We hadden met het koor een mis gezongen. Dat is voor ons koor geen dagelijkse arbeid maar om de een of andere reden worden we daar met enige regelmaat voor gevraagd. Het relegieuze repertoire is beperkt maar we voeren het goed uit. Dat zal het zijn. De priester van dienst profileerde zich in zijn eigen woorden als pastoor van de graag-of-nietkerk. Je gelooft vanuit je hart, bidt vanuit je hart, neemt deel aan de rituelen vanuit je hart en doe je dat allemaal niet vanuit je hart dan kon je net zo goed wegblijven. Als gelovige. Persoonlijk word ik nogal recalcitrant als iemand zo’n toon aanslaat. Ik denk dan: Zoek het maar uit met je kerk. Ik ben geen profvoetballer die door de trainer bij de les moet worden gehouden. Die geacht wordt passie als vak te zien. Als ik al zou geloven, dan puur voor m’n genoegen – en wellicht ook voor dat van anderen – maar zeker niet om van de pastoor een tien te krijgen. Met zijn graag-of-nietkerk. Dan maar niet. Enfin, tot zover die mis. In de auto op weg naar huis, kwam op de radio Adriaan van Dis even langs. Mijn idee: Met Van Dis is weinig mis. Niet dat ik ál zijn werk kan waarderen maar ik houd van hoe die man benijdenswaardig helemaal zichzelf is én van de onbevangenheid waarmee hij de mens en de wereld beschouwt. Hij had het over literatuur en waar die over gaat. Het sloot goed aan bij wat ik op het moment aan wetenswaardigheden over Louis Paul Boon verzamel. Literatuur gaat over willen ophouden met roken en dan zoiets zeggen als: Nou nog één dan. Of gaan lijnen en dan als je net begonnen bent nog even een laatste saucijzenbroodje eten. Ik denk dat Van Dis het menselijk tekort voor ogen had. Het is het vaak zo ontzettend nét niet in het leven van mensen. Ook geloven heeft daar overigens last van, is mijn indruk.
Huishoudelijke mededeling: In de kastanje bouwen de eksters een dijk van een nest. In de boom waar ze het vorig jaar niet voor elkaar kregen.