had laten neerzetten voor het geval zijn dochters verliefd zouden zijn. Dan konden ze, enfin ….. En, de vader – hij vond ons aardig – zou ons na het avondeten naar – daar komt het – Bergeijk brengen. Vandaar reed een lijnbus naar Valkenswaard en verder naar Eindhoven. Daar wachtte vervolgens de trein naar Vught. Om alle aansluitingen te halen moesten we in Bergeijk de bus van halftien hebben. Dat was ook de laatste bus die die dag in het najaar van 1965 uit Bergeijk zou vertrekken. Ik had de eer naast de vader voorin op de stoel naast hem te zitten, vriend Gee het grote genoegen van een wat krappe zitplaats tussen de drie dochters op de achterbank. Ik had een riant uitzicht op de wegen die de vader met de banden van zijn snelle wagen teisterde. Belgische wegen met slecht wegdek, zonder heldere belijning en verlichting. Onderwijl kreeg vriend Gee op de achterbank van heel andere indrukken hartkloppingen dan ik voorin. De vader slaagde er in ons op tijd in Bergeijk af te zetten. Tot ziens, jongens, zei hij. Vandaag ontmoette ik na lange tijd weer eens vriend Gee en zijn vrouw Wee, in Bergeijk, samen met mijn El. We hebben genoten van elkaars gezelschap. We hebben het overigens niet gehad over die dag in het najaar van 1965. Misschien de volgende keer.