Pinguïn

De kleine van drie kwam een nachtje logeren. Hij wilde er zelf wel twee komen maar zijn mama en papa dachten dat een wel genoeg zou zijn. De kleine van drie is namelijk een lastige slaper. Vanuit het perspectief van grote mensen. Hij is vaak erg vroeg wakker en is dan ook meteen écht wakker, zei zijn moeder nog maar eens toen ze hem kwam brengen. Mama en papa zijn gepokt en gemazeld als het om gebroken en ultrakorte nachten gaat. Hij krijgt daarom sinds kort gedurende de nacht begeleiding van een pinguïn. Dat is een lampje met klok dat voelt en er uitziet alsof het bij de witte was kan en gedurende de nacht zacht licht verspreidt en oranje gaat branden tegen de tijd dat het vroege ochtend wordt en de kleine in de fase van ontwaken komt. Hij is geïnstrueerd zich gedeisd te houden als de pinguïn oranje is. Soms duurt dat vijf minuten, soms een half uur, afhankelijk van zijn tijdstip van ontwaken, Dat moet een kwelling zijn voor een kleine waarvoor wakker ook écht wakker is. Vanmorgen werd de pinguïn om kwart voor zeven groen. Hadden wij geweten hoe de pinguïn te programmeren was, ik had niet geweten of kwart voor zeven onze ideale optie was. Wij staan graag wat later op. We hoorden de kleine onmiddellijk verbaal actief worden. De pinguïn is groen, riep hij. Ik zeg we, maar het was oma El die daar consequenties aan verbond. Ik draaide me nog even om. Niet zoveel later trof ik de twee in de laatste fase van hun ontbijt. Daarna kuierden we de dag door. Hij met ik-wil-dit-ik-wil-dat, wij met ik-wil-ik-wil-kikker-in-je-bil. Hij kan tot tien tellen, kent het alfabet en toen we hem vroegen wat hij zou gaan leren als hij volgend jaar naar school gaat, zei hij: Verjaardag vieren, springen en touwrek klimmen. Prima, zeiden wij, en neem nou nog eens een hap van je broodje!