En nou is de bibliotheek weg van het pleintje. Vertrokken naar een groter plein. Of eigenlijk naar een pleintje tussen twee andere pleinen in. Hij/zij blijft om de hoek maar toch, hij is nu minder buurman, zij is nu minder buurvrouw dan tot voor twee weken. Ik ga het rijtje mensen voor tien uur openingstijd missen. Ik moet me nu dagelijks, bijna dagelijks, voorstellen dat ze er staan, hunkerend naar letters en koffie. Het pleintje hier voor het huis is leeg. Om tien uur ‘‘s morgens.
Europa
Ik ben nog uit de tijd dat de samenwerking in Europa nog in de kinderschoenen stond. Denk BeNeLux, denk Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Op school leerden we dat samenwerking vooral ook goed was voor de verbinding. Meer met elkaar omgaan zou leiden tot meer begrip en dus een betere verstandhouding. En die was hard nodig na de verwoestende haatzaaierij en etnische zuivering van voor en tijdens (en na ……. ) de Tweede Wereldoorlog. We moesten vooral minder nationalistisch denken en in plaats daarvan in Europa onze gemeenschappelijke waarden benoemen en samen koesteren. Ik zal niet zeggen: En de rest is geschiedenis, maar het komt wel in de buurt van wat voor de hand ligt, op dit moment. Ik denk dat Europa over de langere termijn gezien op de goede weg is maar nog altijd is in de breedte niet doorgedrongen dat Europa in de huidige wereldorde als politiek bestuurlijke entiteit een noodzaak is. Denk aan voedsel, gezondheid, sociale zekerheid, economie, veiligheid, gelijkwaardigheid. En nu dreigen nationalistische populisten weer meer zand in de toch al traag draaiende raderen te gooien. Dus, ga morgen naar de stembus en stem, wat mij betreft, GroenLinks/Partij van de Arbeid.
Lunch
We zijn alledrie neerlandici, oud-docenten Nederlands en oud-collega’s. Maar vooral zijn we in de loop van de tijd vrienden geworden. En dus schoven Mà en ik met onze partners vanmiddag voor een lunch aan bij Vee. Wij wel met onze partners, Vee niet. Haar partner overleed begin dit jaar. Om de een of andere reden kwamen we er niet over te praten. Ook onder vrienden kan dat lastig zijn. Ik stel me soms voor dat El er niet meer is en ik weet dat zij zich soms voorstelt dat ik er niet meer ben. Ik stel me ook voor hoe het voor Vee is. Volgende keer maar met haar over praten.
Schijt
Voor het culturele festival Schijt aan de Grens in Overloon EN Venray zijn we met wat schrijvers en meer specifiek dichters aan het werken aan een poëtische vleug. Ik weet het, werken en vleug, het is wat paradoxaal. Werken klinkt zwaar, vleug klinkt licht. En toch laten ze zich – héél apart! – goed combineren. Het is de vijfde keer dat Schijt aan de Grens festivalt in Venray EN Overloon. Maar, het is de eerste keer dat poëzie er uit de coulissen stapt en vóór het voetlicht. Misschien staat het over twee jaar zelfs net als muziek, straattheater en beeldende kunst in de spotlights. Schijt aan de Grens komt in Overloon en Venray – en op enkele mooie locaties tussen die twee grensplaatsen – op 24 en 25 augustus festivallen. Schrijf het maar in je agenda. We zien je daar!
Terras
Het regende, ja het regende. Dat is toch bijna altijd zo? En het waaide, matig, dat wel. De vlaggen aan de vlaggenmasten fladderden maar zo’n beetje mee. Die vlaggen waren in hoofdzaak geel en wit, dus dan weet je het wel. Katholiek feest. In de grote kerk die tegen het plein aan ligt was een dienst aan de gang want er stonden wat auto’s op het plein. Dat mag alleen als slecht-ter-been-gelovigen ter kerk gaan. Normaal gesproken staan op het plein enkel terrassen. Ik was toe aan een snelle lunch. En een kop koffie. In het restaurant was binnen geen plek meer, maar ik kon op het terras gaan zitten. Het regende dan wel maar de temperatuur was goed. Ik vond dat de terrassen op het plein er nogal treurig bij lagen. Ik weet het, als de zon schijnt is alles anders, maar of het in dit geval ook écht beter zou zijn geweest, ik weet het niet. De olijfbomen in de kuipen die bij aanschaf een godsvermogen moesten hebben gekost stonden er ronduit hulpbehoevend bij. Geen vers lenteblad te zien en kalend als een kater na een gevecht om zijn territorium. De andere bomen en struiken in de kuipen ook, trouwens. Onder de luifel aan de gevel vond ik nog een tafeltje. Er zaten al gasten, jas aan, de week door te nemen aan tafels van het formaat dat stamgasten erg kunnen waarderen. Schuif maar aan, er kan altijd nog iemand bij. Onder die tafels perzische tapijten. Knus, huiselijk. Er stonden ook wat kleinere tafeltjes. Aan een ervan, het tafeltje naast mij, zaten twee dames. Ik kon niet echt horen waar ze het over hadden, maar goed, ik luisterde ook niet echt. Zo nu en dan drong een woord zich op: dement, dokter, neef …… kruidenier, duur, koffie ….. de manier waarop ze spraken, samenzweerderig. Het hield niet op, er viel geen moment stilte. Fiets, gevallen, knie ……. Soep, vers, Truus, groente, lekker, recept ….. Aan een ander tafeltje zat een man permanent op zijn telefoon te kijken. Hij was alleen. Hij had een zwart T-shirt met korte mouwen aan. Hij bestelde een koffie en toen die kwam, rekende hij die meteen af. Daarna dook hij weer in zijn telefoon. Hij was bijziend. Met flinke tussenpozen nam hij een voorzichtige slok van de koffie. Naast mij dieselde het gesprek tussen de dames onverdroten door. Vakantie, zon, ijsjes …… tuin, verticuteren, kornoelje …… uitverkoop, mohair, vest, winter ……. Toen de twee dames nog een latte en een thee bestelden, stond de man op. Toeval. Het regende nog steeds. Geen toeval. De man hing een tasje aan het stuur van een fiets die tegen een van de kuipen met olijfboom stond. Bedachtzaam stapte hij op de fiets en met een glimlach op het gezicht reed hij in zijn T-shirtje met de korte mouwtjes de regen in.
Nevel
Toen ik uit Meerssen wegreed, was het droog maar terwijl ik daarvoor op het terras van Goesting een boterham met kaas at en een koffie dronk, had het onophoudelijk geregend. Ik was de ochtend begonnen met een rit van Venray naar Puth. De winkel van Herbert die treintjes verkoopt en waar ik moest zijn, bleek nog gesloten en dus moest ik nog een dik uur stukslaan. Normaal is dat geen probleem maar het weer nodigde niet uit tot een wandelingetje in de omgeving. Ik besloot op zoek te gaan naar een snelle lunch in een nabijgelegen etablissement. In Zuid-Limburg is de horeca altijd vlak om de hoek, dus …….. Ik dacht in Spaubeek te kunnen slagen maar ik had het mis. Er diende zich in het rustig voorbijrijden aan de bebouwing niets aan dat leek op bistro of brasserie én dat ook nog open was. Na Spaubeek sloeg ik af naar Schimmert, in de lijn van de route die ik talloze keren gevolgd had, tussen Meerssen en Puth. De laatste keer alweer minstens drie jaar geleden. Op de momenten dat ik uit kon kijken over plateaus en dalletjes was te zien hoe laag de bewolking hing. Zuid-Limburg was vandaag in zware nevelen gehuld. Zie je normaal gesproken overal kerktorens boven de horizon uitsteken, nu was alles grijs en grauw. Ook in Schimmert was er langs mijn route niets dat hier-koffie-en-maaltijd riep. Dan maar naar Meerssen, dacht ik. Frank op de Markt heeft zeker al wat te eten en te drinken. Ik parkeerde de auto op het grote parkeerterrein zonder naam. Onderaan de trappen naar de Beekstraat kwam ik Frank tegen. In gezelschap van een pup. Hier was het toeval aan het werk. Ik zei Hoi en we praatten wat. En wat een leuk kwispelend diertje! En hup, verder naar de Markt. Ik had trek. De maaltijd smaakte, de koffie was goed heet en lekker sterk. Toen ik uit Meerssen wegreed was het droog maar terwijl ik daarvoor op het terras van Goesting ……..
Droomhuis
We kijken naar Droomhuis gezocht. Tja, en dat is het dan.
Eer
Vanavond zat Ronald Plasterk bij Pauw aan tafel. Hij is, hoe dan ook, de minister-president die Nederland nooit gehad heeft. En, hij kan ook de beste burgemeester-in-oorlogstijd zijn die Nederland nooit gehad heeft. Nu staat Dick Schoof aan de lat voor het opstrijken van die eer. Nou ja. Eer. Even terug naar Plasterk. Terwijl ik naar dat interview zat te kijken dacht ik: Nou zit daar Plasterk bij Pauw op de martelstoel, Pauw beent hem reepje vlees voor reepje vlees – pulled meat – uit over details waarin maar weinig mensen die twee nog kunnen volgen. Ik zat erbij en ik keek ernaar. Dat klinkt dom maar dat is het niet. Ik begrijp best dat Pauw prooi ruikt, want Pauw ruikt altijd prooi, zo is Pauw en dat gaat nooit over, en ik begrijp ook dat Plasterk met al zijn ambitie maar ook met alles wat in de media gepubliceerd is toch nog vlekvrij door wil in het leven. En die combinatie is de gedroomde mix die leidt tot aandacht en mogelijk ook ophef en/of serieuze analyse voor de happy few. Maar of de kijker naar Sophie en Jeroen hier nou op zat te wachten? Ik weet het niet maar neig naar: Ik betwijfel het.
Winkeltjes
Zaterdag rijd ik waarschijnlijk even naar ZuidLimburg. Even snel heen en weer. Ik ga dan naar een winkeltje. Winkeltjes hebben het moeilijk, tegenwoordig. Alles wat klein is, heeft het moeilijk, en dan winkeltjes zeker. Hoor ik winkeltje, dan zie ik al die winkeltjes van mijn jeugd. Ze waren altijd dichtbij, de bakker, de slager, de groenteboer, de kruidenier, altijd om de hoek. Je kreeg van je moeder dertig cent in het klamme kinderhandje gedrukt om bij het bakkertje een Frans broodje te kopen voor 27 cent. En dan moest je drie centjes mee terug naar huis krijgen. Goed tellen en goed vasthouden hoor jongen. Ja mama. Je kon als vijf-, zesjarige alleen voor een brood op stap omdat het winkeltje om de hoek was; er kon je niks gebeuren dan onderweg struikelen over een boomwortel in het onverharde voetpad langs de beklinkerde straten. Goed vasthouden, de centjes. Tot voor drie jaar woonden we in Meerssen en liep ik soms naar Maastricht. Ik mocht dan graag een kop koffie drinken op een terras op de kop van de Grote Looiersstraat. Vandaar kon je met een beetje geluk het kleine kruidenierswinkeltje aan Achter de Molens zien liggen. Ook dat is inmiddels gesloten. Helaas. Maar tegelijkertijd is het wonderlijk dat het nog zo lang heeft kunnen overleven. Maar goed, zaterdag dus even naar Puth, naar het winkeltje waar H. treintjes verkoopt. Waar ik moet wachten op mijn beurt, want er zijn nog altijd andere liefhebbers van treintjes. En die weten H. ook te vinden. H. mailde dat de wagons die ik besteld heb zijn aangekomen. Heb zin in dat ritje.
Verbouwen
Het is niet nieuw, dat mensen een oud huis kopen in Frankrijk, Portugal, Spanje of Italië. Iedereen die weleens in Frankrijk op een mooie zomeravond met een glas rode wijn in de hand bij invallende duisternis in serene stilte naar de vleermuizen heeft zitten kijken heeft ook ooit het idee van een eigen huis daar gehad. Vooral omdat het daar zoveel mooier weer is dan in Purmerend, Vierhouten, Dedemsvaart of Made. Maar alles wat er daarna volgde was iets van en voor jezelf. Ging je niet tot koop over: niks aan de hand. En, kocht je wel een bouwval, dan bleef alle gedoe met verkopers, notarissen, overheden en aannemers ook vooral jouw gedoe. Inmiddels is die tijd wel voorbij. Ook dankzij de media. Jouw gedoe delen met anderen is cool. En, niets zo leuk als kijken naar het gedoe van anderen. Vooral als het de behoefte aan een nieuw leven, wennen aan een andere omgeving, het niet spreken van de taal, het aanleggen van een moes- en boerenbloementuin en het verbouwen van een wrakkig huis behelst. Maar er tegelijkertijd ook enig uitzicht op succesvol ondernemen is. Zelf volg ik tegenwoordig op YouTube wat van die eeuwig optimistische types die zich dag in dag uit door weer een dag nieuw leven en verbouwen heen zwoegen. In Frankrijk, Portugal, Spanje of Italië. Ik heb op een bepaalde manier met ze te doen maar ook weer niet. De meesten hebben van hun gedoe een verdienmodel weten te maken. Eigenlijk kan me dat helemaal niets schelen. Ik ben oprecht geïnteresseerd in hoe ze dingen aanpakken, vind het leuk als ze blij zijn met weer een stap naar het realiseren van hun droom. Tegelijkertijd zie ik hoe slecht het weer er vaak is. Hier hebben we veel regen, maar daar lopen ze ook vaak in regenkleding. En het kan er ook stervenskoud zijn, hogerop in de bergen. Zo blij dat we er nooit aan begonnen zijn.