maandag 23 juni 2008 schreef ik …..
Het Nederlands elftal heeft het niet overleefd. Dat is jammer maar ook de loop der dingen. Het brengt weer rust in de tent en er is weer plaats voor deemoed. Even denk je dat het einde der tijden is aangebroken maar vanochtend waren de kraaien rond het huis weer net zo luidruchtig als altijd. De luiken liggen te wachten om nog eens aan de achterkant een laagje verf te krijgen. De zon doet pogingen door de wolken te dringen. We overleven het wel weer.
In de vijftiger jaren zouden de Russen(!) komen. Er waren mensen die speciaal met het oog op een atoomaanval een kelder onder hun huis of in de tuin bouwden. In die kelder een voorraadje. Ook een van mijn ooms en bijbehorende tante vreesden wat te gebeuren stond. In hun kelder stond, achter een gordijn, op een stellingkast het noodzakelijke om te overleven. Ze deden er nogal geheimzinnig over. Toen ik eens – tegen alle regels in – een steelse blik achter het gordijn wierp, bleek een groot deel van de voorraad uit flessen Matheusrosé te bestaan. Het was een van de eerste momenten dat ik zeker wist dat humor en relativeren ook helpen te overleven.
Dan was er nog een oom die zeer gelovig was. En die daar een zeer ernstige vorm van doemdenken aan koppelde. Hij communiceerde veel en intensief met Maria en bezocht streng religieuze bijeenkomsten, geleid door priesters met een rechtstreeks lijntje met de God van de katholieken. Zijn reisbestemmingen waren onder andere Fatima en Lourdes waar de moeder van God zich rechtstreeks tot mensenkinderen had gewend. Let wel, ik schrijf hier met respect over een lieve oom. Op het einde van zijn leven had hij het plan opgevat een landgoed te kopen om daar met gelijkgestemden het einde der tijden, dat inmiddels met rasse schreden naderde, in grote godsvrucht af te wachten. Met het oog op het verdienen van overleving in het hiernamaals. Dat heeft al wat minder met humor en relativeren te maken.
Morgen verder ……