Rocamadour

We zitten weer onder de lommerboom. De middag is een flink eind op streek en een merel zit ergens in die boom en ik kom er maar niet achter waar. Mijn richtinghoren is niet meer wat het geweest is. Geluiden komen tegenwoordig van ‘ongeveer-daar’. Het levert een poging tot haiku op.

merel in de boom
je zingen is te horen *
jij laat je niet zien

We reden vandaag naar Rocamadour. Het ligt tegen een steile rotswand geplakt terwijl aan de architectuur van veel gebouwen toch grote zorg is besteed. Ik bedoel, het is allemaal geen houtje-touwtje knip-en-plakwerk, zoals bij veel andere dorpjes die tegen rotswanden zijn gebouwd. Het is van oudsher een veel bezocht bedevaartsoord en het ligt op een van de routes naar Santiago de Compostella, dat zal ook meegespeeld hebben er iets bijzonders van te maken. Kortom, het is een schilderachtige plaats die ook nog eens omgeven is door prachtige natuur met een grote biodiversiteit. We probeerden ergens in het dal tegen het plaatsje aan een parkeerplek te vinden maar dat was niet mogelijk. We hebben ons nu voorgenomen dat we dat ook nooit meer gaan proberen. Niet bij Rocamadour en ook niet bij Saint Tropez, bijvoorbeeld. Er zijn plaatsen waar op elk moment van de dag, het hele jaar door iedereen tegelijk naartoe wil. Je kent zelf ook wel een paar van die plekken. Ik noem nog Scheveningen. Nooit meer naartoe willen. We zijn wat het visiteren van Rocamadour betreft blijven steken boven op het plateau. Daar hadden we een fantastisch uitzicht op het dorp.