Manier van leven

Op 3 juni 2020 begon ik onder rubriekstitel Min of Meer wekelijks een column te schrijven voor de website van Meer Vandaag, de lokale omroep in de gemeente Meerssen. Ik verzuimde die bijdragen ook te plaatsen op deze site. Dat ga ik vanaf nu toch maar doen. Vooral ook omdat die stukjes een beeld geven van de tijd die we doorbrachten in het nogal ongemakkelijke gezelschap van COVID-19. Ik ga wel – soms – kleine wijzigingen aanbrengen. 

Zijn eindelijk de terrassen weer open, slaat het weer om. Arme horeca. En dan laten ook de ouderen het afweten. Ik neem aan dat ik namens velen van hen spreek als ik zeg dat we liever nog zoveel mogelijk binnenblijven. La Corona heeft nog altijd de hielen niet gelicht. De horeca klaagt nu dat bijna alleen jonge mensen de weg naar tafel en tap weer gevonden hebben. Nou mensen, er was een tijd dat er sowieso vooral jonge mensen op terrassen zaten. En wel toen de babyboomers uit hun puberteit kwamen en het straatbeeld gingen bepalen. In die tijd kreeg een terrasje pikken een hoog kijk-mij-hier-nou-eens-lekker-zitten-genieten-gehalte. Het terras was de plek waar een nieuwe, meer ontspannen manier van leven zich schuchter liet zien. Na de diepe crisis van de dertiger jaren, de ellende van de Tweede Wereldoorlog en het harde en gestage werken tijdens de wederopbouw. Nu, vijftig jaar later, is op een terras zitten een manier van leven geworden. We konden ons een leven zonder nauwelijks meer voorstellen.

Prima idee trouwens om de Markt in Meerssen ook als terras in te richten. Voorlopig als proef, dat dan weer wel. Want de basiliek moet bereikbaar blijven. En kunnen we zonder de parkeerplekken? Wat veel goede argumenten in de gemeenteraad niet voor elkaar kregen, werd door een pandemie wel mogelijk. Maar zo gaan die dingen. Eerst is er een idee en alleen dat is voor heel veel mensen al heel erg wennen. En als dat idee dan ook nog zaken op hun kop dreigt te zetten dan sluipt er al iets van angst binnen. Dingen bij het oude houden, dat is lekker veilig. Oude gewoontes laten voor wat ze zijn, van verworven rechten afzien: liever niet. Maar, onder druk wordt dus alles vloeibaar.

Zo heb ik de laatste weken kennisgemaakt met vergaderen via een beeldverbinding. Ik ben er nog niet uit wat ik daar nou van moet vinden. Je ziet op je scherm tot wel negen hoofden tegelijkertijd. Die zitten allemaal in hun eigen kadertje op hun eigen manier de tijd door te komen. Slok water, neus snuiten, bril rechtzetten, met potlood spelen, appen, achter het oor krabben, zegje doen. Met op de achtergrond een eikenhouten servieskast, boekenkast, keukenkastjes, dossierkast, koekoeksklok, heidelandschap, bloemetjesgordijn. En ook hoorde ik een baby huilen. Zaken die er niet bij horen en kunnen afleiden. Verder hield iedereen zich wel heel goed aan de vergaderdiscipline. Dat is tijdens vergaderingen waarbij alle lichamen in één ruimte zijn wel eens anders. Het is wennen maar ik denk dat het een grote vlucht gaat nemen, net als thuiswerken. Ook al bijna een nieuwe manier van leven.


Min of Meer – 10 juni 2020 – week 24