AI, ik weet nog niet zo goed wat ik ermee moet. Sinds kort biedt Microsoft Word Co-Pilot aan. Als ik een opdracht geef, kwam er altijd wel iets uit waar ik wat mee kon. Dat waren dan overigens niet de tekstjes die je hier leest, die komen gewoon ouderwets uit mijn koker. Maar van de week raakte ik enigszins van mijn stuk toen ik een puzzel zat te maken en met de letters in de woorden gratis kalveren een ander woord moest maken. Ik kwam er geheel tegen mijn gewoonte in niet uit. Ik had de puzzel al eens weggelegd omdat de ervaring had geleerd dat dat kan helpen; afstand nemen, stapje terug doen en na een tijdje weer oppakken, en dan opeens zie je het. Maar, nu niet. Evenmin na een tweede en derde keer. En toen dacht ik: Laat ik AI eens proberen. Ik vroeg aan Co-Pilot: Welk Nederlands woord van veertien letters kun je maken met de letters in gratis kalveren? Het antwoord: Een woord van veertien letters dat je kunt maken uit de letters in “gratis kalveren” is “vertaalkring”. Dit woord combineert de letters op een manier die een coherent en betekenisvol Nederlands woord vormt. Maar helaas, vertaalkring heeft twaalf letters. Daar kon ik dus niks mee. Ik probeerde nog wat opdrachten maar het leverde niets bruikbaars op. Ik kreeg eerder het idee dat AI naarmate ik meer opdrachten gaf steeds meer in de war raakte. De laatste waarmee ik het probeerde: Geef een opsomming van alle Nederlandse woorden van veertien letters die je kunt maken met de letters in gratis kalveren. Daarop antwoorde Co-Pilot: Veertien-letter Nederlandse woorden uit “gratis kalveren” zijn vertaalkring, verslaatkraag, rijkstaalverg, krateralgvis, klaverratings. Ik was na tien minuten AI nog altijd niet waar ik wezen moest. Ik was eerder nog verder van huis dan daarvoor. Toen was ik het vertrouwen in mijn eigen scherpte kwijt, na die tien minuten ook nog in AI. Zelfs letters tellen was voor AI te moeilijk gebleken. Ondertussen had El bedacht wat het woord moest zijn. Ik zal eraan proberen te denken je dat morgen even te laten weten. Heb je even de tijd zelf je hersens te breken op gratis kalveren. En dus slimmer te zijn dan AI.
Wakker
Bij de viersprong moesten we zijn. We waren er na een telefoontje en enig zoeken toch nog op tijd bij uitgekomen. Er stonden wat hekken en wat auto’s plus een verkeersregelaar met een fluitje. En blaast die op dat fluitje dan weet je: Hier is de koers! De viersprong lag in het buitengebied ten noorden van Deurne; waar de wegen tussen de open velden kaarsrecht zijn, en smal en vlak en winderig én met forse bomen afgebiesd. Daar is de ideale habitat voor koersen in het begin van het seizoen, als de benen langzaam uit hun winterslaap komen en er nog kilometers moeten worden gemaakt zonder al te veel poespas. Met vier of vijf bochten in het parcours heb je dan zoiets ingewikkelds als sturen wel tot een minimum beperkt. We liepen door naar de start en finish. Het was er een toffe boel met muziek uit de jaren zestig en zeventig. Er stonden ongeveer tachtig mannen van alle leeftijden en één jonge vrouw klaar om op smalle bandjes met hoge snelheid het door zware landbouwvoertuigen ruw gereden asfalt te teisteren. Kleinzoon Em van veertien had er ook zin in. Voor hem waren we daar, ten noorden van Deurne, waar de zon stukje bij beetje wegzakte boven nog zandig bruine akkers en waar een kille wind een einde maakte aan een aangename lentedag. En toen viel de muziek stil. Iemand riep in een microfoon: Rijden maar! En daar gingen ze, met krakende kettingen en kuiten op ontploffen. Na een uurtje hadden we ze allemaal een keer of vijf voorbij zien komen en hielden we het voor gezien. Em werd als verwacht nog gedubbeld, terwijl zijn gemiddelde snelheid 36,3 km/h was. Ik keur het goed. Benen zijn wel wakker, lijkt mij.
Pink
We waren tussen twee afspraken in en moesten hoognodig wat eten. Maastricht lag te stralen onder een warme lentezon. Op de terrassen stonden de parasols nog als staken tussen de setjes tafeltjes met stoelen. Ze nu al uitvouwen en schaduwen laten werpen: het zou vloeken in de kerk zijn geweest. De lentezon eiste terecht haar rechten op. We gingen op zoek naar een tafeltje binnen. Eten doe je niet in de volle zon, vinden wij. Het werd een tafeltje tegen de met smalle latten beklede achterwand van de brasserie. Het was er lekker rustig maar we hadden wel goed zicht op het grote terras met uitzicht op het water waar het stervensdruk was. En waar veel jong volk probeerde een eerste verkleuring van de huid op te doen. Aan een van de andere tafeltjes tegen de achterwand zat een man die zich nogal verdiepte in het scherm van een laptop. Hij zat met zijn rug naar het terras. Concentratie, dacht ik. Zo nu en dan tikte hij een stukje tekst. Naast de laptop stond een kop van het formaat waarin cappuccino wordt geserveerd. Hij nam daaruit voorzichtige slokjes. Nog wat warm, dacht ik. De ober kwam en we bestelden een broodje en koffie. Het wachten begon. We zagen hoe het ene na het andere bord met salades, broodjes, wraps en burgers in de richting van het terras verdween. Bladen vol water, wijn en bier trokken mee in de parade. Ik had trek. Ondertussen tikte de man stukjes tekst, haalde weer eens wat weg, voegde weer wat toe, staarde naar het scherm, tikte weer wat en nam ondertussen nog steeds kleine slokjes van zijn cappuccino; het oor van de kop hield hij vast met duim, wijs-, middel- en ringvinger terwijl de pink een geheel eigen weg ging. De ober bracht ons voedsel. We vielen aan. Toen ik weer even opkeek, zag ik hoe de pink van de rechterhand van de man achter de laptop langzaam in zijn rechter neusgat verdween, daarin langzaam ronddraaide en weer werd teruggetrokken terwijl de man geïnteresseerd naar de iets vochtige top keek. Ik besloot me per onmiddellijk weer op mijn broodje te concentreren. Even later zag ik vanuit een ooghoek dat de man zijn laptop dichtvouwde en de brasserie uitliep.
Traag
Geschreven op woensdag 25 juni 2008
Vandaag een trage dag gepland. Alles lekker langzaam doen. Slow living, dus. Dadelijk even met de auto naar de wasstraat. Dan naar ’s-H., even bij vriend G. aan, en dan door naar A.. Het zal vanavond wat later worden dan normaal. Nicht K. viert vandaag dat ze is afgestudeerd. Daar wil ik als oom even bij zijn. Gisteren overigens ook even naar ’s-H. geweest. Met de trein, jawel. Maar dat was een beetje zakelijk. Mogelijk een leuke klus in het verschiet. Maar daar wil ik nog even goed over nadenken. Slow thinking, zeg maar. Met dit soort dagen – veel de deur uit en keurig in de kleren kom ik wel helemaal niet toe aan de klussen in huis. Soms heb ik de indruk dat het daardoor ook almaar niet opschiet. Dat laatste is natuurlijk niet helemaal waar, maar toch. Slow mag dan volgens de goeroes goed voor ons zijn, slow working, daar kan ik nog altijd niet tegen. Er zit nog altijd een tempo in mijn lijf dat zich maar niet laat temperen. Slow living roept een vaag soort schuldgevoel op. Niets doen al helemaal. Dan is er van vaag zelfs geen sprake meer. Dan liggen alle klussen er met nog meer nadruk ongedaan bij. Van alles roept, schreeuwt dat het graag en met spoed afgetimmerd wil worden, geplamuurd, geschuurd, gekit, gegrond, gelakt. Of versjouwd wil worden en in elkaar en op zijn plek gezet. Of gelezen wil worden, begrepen en innerlijk verwerkt. Of geschreven wil worden. Of gekocht, schoongemaakt en voor consumptie gereed. Of verkocht wil worden. Of bezocht wil worden, aandacht wil krijgen of bewonderd wil worden. Allemaal door mij, van mij. Rustig, rustig, rustig roep ik dan terug vanuit een hoofd dat gewoon even niets wil maar zich wel aangesproken voelt. Het komt allemaal goed. Slow weliswaar, maar het komt goed. Oh ja, die foto’s bij de voorvorige passage uit het dagboek; ze komen er aan. Niet nu, maar morgen of overmorgen. Vandaag is het een trage dag. Bewijs uit het ongerijmde dat dat goed is: er stijgt net van Maastricht Aachen Airport een viermotorig propellervliegtuig op. Héél traag en met een heel geruststellend gebrom
Daar
Met dit gedicht deed ik mee aan schrijfwedstrijd De Raadselige Roos van Literair Café Venray. Het kon er geen potten breken.
daar staat ze, op de dijk
ze kijkt stroomop
de wind rolt over rimpelwater
het sneeuwde ooit – dan
vrij en wild en ongeremd
springt het van steen op steen
juicht tegen helder blauw,
laat het zijn druppels vangen
ze nam ze mee
ze draagt ze in haar hart
ze laat ze vrij
daar staat ze, op de dijk
ze kijkt stroomaf
de wind rolt over rimpelwater
het speelde ooit – dan
rustig, kalm en zonder haast
zoekt het van dag op dag
de luwte van een trage stroom,
wil het een zachte bedding
Beeld
we reden op een lange, rechte weg,
links een kanaal en soms een boom,
rechts uitgestrekte, nog fris groene velden.
je rijdt alert, kijkt ook wat rond
en in een flits was er een beeld
waaraan ik niet ontkomen kon.
en dus nam ik het op en mee.
er liep een vrouw over een pad.
nou en – nou deze viel zeer op,
de kin omhoog, de ogen strak vooruit,
haar wilde haar achter haar aan.
ze stapte als 4sterren generaal,
haar bronzen borstbeen kaatste licht,
de zon hing voor haar als een prooi.
Koor
De A73 was weer eens dicht. Vanaf Maasbracht richting Venlo. De file begon op de A2, in de buurt van Roosteren al was de vaart eruit gegaan. Het was vervolgens doorsukkelen en afslaan naar de Napoleonsweg. Ook die zat tot het eerste stoplicht bij Grathem propvol. Daar sloeg ik af naar Baexem. Het was lang geleden dat ik de route via Heythuyzen, Roggel, Helden naar de Middenpeelweg had gereden. Er was veel veranderd en tegelijk was alles vertrouwd. Meer dertig kilometerzones, een huis had een carport, een ander een erker, weer een ander een enorme dakkapel. Er was van alles gesloopt en nieuw gebouwd. Veel wegen waren opnieuw aangekleed. De som van alles is dat de wereld waarin we wonen er steeds fraaier uit gaat zien. Ik wil niet zeuren maar ondertussen gaat het met de verhoudingen in het land een stuk minder. En ja, ik weet het, van botox, een kleurspoelinkje en liposuctie wordt een mens ook niet socialer. Ik kwam van een uitvaart in de basiliek van Meerssen. Die zat bomvol. Ik moest denken aan de afscheidsdienst van mijn vader, in dezelfde basiliek, eind 1976. Toen zat die ook vol. En vandaag zong het Basilicakoor, mijn oude koor. Ik verbaasde me er over dat het me ontroerde, het te horen zingen en te weten dat ik er ooit in had meegezongen. Met het prachtige Benedictus en het Franse Au Coeur De Ce Monde. En ja, er gaat wat om in een hoofd op een lijf in een auto die noodgedwongen een oude, vertrouwde route rijdt na wat uren waarin vooral herinneringen de gedachten bepaalden. Uren waarin we stilstonden bij Jan die ook zong in het Basilicakoor en de vader is van een goede vriend.
Snelbinders
Er liep een man met enig overgewicht en een baard van een dag of drie in een mouwloos shirt met een fiets aan de hand naar de uitgang van de hal. Hij had stevige kuiten onder een iets te lange bermuda met design en kleuren uit de jaren waarin Doe Maar zijn grootste successen vierde. Overal krulde rossig lichaamshaar zijn huid uit. Zijn manier van bewegen en de ruimte vullen oogde ontwapenend onaangepast. Bij die uitgang kon je bij een kassa afrekenen wat je in de hal uit de schappen had getild. Op de bagagedrager van zijn fiets had de man onder de snelbinders een kratje met flesjes appelsap en bovenop die flesjes lagen drie literflessen Bokma. Maar, de man maakte geen aanstalten af te rekenen, ondanks de kassa. Terwijl hij zijn rechterbeen optilde om dat over de fiets te tillen, riep hij tegen de man achter de kassa: Hee Arie, Ingrid zegt dat we het er deze maand niet meer bij kunnen hebben, je houdt het van me tegoed. De man achter de kassa keek op uit zijn tijdschrift. Wat bedoel je Henk? Is het wat ik denk dat het is? En hij stond op van zijn kruk. Hij was zeker een meter negentig en ook in de breedte mocht hij er zijn. Je bedoelt dat het volgende week wordt, betalen? Terwijl de voet van Henk het rechter pedaal raakte en de fiets al langzaam onder Henks kont was geschoven, besloot Henk dat het misschien beter was even de tijd te nemen voor enige uitleg. Ik denk dat het niet volgende week maar de week daarop wordt. Dat ik kom betalen. Arie zuchtte. Maar Henkie, en hij fronste even, je weet dat ik weet waar je woont, toch? Henk viel even stil. Nou, dat kon wel eens tegenvallen, zei hij, we zijn net verhuisd, Ingrid en ik. Vorige week. Daar moest Arie even over nadenken maar voordat hij aan een passend en afdoende antwoord kon beginnen zei Henk: Gebbetje joh, en hij knipoogde naar Arie. Natuurlijk zijn we niet verhuisd, weet je wat dat kost, verhuizen? En ik moet jou nog betalen, weet je, over een week of drie, toch? En ik zal elke dag aan je denken als ik m’n slokkie neem. Arie zakte terug op zijn kruk. Henkie, zei hij, ik weet het, ik ben vanaf nu weer voortdurend in je gedachten, je bent de liefde voor de medemens in persoon, Faber zou onmiddellijk voor je tekenen, maar godsamme Henk, je weet het altijd maar weer …….. hij pakte het tijdschrift, rolde het op, wees er mee naar Henk, het moest er dreigend uitzien, ik weet je te vinden.
Mussen
ik houd van mussen,
de kleine mussen,
het vrouwtje, het mannetje,
spelend in de buxushaag
met lichtgroene, jonge
scheutjes, blad …. soms even
het spelen onderbrekend
voor een lekker hapje:
rups, spinnetje, luisjes.
dan dóór maar weer,
haag in, haag uit
acrobatisch vliegend
tussen takjes, twijgjes door
gaatjes en dan daarna
nog even straaljagerend
van meidoorn naar hulst,
van schutting naar dakrand
om te verdwijnen in de goot
en onder de huiselijke pannen
gezellig op hun nest
nog wat na te genieten
bij een lekker kopje thee.
Zij verheugen zich op mei.
Gehoord
- In de ijssalon – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning wil ik mij niet laten opjagen en blijf ik dagdagelijks rond een uur of vier p.m. gewoon een hoorntje met twee bolletjes pistacheijs eten. Daarna chillen met een kopje seringenthee.
- Bij de kapper – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning vind ik het belangrijk dat mijn haar goed zit.
- In het pretpark, annex dierentuin – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning hebben mensen afleiding nodig, ook als dat betekent dat we dieren opgesloten moeten houden.
- Bij de poltitie – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is er geld nodig voor een eindelijk van minuut tot minuut goed één op één werkend communicatiesysteem én het gebruik van één landelijk nationaal IT-systeem.
- In de ministerraad – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het van groot belang dat mevrouw Faber uit ons midden opzout.
- Bij de slager – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het wenselijk dat wij zelf wat koetjes en varkens in de achtertuin houden.
- In het leger – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is bij ons in de kazerne alles en iedereen vooral gefocust op meer geld voor defensie en het openen van wapenfabrieken.
- Bij de boer – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning komt het ontzettend slecht uit dat we ons ook nog met de beperking van de uitstoot van stikstof moeten bezighouden.
- In de sportschool – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het belangrijk dat mensen dag in dag uit intensief bouwen aan hun conditie en dus de intrinsieke weerbaarheid van een fighting community in survival mode.
- In het wijkcentrum – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning moeten we allemaal samen heel dicht bij elkaar blijven en elkaar door dik en dun stevig vasthouden door er concreet, ook met de poten in de klei voor elkaar te zijn.
- Bij het waterbedrijf – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning moeten het als gevolg van dreigende waterschaarste en de toenemende kans op het als gevolg van in aantal toenemende cyberaanvallen op onze kwetsbare softwaregestuurde waterdistributieinfrastructuur stilvallen en opdrogen naast waakzaamheid in het algemeen de volle aandacht hebben.
- In de Tweede Kamer – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het voor het bestendigen van de cohesie binnen de natie en het volk én het behoud en de versterking van de bestaande sociale weefsels in de gemeenschappen van het grootste belang dat we tradities in ere houden en daarom handhaven we de mogelijkheid vuurwerk af te steken, sterker nog: altijd en overal omdat we daarmee iedereen alvast laten wennen aan ongewenst geknal op willekeurige momenten.