Kevelaer

Een jaar of vijfenveertig geleden kwamen we voor het eerst in Kevelaer. In Duitsland was ook toen de benzine goedkoper dan in Nederland. Nu komen we er weer regelmatig. Weer vanwege de prijs van de benzine maar ook omdat de supermarkten er een deels ander assortiment hebben dan de supermarkten hier. Het is leuk daar wat in te grasduinen, net zoals een deel van het plezier van op vakantie in Frankrijk ook uit de rekken van de supermarkt daar komt. Wat ons verbaast is dat Kevelaer nauwelijks veranderd is. Veel minder dan Venray, bijvoorbeeld. Er heerst een gezapige rust, gedurende enkele maanden per jaar ernstig verstoord als gevolg van pelgrimages. Dat wel. In mei en oktober: in de klassieke Rooms-Katholieke traditie maanden gewijd aan Maria. De kapellen en kerken worden druk bezocht, er walmen honderden kaarsen op het centrale plein, de offerblokken raken snel gevuld, de winkels met religieuze parafernalia – kaarsen, bijbels, heiligenbeelden, missaals en rozenkransen – beleven gouden tijden. Evenals de restaurants want ook devote vereerders van Maria, die als geen ander de op de proef gestelde mens kan troosten, krijgen gedurende de dag trek. Over die restaurants: ook niet veranderd in die vijfenveertig jaar. Sagen wir: Tradition, Tradition, Tradition. In Kevelaer is in de restaurants in het centrum de tijd stil blijven staan. Daarmee vergeleken heeft zich in Venray een revolutie voltrokken. In Kevelaer vind je op de menu’s vooral grootmoeders keuken en de keuken van Nederlandse stationsrestauraties in de jaren zestig en zeventig, in Venray knaagt de tijdgeest gestaag en steeds beslister aan de bereiding van schnitzel en kogelbiefstuk met pepersaus. Toch, we komen nog steeds graag in Kevelaer maar het is echt een stap terug in de tijd. Er knispert niks, het piept en kraakt, dat wel. Nostalgie.