Ik scharrel weleens wat rond op Youtube en dan blijf ik vaak hangen bij filmpjes waarin gepassioneerde types ouwe meuk een nieuw leven geven. Dat varieert van in bossen en schuren aangetroffen auto’s tot onderkomen kastelen en hoeves in de bekende vakantielanden, vooral Frankrijk. Vaak worden de werkzaamheden versneld afgespeeld. Dat bouwsels opknappen heeft mijn grootste belangstelling. En binnen dat domein het vaak ingewikkelde timmerwerk. Zo ben ik verslingerd geraakt aan het kanaal Escape to rural France. Daarin wordt gewerkt aan een flink uit de kluiten gewassen villa, door de nieuwe Engelse eigenaar (is hij de eigenaar?) consequent chateau genoemd. De vlammen hebben er ooit kort en daarna de natuur zelf lange tijd in huisgehouden. Al het houtwerk is al tijdens de brand in as en rook opgegaan en daarna hebben water, wind, zaden, planten, boompjes en mossen het metselwerk te grazen genomen. Desondanks stond er daarna nog voldoende stevigs overeind om in dat decor het grenzeloze optimisme en enthousiasme, de enorme inzet én het door grote precisie geschraagde vakmanschap van de nieuwe eigenaar tot in het kleinste detail in beeld te brengen. Gaande het proces, dat wil zeggen gaande het kappen, hakken, sjouwen, impregneren, meten, zagen, schaven, schuren, spijkeren, schroeven, zie je het gebruikte gereedschap in kwaliteit toenemen. Ik stel me zo voor dat fabrikanten van zagen, schaven, beitels, hamers, schroeven en spijkers ook aan de passie van de Engelsman in plattelandelijk Frankrijk blijven plakken en reclametijd ruiken. Met hun apparaten verschijnt vervolgens ook de naam van hun bedrijf prominent in beeld. Logisch. En omdat ik nogal van timmeren houd, neemt ook het likkebaarden per aflevering toe.