Rafelrand

Geschreven op 22 juli 2011.

Terwijl ik in de krant lees, moet ik denken aan een schilderij. Ik zag het voor het eerst bij vrienden, ergens in de eerste helft van de jaren zeventig en voor het laatst ergens in de late tachtiger jaren van de vorige eeuw. Het was een nogal fotografisch precies geschilderde weergave van een blaadje lijntjespapier. Voor in een ringband. Formaat A5 plus of zoiets. En dan niet zo maar een blaadje. Het was een uitgescheurd blaadje; met aan één zijde gerafelde perforaties, dus.

Het plaatje paste in die tijd én in het beeld dat ik van pop-art had. Ik vond het echter wel pop-art plus. Omdat het plaatje weliswaar een alledaags ding opvallend weergaf maar er ook nog een dimensie aan toevoegde. Die van een niets ontziend gebaar dat in één vloeiende beweging van een gaaf stuk papier een gekwetst velletje had gemaakt. En terwijl ik dit schrijf, weet ik eigenlijk niet eens meer of die rafelrand er wel was. Misschien heb ik die wel verzonnen.

In het velletje zaten namelijk geen kreukels. Kreukels die achtergebleven hadden moeten zijn als een hand het velletje had vastgepakt en met een stevige ruk de rand met perforaties had los getrokken uit de ijzeren ringen van de band van de multomap. Maar, hoe werkelijk moet een afbeelding zijn? Levert het plaatje van een volkomen glad en ongerept blaadje met een rafelrand van perforaties voor de kijker niet veel meer spanning op? Hoe kan dit? Vertelt de schilder een verhaal?

Maar, voordat ik mezelf helemaal verlies, ik weet dus nog wel zeker dat het blaadje glad en strak was. En het is ook zeer onwaarschijnlijk dat op dat schilderij ook die rafelrand te zien was. Ik geloof namelijk niet dat een schilder die de werkelijkheid opvallend wil weergeven kreukels als sporen van de greep van een hand in een velletje papier weglaat. Maar wat mij betreft doet dat er helemaal niet toe.

Mij intrigeert het dat het beeld van dat velletje het in zich had dat ik er op enig moment die rafelrand aan heb toegevoegd. Dat het zo zuiver en kwetsbaar en lichtblauw gelijnd geschilderd was dat de werkelijkheid onwerkelijk en misschien zelfs wel niet te verdragen werd.