Kiezen is een bitch. Zeker nu veel kiezers geen idee hebben waar partijen in essentie voor staan. In een versplinterd politiek landschap is zweven de norm. De inspiratie moet vooral komen uit het invullen van stemwijzers en containerbegrippen als links en rechts. Daarentegen zijn begrippen als liberalisme, neoliberalisme, sociaal, sociaaldemocratie, christendemocratie, behoudend, vooruitstrevend verdwenen in de mist van debatten waarin ego, gevatheid, theater, spelvormen en soms ook nog gebrek aan respect de belangrijkste ingrediënten zijn. In combinatie met de persoonlijkheidscultus rond lijsttrekkers die zich de laatste decennia sterk heeft ontwikkeld – ook in de slipstream van de gang van zaken in lokale, c.q. dorpspolitiek – lijkt dat zelfs tot onbestuurbaarheid te leiden. Ook omdat de media het show- en spelaspect van de debatten zien als welkome aanvulling op hun zucht naar ophef in het algemeen. Persoonlijk ben ik ooit het meest geraakt en geïnspireerd geraakt door de sociaal-democratie. De Partij van de Arbeid is mijn partij. Er zijn periodes geweest dat ik woedend was om wat ze fout deed en over sommige besluiten ben ik nog altijd kwaad. Maar, mijn loyaliteit aan de uitgangspunten, solidariteit en verheffing, is sterker dan mijn teleurstellingen. Het klinkt wellicht pathetisch maar in een tijd waarin burgers vooral denken vanuit het eigen belang, koester ik de illusie dat de wal het schip zal keren als blijkt dat je met types als Wilders, Baudet, Eerdmans en Van Haga uiteindelijk alleen staat. En bovendien met lege handen. En met een heel groot verlangen naar solidaire medemensen.