Meedoen

Dit stukje schreef ik op 3 mei 2012 en ik publiceerde het op mijn oude website die al een tijdje uit de lucht is. Het is enigszins gedateerd maar ook nu nog leesbaar, denk ik.

Mijn krant vertelt mij vanochtend dat de verkoop van motoren op een historisch dieptepunt is. Okee, denk ik dan, het is een aanslag op mijn gemoed, het maakt mijn dag iets minder mooi maar wat kan het schelen. Ik leef. Ik zie een beker koffie voor het grijpen en ik kijk uit over een prachtig groene wei vol paardenbloemen met zwartbonte koeien, net zo’n wei met Belgisch blauwe dikbillen en dan nóg zo’n wei met twee paarden en een pony en daarachter een bosrand met majestueuze bomen en witte sokken van bosanemoontjes.
Als je goed zoekt in een krant dan vind je altijd nog wel meer historische zaken. Eigenlijk bijna alleen maar, zelfs. De dingen gebeuren en ze zijn geschiedenis en daarmee historie. En dan is qua schrijven de stap naar historisch nog maar heel klein. Semantisch ligt het iets gevoeliger. Historisch gebruiken we eigenlijk alleen als we vinden dat het ding een landmark in de tijd is. De politieke moord op Pim Fortuyn, om maar eens een aansprekend voorbeeld te noemen. Menen sommigen en zij vinden het zelfs een historische fout dat die niet meer aandacht krijgt in onze schoolboeken.
Meer recent kreeg in de media het wandelgangenakkoord van de Kunduzcoalitie het predicaat historisch. Praktisch op het moment dat het zich voor onze ogen voltrok. Het had eigenlijk nog niet eens de kans gekregen geschiedenis te worden of de grootste zieners onder ons wisten al met grote zekerheid te melden dat het historisch was. Er zweefden namelijk woorden door de lucht als dienen van het landsbelang, nemen van verantwoordelijkheid, beperken van gezichtsverlies, eigen belangen opzijzetten, het herstellen van vertrouwen, je woord gestand doen, geloofwaardig blijven en zo. En als zoveel grote woorden samenkomen rond één ding, dan moet dat wel historisch zijn.
Wat ik zelf wel bijzonder vond aan dat Kunduzakkoord was de Olympische dimensie ervan. Vooral het meedoen was belangrijk. Gaf niet wie, gaf niet hoe, gaf niet waarom en gaf niet met welk doel. Nou ja, dat wie, dat speelde dan nog wel, maar al dat andere? Langzaam maar zeker druppelt het kritiek op het akkoord en de hoog opgespeelde euforie verschrompelt langzaam tot tevredenheid in kleinere kring. En goed dan, ook bijzonder vond ik dat er momentum was en dat er politici waren die dat tot het hunne wisten te maken. En vooral belangrijk was dat daar voor het eerst in jaren Wilders niet bij was.