Stapel

Vrijdag 16 mei 2008 – Meerssen

Bij de computer ligt een stapel. Je kent dat wel. Bij mij bestaat die stapel voor meer dan de helft uit pagina’s uit kranten gescheurd. Wat dan nog overblijft, is een samenraapsel van ander spul. Variërend van nog niet gearchiveerd allerlei tot de doos van een onlangs aangeschafte digitale camera en met on top, nog netjes in de verpakking, de Nederlandse vlag. Even over die pagina’s uit oude kranten. Al maanden schuift van dag naar volgende dag in mijn elektronische agenda de taak Artikelen ordenen, inventariseren en in spreadsheet zetten. Ondanks het voortdurende uitstel, is het een belangrijke taak. De artikelen beslaan namelijk een periode van misschien wel vijftien jaar.

Die stapel vertelt mij wie ik ben of ben geweest. Allereerst al vanwege zijn bestaan. Ik ben een verzamelaar van krantenartikelen en die ruim ik slecht op. Ik raak geboeid door een onderwerp, een visie daarop, een conclusie daarover, denk dat ik daar nog wat mee moet en hup de stapel is weer wat hoger. Soms neem ik niet eens de moeite het artikel los te maken uit het katern. Of het tijdschrift. Zou ik nu nog weten om welk artikel het eigenlijk gaat? Of om welke zinsnede daaruit?

Maar goed, stel, ik krijg overzicht over die artikelen, dan heb ik ook overzicht over wat mij in die periode heeft bezig gehouden. Een thema is ongetwijfeld de sociaaldemocratie en hoe zij heeft geleden, de laatste vijftien jaar. Zwaar heeft geleden. Een ander zal zijn de literatuur en weer een ander de geschiedenis en de literatuur daarover. Als het maar met grote verhalen te maken heeft. Laat ik het onderwijs niet vergeten en hoe het teloor ging.

Overigens schuiven er wel meer taken met de dagen van de week mee. Zoals de laatste dagen: 

a. schrijven naar aanleiding van Ferry Mingelen die het in een vraaggesprek met ss – bedoeld is hier staatssecretaris – Sharon Dijksma had over kosten die de pan uit stijgen. En dat ik altijd heel blij ben dat je niet kunt horen hoe iemand zou spellen wat ie zegt. Ik verdenk er Mingelen overigens niet van dat hij steigen zou schrijven. Anderzijds zijn er zeker mensen die het zouden hebben over kosten die de pan uit rijzen – en dat zou correct zijn en niet dat stijgen van Mingelen – maar dat zouden schrijven als reizen en

b. over Arnon Grunberg die ik steeds meer meen te zien rijpen als schrijver en die steeds meer in de buurt komt van Willem Frederik Hermans. Of daarmee als schrijver sterk verwant is. Maar dan wel nog absurdistischer en daarom nog meer hilarisch maar ook des te meer beklemmend. Ik heb genoten, gehuiverd en me volstrekt onmachtig gevoeld bij het lezen van Tirza. Leef je even in in de hoofdfiguur en je hebt even geen leven. Het lot is onontkoombaar en vaak tenenkrommend vals.

Ik verwacht in de stapel nog schatten aan te treffen. Ik houd je op de hoogte.