De viooltjes die we gisteren in de kuipen hebben gezet liggen vanochtend stakerig in de verse potgrond. Ze hebben zich zo klein mogelijk gemaakt. Het is de nachtvorst die ze verkleumd deed wegduiken. Straks, als de zon wat meer warmte afgeeft, richten ze zich weer op. Hoop ik. De overgang van de late winter met zijn koude nabranders naar de nog prille lente is voor de planten in de tuin én voor mij een periode van onzekerheid. Gaat het net uitgelopen groen het wel overleven? De eerste blaadjes van de weigelia staan inmiddels bruin bevroren op de toppen van de takken. Door vader vorst gestraft voor hun al te onbezonnen levenslust. De ribes is steviger, net als de sering en de jasmijn. Ooit hadden we een haagbeuk die prachtig uitgelopen was. Toen daar twee dagen lang een schrale noordoosten wind overheen ging, bleef er van zijn schoonheid weinig meer over. Neemt niet weg: De lente nadert. Gisteren maakten we een wandeling door het Kalverbos. De twee oudste kleinkinderen hadden de leiding van de expeditie. Langzaam klauterden we de berg op. Aan de glooiende voet vormde zich al het groene tapijt waaruit over een week of zo de bosanemoontjes opspringen. Het bos lag er flink uitgedund bij, met overal in nette stukken gezaagde stammen. Bovenop het plateau moesten we richting vliegwei over een zwaar modderig pad. Goed gedaan kinderen! Dank je wel. Dat wordt weer wandelschoenen ontlössen. Vanuit Schietecoven liepen we naar beneden naar Humcoven. Dat weggetje, dat is echt het mooiste poortje naar het Heuvelland. Niet verder vertellen.
Deze tekst is een fragment uit een column die gepubliceerd werd op de website van de Lokale Omroep Meerssen op 10 maart 2021.