En toen was er in de vroege zomer van 1966 opeens God Only Knows van de Beach Boys. Ik was toen al fan van die jongens maar dat nummer sloeg alles wat ze tot dan toe op plaat hadden gezet. En toen moest Good Vibrations nog komen. Ik was in die tijd sowieso van de eigentijdse muziek. Alleen van jazz moest ik niets hebben; of ik begreep dat niet. Dat kan ook. Zo nu en dan kwam er wat klassieks voorbij, dat vond ik dan ook mooi maar ik leefde in de overtuiging dat Bach en consorten hun naam wel al gevestigd hadden, dus die hadden mijn luisteren niet nodig. Die zouden zich echt nog wel wat eeuwen wel staande houden. Die hadden de tand des tijds al ruimschoots te kijk gezet. Maar dat gold dus niet voor The Beach Boys, The Eagles, The Beatles, The Byrds, Bob Dylan, The Rolling Stones, The Band, Creedence Clearwater Revival en nog weer later Bruce Springsteen en Dire Straits. Mijn generatiegenoten hadden mij veel harder nodig om tot eeuwige roem te geraken. En zeker als ik mijn veertigste niet zou halen. Mocht dat wel het geval zijn dan kon ik nog altijd ook Monteverdi, Bach, Buxtehude, Lully en Josquin Desprez nog mijn volle aandacht geven. En aldus geschiedde.