Als je vanuit Meerssen het Geuldal inloopt, vanaf de Markt over de Gansbaan en Hoekweg, over het spoor naar het Gemeentebroek en de Nachtegaal, loop je dan de natuur in? Is dat de poort naar échte natuur? Mijn innerlijke liefhebber van natuur – die ik koester als een apin haar pasgeboren jong – weet het ook niet meer. In het Geuldal lopen grote grazers om de begroeiing kort te houden, meandert een volgens Josse de Voogd magisch riviertje – de Geul, dus – en liggen weidse velden en fraaie hellingbossen gezusterlijk paradijselijk en rustgevend te zijn. Maar is natuur rustgevend? En als het onweert in het Geuldal? Wat dan? En zijn grote grazers natuur? En korte begroeiing? Is een riviertje dat magisch gevonden wordt natuur? De combinatie? In het volgens het kabinet best mogelijke landbouwakkoord dat Nederland nooit gehad zal hebben, gaan onze boeren ook een natuurtaak vervullen. Ze krijgen er zelfs voor betaald, voor natuurbehoud en natuurherstel., voor natuurbeheer. Ik maak me daar ernstig zorgen over. Want, zijn we het in Nederland wel eens over wat natuur is? Wie bepaalt dat? En wat is precies natuurbehoud? Is dat in stand houden wat we nu hebben? Waar échte natuurvrienden al lang niet meer blij mee zijn? En wat is natuurherstel? Hoever moeten we terug? Naar 2000, 1970, 1950? Naar de natuur van Nescio, Frederik van Eeden, Theo Thijssen, Schiller, Goethe, Schubert? De oermens? Welke criteria hanteren we? De gemiddelde temperatuur in Nederland over de laatste 100 jaar? Hoe biodivers moet ons landschap zijn of worden? Hoeveel en welke soorten torren en kevers moeten er optimaal zijn in relatie tot welke vogelsoorten? Wanneer is natuurevenwicht voldoende evenwichtig? Of is nog evenwichtiger nog net iets beter? En waarvoor precies, dan? Hoe denken natuurkenners, klimaatverontrusten, bioboeren, varkensmesters, schaapherders, leliekwekers, Compaxo, Vitelia, Unilever, Heineken, Bayer over een en ander? Ik heb de antwoorden niet. Wel – en ik denk velen met mij – de zorgen. Heel grote zorgen.