Ik las: ‘Zonder een beroep te doen op het officiële Reisbüro der DDR vinden de burgers zélf wegen om hun Fernweh te bevredigen – het in het Nederlands onvertaalbare tegendeel van heimwee.’ Ik moest het nog een keer lezen. Er jeukte namelijk iets nogal onweerstaanbaar en ik wist niet meteen wat. En waarom. Vervolgens duurde het nog even voordat het kwartje écht viel. Heimwee is helemaal geen vertaling. Het is een vernederlandste versie van een oorspronkelijk Duits woord: Heimweh. Alleen de schrijfwijze is Nederlands, de rest nog gewoon Duits. Het ligt dus voor de hand het Duitse Fernweh in het Nederlands in te zetten als fernwee. Niks aan de hand, gewoon doorlopen mensen. Het verlangen naar ergens anders dan thuis is voortaan fernwee.
Moment
Vandaag een bijzonder moment. Tijdens een bijeenkomst van goede bekenden en vrienden vroeg een van hen het woord. Hij wilde bedanken voor de genoten vriendschap. Ik ben, zei hij, aan het einde van mijn leven. Er is geen kans meer op mijn ziekte overleven. En dat einde is niet ver meer weg. Het was doodstil en meer dan dat. De meeste mensen in het gezelschap wisten dat zijn leven niet meer te redden was, dat was niet waar het om ging. Dat was de moed om daar op dat moment bij deze mensen, waarvan vele vrienden, de kaarten op tafel te leggen. Er waren geen troeven meer uit te spelen, het was schaakmat, het lot werd in de ogen gezien, het verdriet van de naasten onder ogen. Dat kwam wel even binnen.
Klik
V. is vandaag jarig. Ze is een oud-collega. We gaven beiden les aan Jerusalem, ooit de leukste middelbare school van Noord-Limburg en oostelijk Noord-Brabant. Nederlands was ons vak. We zagen elkaar de laatste jaren niet vaak maar elke keer dat we elkaar weer ontmoeten voelt dat goed. Met de overleden Cl., Ro. en F. waren we jaar na jaar het docentencabaret. Bij V. trof ik M., de weduwe van F.. Ik had haar al een tijdje niet meer getroffen maar we gingen verder waar we gebleven waren. Er zijn in een mensenleven veel mensen die komen en gaan. Soms voelt dat als teveel. Soms probeer ik me voor te stellen hoeveel er dat zijn. Ik kan je zeggen: In mijn geval heel veel. En wat me nog het meest bezighoudt is waarom ze weer uit mijn leven verdwenen. Ik bedoel: Er was niet altijd een concrete aanleiding. Verschil van menig, ja, dat was er zeker, in een aantal gevallen. Vaak ook verhuizing of iets dergelijks. En ja, ook de dood. Maar meestal gebeurde het gewoon, dat je elkaar niet meer trof en ook niet meer opzocht. Soms vond ik dat jammer, soms ook niet. Ik heb overigens gemerkt dat de draad weer oppakken mogelijk is maar zelden leidt tot een gevoel dat net zo is als toen. Als er weer een klik is dan is de klik van toen niet de klik van nu. Er is iets weg uit de relatie van toen, er is een leemte en het is lang niet zeker dat die door iets nieuws waardevols gevuld raakt. Neemt niet weg dat opnieuw investeren in een herontdekt gevoel de moeite waard is.
Overleden
Vandaag is het vier jaar geleden dat vriend en collega F. overleed. De agenda raakt langzaam maar zeker voller met vermeldingen voor een hele dag. F. overleden, P-P overleden, H. overleden. Ca. overleden, Cl. overleden, G. overleden, Th. overleden, M. overleden, Ri overleden, Ro. overleden. En dan noem ik lang niet iedereen die mij na was. Dat was het wel, voor vandaag.
Dressuur
Kleinzoon M. fietst. Vandaag was hij ergens tussen Overloon en Oploo. Angelique van de navigatie zei dat de route naar ergens tussen Overloon en Oploo gedeeltelijk onverhard zou zijn. Dat bleek uiteindelijk om de laatste honderd meter te gaan. Maar, toch fijn dat ze even waarschuwde. De crossbaan waar M. moest fietsen is er een waar techniek gevraagd wordt. Korte bochten, steile hellinkjes, weinig stukken waar je lekker vlak door kunt rijden. Het is een mooie plek. Zo’n lekker bosje met klassieke bomen als eiken en beuken. En daar raggen dan enkele keren per jaar fietsers, motoren en terreinwagens doorheen. Een optimist heeft er ook nog wat nestkasten opgehangen. M. is jong voor zijn leeftijdsgroep. Dat wil zeggen dat winnen (nog) niet in zijn repertoire zit. Maar, vandaag had hij er zeer zin in. Hij gaf er veelvuldig forse snokken aan en eindigde voor het eerst in zijn nog maar korte carrière bij de eerste tien. Goed gefietst, M., zei ik. Hij knikte. Knikken was, schatte ik zo in, het enige dat hij nog kon. Naast ademen. Hij staarde nog enigzins van de wereld voor zich uit terwijl zijn vader hem zijn lange broek aantrok. Dat is een soort van luier met twee lange ritsen. Ik begreep hem want ik heb zelf ook weleens zo gefietst dat mijn verstand helemaal op nul stond. Vervolgens kreeg hij een vestje. Ene arm, andere arm, meende ik te zien. Hij trok zelf de rits dicht. Ook in deze sport spelen ouders tegenwoordig een hoofdrol als verzorgers. Ik vind het niet echt erg maar ik denk dat Wout Wagtmans en Wim van Est en Gerben Karstens, de notariszoon uit Leiden, die generatie, niet zoveel ouderlijke support hadden. Ik was trots op M.. Hij overtreft zichzelf stukje bij beetje. En ik zie hoe zijn vader daarvan geniet. En hoe zijn jongere neef V. erbij is en het in zich opneemt en meeleeft. Eerder op de dag was zus P. van M. eerste geworden in een dressuurwedstrijd. Ze rijdt paard. Zowel dat fietsen als dat paardrijden speelt zich af in zand, modder, klei maar ik heb meer met fietsen. Toch, een volgende keer ga ik bij dat juffie van tien kijken naar iets dat ik helemaal niet begrijp. Een paard bochtjes laten draaien, vooruit en achteruit laten stappen, rare pasjes laten maken met zijn vier benen en voeten en meer van dat. Ik moet me er maar eens meer in verdiepen. Maakt het verschil, een paard aan de teugels of een fiets?
Voedselbank
Er waren even wat extra vrijwilligers nodig, bij de Voedselbank. Vorige week was er een grote inzamelingsactie geweest bij de supermarkten in de regio. En nu moesten de tientallen kratten die daar door klanten gevuld waren worden geleegd en de inhoud gesorteerd. Ik was al langer van plan om, als de kans zich voordeed, een kijkje in de keuken van de voedselbank te nemen. En vandaag was het zover. Ik moet zeggen: Ik ben onder de indruk. Zowel van de gulheid van gevers als van het werk van de vrijwilligers. De voedselbank is absoluut professioneel. De logistiek is redelijk complex, er is (koel)ruimte nodig voor opslag en om het logistieke overzicht over het werk te houden. En het is hard werken om elke donderdag weer de kratten voor de klanten klaar te hebben. Ik vind overigens dat voedselbanken niet nodig zouden moeten zijn. We moeten mensen niet in leven houden met liefdadigheid. Liever met een faire bijdrage vanuit de overheid.
Nepboom
Weer in Venray wonen is ook na twee jaar nog altijd voor het eerst weer oude bekenden, oude vrienden ontmoeten. Vandaag koffie gedronken met J.. Ook ouder geworden. Heeft inmiddels ook het jachtige, werkzame leven achter zich gelaten. We zullen elkaar de komende tijd vaker ontmoeten. Ik heb er zin in. Verder vandaag druk geweest met van alles en nog wat. Het is het benoemen niet waard als je mij niet bent. Maar na een leven vol verzet tegen zo’n ding, hebben we vandaag een nepboom gekocht. Zo’n ding is gewoon handiger op de plek waar we nu wonen. En aan het einde van de middag mijn column voor Omroep Venray ingesproken. Die wordt uitgezonden op de zondag voor Kerstmis, ‘s morgens even na negen uur. Geen idee hoeveel mensen er rond dat tijdstip naar Omroep Venray luisteren, Het zullen er niet zo heel veel zijn, lijkt me zo. Het is lastig zo rond Kerstmis weg te blijven van een prekerig praatje en ik denk dat het niet voor 100 procent gelukt is. Ik stel voor dat je het zelf even controleert: zondag 24 december om ongeveer 9:15. Je kunt luisteren via de website van Omroep Venray, onder de knop Live Luisteren.
Savoureren
We waren bij M. in Valkenburg. We hadden de tijd, op de heenweg, en dus reden we vanaf de A2 binnendoor. Langs MAA, door Ulestraten, langs ons vorige huis op de grens tussen Humcoven en Meerssen, door het centrum van Meerssen en via Houthem naar Valkenburg. Nog altijd voelen we ons daar thuis. Alles is zo vertrouwd, ondanks alle veranderingen die we langzaam rijdend scoren. De Zonnestraal, andere eigenaar, Slager America, ermee opgehouden, de Jumbo gesloten, Michel en Michelle, van Uffelen geworden. Het gaat goed met me, zegt M. die een dik half jaar geleden haar man verloor. Als we haar huis binnenstappen komt weer even hard binnen dat H. er niet meer is. Het is zoals het is. We genieten een lekkere lunch. Rond drie uur nemen we afscheid van M.. Wat kan die vertellen! We zullen elkaar weer zien in januari, bij leven en welzijn. IJs en weder dienend. Es God bleef. We rijden naar Maastricht. Daar gaan we naar Lumière. Naar de film. Het fijne van naar schouwburg of bioscoop gaan is dat je even twee, drie uur lang niks anders doet dan kijken, luisteren. Niet ook nog even koffie zetten, naar de WC gaan, een wijntje inschenken, iets bestellen via internet of ………. En nu hebben we Le Pot Au Feu gezien. Twee uur en een kwartier kijken naar het bereiden van voedsel, het innemen van voedsel en drank door fijnproevers. En vooral ook naar de liefde tussen een aan voedsel bereiden en savoureren verslaafde en zijn kokkin, zijn cuisinière. Met van die vertrouwde Franse plattelandsbeelden. Filmisch pleidooi voor het koken met spul, recht van het land, van het terroir, recht naar het hart en de maag.
Statement
In de krant van vandaag gaat VIGO door het stof. De krant zegt dat VIGO een statement heeft doen uitgaan. Een statement. Ik weet niet of VIGO met dat woord kwam of dat de verslaggever vond dat het woord hier wel op zijn plaats was. Wat mij betreft waren de Nederlandse woorden persbericht of verklaring ook oké geweest. Maar nee, statement dus. VIGO is een organisatie die groot is in geestelijke gezondheidszorg. De top van VIGO heeft het bestaan op Ibiza een villa te huren omdat het wenselijk was heisessiegewijs te brainstormen over de toekomst van VIGO. Nul vliegschaamte. Plus dat er gaande de dagelijkse werkzaamheden nog wat belangen verstrengeld waren geraakt. Nog even en ook in deze sector signaleren we binnenkort grote Amerikaanse investeerders om de boedel op te kopen. Ook hier vloeien namelijk vanuit de Nederlandse schatkist permanent grote subsidiestromen richting stabiele en nog altijd groeiende problematiek in de volksgezondheid. Het is onbegrijpelijk dat goed opgeleide mensen in kennisland Nederland zo slecht op de hoogte zijn van wat nou wel en wat niet kan. En zo dom te denken dat niet op enig moment in de nabije toekomst media hun vinger achter het moreel losjes geplakte behang gestoken krijgen. En zo dom te denken dat door het stof gaan voldoende is om de onder hen gestelden en de van hen afhankelijken weer vol vertrouwen naar hun organisaties te laten kijken. Met je statement.
Cuisinier
Gisteren bleek er een nieuwe film met ruime aandacht voor eten en de bereiding ervan te zijn uitgekomen. Het is een Franse film en dat doet mijn verwachtingen oplopen. Ik zie op YouTube weleens filmpjes over hoe Amerikanen menen lekker eten te moeten bereiden, nou, geef dan mijn portie maar aan fikkie. Oké, Amerikaanse salades, dat gaat nog, ik geef het toe. We zagen ook een stukje van de trailer van Le Pot Au Feu, de titel van de film. Ik moest opeens denken aan het kookboek van een van mijn overgrootvaders. Het verscheen bij mijn weten voor het eerst in 1891 en draagt de titel Moderne kookkunst. Deze overgrootvader heette François Blom en had nogal een reputatie als maître cuisinier, schijnt. Het verhaal gaat dat hij ook de bereiding van koninklijke en staatsbanketten bestierde. In het kookboek staat een grote variëteit aan recepten, gelardeerd met illustratieve tekeningen van eigen hand. Opvallend is dat nogal wat recepturen de lezer bereiken zonder noemenswaardige aanduiding van hoeveelheden. Mogelijk ging er nog weleens een vinger door de saus om de smaak te testen. Weleens geprobeerd hanenkammen klaar te maken, Blom wijst je de weg. Of een leeuwerik bereiden? Ik ben nieuwsgierig naar Le Pot Au Feu. Ik houd je op de hoogte.