Oorlog

Fragmenten uit een tekst, geschreven op woensdag 5 mei 2010 in Meerssen, waar we toen woonden.

Bevrijdingsdag. De vlag hangt uit. Gisterenavond de doden herdacht. In de synagoge in Meerssen spraken een Joodse overlevende van Sobibor, een katholieke mevrouw en een protestantse meneer. De Joodse vertelde over Sobibor en haar aanwezigheid in de rol van medeaanklager in het proces tegen Demjanjuk.  De katholieke mevrouw deed een spirituele voordracht over haar God die je altijd aan je zijde mag weten en de protestante meneer had een wat essayistisch verhaal waarvan me om wat voor reden ook de essentie ontging. Maar dat lag aan mij. Ik dwaalde te veel af met mijn gedachten. En Joost mag nu weten waarheen. En ongeveer terwijl dat gebeurde, was op televisie een aflevering van Dokument over Kamp Vught , tijdens de oorlog een van de plaatsen in Nederland waar de Duitsers mensen, met name joden, gevangen zetten. Ik heb in Vught gewoond. Van 1952 tot 1961. In het kamp woonden inmiddels Molukkers. De recente geschiedenis woonde in die periode als het ware om de hoek. Als kind – ik ben van 1947 – heb je geen idee van hoe kort tien jaar nog maar geleden is. Naast ons woonde een meneer met een lieve hond en een vrolijke dochter. Mijn ouders konden er goed mee opschieten. We gingen er op visite. Op een gegeven moment was dat afgelopen. De buurman was bewaker geweest in Kamp Vught. Bleek. Wat dat precies inhield, was me toen niet duidelijk. Als kind werd je ver van de wreedheid van de oorlog gehouden. Toch sloop de oorlog als machine van de dood langzaam binnen in mijn leven.  Mijn moeder begon gaande mijn jeugd te vertellen over haar hongertochten vanuit Den Haag naar onder andere Twente. Mijn vader klaagde over pijn op de plaats waar een Duitse soldaat hem met de vuist een klap in het gezicht had gegeven. Hij had ook ondergedoken gezeten. In een laatje van het theekastje lag als stille getuige van zijn angst een knijpkat. Mijn moeders verhalen hadden iets heldhaftigs. Steeds kwam ze met voedsel terug. Iedereen te slim af geweest. Fiets met houten banden. De hongerwinter in Den Haag kwam voorbij. Haar vader had eigenhandig een zuinig-met-hout-kooktoestelletje gebouwd. De V2’s die over de stad kwamen en toen het bijna voorbij was met de oorlog de Zweeds-wittebroodvluchten. Een broer van mijn moeder trok vanuit Eindhoven als tolk met de Amerikanen mee Duitsland in. Hij was erbij toen ze in de haven van Hamburg het koninklijk jacht Piet Hein aantroffen. En toen ze Bergen-Belsen in trokken. Zijn zonen vonden in de jaren zeventig dat hij eens moest ophouden met zijn oorlogsverhalen. Die kenden ze nou wel. Toen ik begin jaren zestig in Maastricht woonde, maakte ik voor het eerst via de literatuur kennis met de oorlog. De zaak 40/61 van Harry Mulisch markeert dat moment. Sindsdien heeft die me niet losgelaten. En de mensen uit de aflevering van Dokument over Kamp Vught ook niet. Dat blijkt als ik Uitzending gemist bezoek. Aan het woord komen die typische, echte recht-door-zee-Brabanders voor wie Kamp Vught begon als broodwinning of als hulpverleningsproject en eindigde als de nachtmerrie die de machteloosheid van de enkeling tegenover georganiseerd en door ideologie gerechtvaardigd geweld vlees deed worden. Op televisie ontrolt zich de geschiedenis van de bevrijding van Zuid-Nederland. Nog niets gehoord over Venray en omgeving. Wel even Overloon. Ook in Venray woont jarenlang de oorlog om de hoek. In kerkdorp Ysselsteyn liggen 30.000 tijdens de Tweede Wereldoorlog gesneuvelde Duitse soldaten. Het drukt een stempel op de manier waarop Venray de doden herdenkt. Daar is sinds een jaar of tien elk jaar de Duitse ambassadeur te gast bij de herdenking in de Grote Kerk en bij het monument aan het Kerkpad. Na de bijeenkomst in de synagoge zijn we naar de herdenking in de binnentuin van het gemeentehuis gegaan. En vandaar in stille tocht naar de Vredeskapel bij de basiliek. Daar leest elk jaar dezelfde dame alle namen van alle door oorlogsgeweld om het leven gekomen inwoners van wat nu Groot Meerssen heet voor. Omdat in namen die nog genoemd worden de herinnering voortleeft.